De Week van de Opvoeding in Ede: Samen Delen, Samen Weten
juli 13, 2025
De discussie over vaccinatie en de toegang tot de kinderopvang is recentelijk intensiever geworden. Verschillende partijen in de politiek hebben wetsvoorstellen ingediend die de relatie tussen vaccinatiestatus en toelating tot de kinderopvang reguleren. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken, de argumenten die worden aangedragen en de mogelijke consequenties voor ouders en kinderopvangorganisaties, gebaseerd op beschikbare informatie.
De dalende vaccinatiegraad in Nederland baart zorgen. Met name voor mazelen en kinkhoest is de vaccinatiegraad onvoldoende om groepsimmuniteit te garanderen. Dit betekent dat een groter deel van de bevolking vatbaar is voor deze ziekten, wat risico’s met zich meebrengt, vooral voor jonge kinderen die nog niet volledig gevaccineerd zijn. Kinderen jonger dan 14 maanden kunnen bijvoorbeeld nog niet tegen mazelen worden gevaccineerd en zijn dus extra kwetsbaar. De zorgen over de lage vaccinatiegraad hebben geleid tot het indienen van wetsvoorstellen die tot doel hebben de vaccinatiegraad te verhogen, onder andere door de toegang tot de kinderopvang te koppelen aan vaccinatiestatus.
VVD en D66 hebben een initiatiefwet ingediend die het mogelijk maakt om ongevaccineerde kinderen te weigeren bij de kinderopvang, in het geval de vaccinatiegraad in een bepaalde regio onder een kritische grens van 92% daalt. Het wetsvoorstel beoogt een scenario te reguleren zoals beschreven in het advies “Prikken voor elkaar” van de commissie Kinderopvang en Vaccinatie. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze regels zou bij de minister van Volksgezondheid komen te liggen.
Het wetsvoorstel is onderwerp van discussie in de Tweede Kamer en er is sprake van steun voor het idee om in te grijpen bij een te lage vaccinatiegraad. Echter, er zijn ook zorgen over de impact op de vrijheid van keuze van ouders en de mogelijke juridische bezwaren. Een rechtsfilosoof heeft aangegeven dat een dergelijk wetsvoorstel mogelijk in strijd is met artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat de vrijheid van religie beschermt.
Voorstanders van een vaccinatieplicht voor de kinderopvang benadrukken het belang van de bescherming van jonge kinderen die nog niet volledig gevaccineerd zijn. Zij wijzen erop dat vaccinatie niet alleen een individuele keuze is, maar ook een collectieve verantwoordelijkheid. Door te vaccineren, draag je bij aan de groepsimmuniteit en bescherm je zo ook degenen die niet gevaccineerd kunnen worden, bijvoorbeeld om medische redenen. BOinK, de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang, geeft aan dat het probleem ligt bij de lage vaccinatiegraad en dat de politiek hierin een rol moet spelen. Uit onderzoek van Ipsos I&O blijkt dat zes op de tien ouders voorstander zijn van verplichte vaccinatie voordat kinderen gebruik kunnen maken van de kinderopvang.
Tegenstanders van een vaccinatieplicht wijzen op de vrijheid van keuze van ouders en de mogelijke negatieve gevolgen voor de relatie tussen ouders en de kinderopvang. Er wordt ook gewezen op de discussie over de effectiviteit van vaccins en de mogelijkheid dat gevaccineerde kinderen toch ziek kunnen worden. Sommigen stellen dat het vaccin niet werkt als gevaccineerde kinderen ziek kunnen worden door ongevaccineerde kinderen. Deze argumentatie is echter gebaseerd op een verkeerd begrip van de werking van vaccins en de groepsimmuniteit.
Kinderopvangorganisaties bevinden zich in een lastige positie. Zij moeten enerzijds een veilige omgeving bieden voor alle kinderen, maar anderzijds willen ze ook geen ouders uitsluiten. BOinK benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het oplossen van het probleem van de lage vaccinatiegraad bij de politiek ligt, en niet bij de kinderopvang zelf. De organisatie pleit voor duidelijke handvatten vanuit de politiek, zodat de kinderopvang weet welke regels er gelden en hoe deze moeten worden toegepast.
Sommige kinderopvangcentra hebben al eigen regels opgesteld met betrekking tot vaccinatie, maar dit is nog niet landelijk geregeld. Als de wetgeving wordt aangenomen, zullen kinderopvangcentra de vaccinatiegraad op hun locatie moeten in kaart brengen en, indien de landelijke vaccinatiegraad onder de 92% zakt, moeten beslissen welke kinderen wel en niet worden toegelaten.
De recente mazelenuitbraken hebben de discussie over vaccinatie verder aangewakkerd. De GGD adviseert kinderopvangcentra om specifieke maatregelen te nemen bij mazelen, zoals het vermijden van contact tussen groepen en het aanbieden van vaccinaties of antistoffen aan kinderen die direct contact hebben gehad met een besmet kind. Het is belangrijk om ouders te informeren over de risico’s van mazelen en het belang van vaccinatie.
Om de vaccinatiegraad te verhogen, organiseren GGD’s en JGZ in verschillende regio’s inloopspreekuren waar ouders terecht kunnen voor informatie en vaccinaties. Het doel is om ouders die twijfelen over vaccinatie goed te informeren en eventuele vragen te beantwoorden. Er wordt benadrukt dat vaccinatie een belangrijke bijdrage levert aan de bescherming van kinderen en de volksgezondheid.
De invoering van een vaccinatieplicht voor de kinderopvang roept juridische vragen op. Zoals eerder genoemd, kan een dergelijke regeling in strijd zijn met artikel 9 van het EVRM, dat de vrijheid van religie beschermt. Het is mogelijk dat ouders die hun kinderen niet willen vaccineren naar de rechter stappen om de wettigheid van de regeling aan te vechten.
De discussie over vaccinatie en de toegang tot de kinderopvang is complex en veelomvattend. Er zijn sterke argumenten voor en tegen een vaccinatieplicht, en de politieke en juridische aspecten zijn ingewikkeld. Het is belangrijk dat de overheid, de kinderopvangorganisaties en de ouders samenwerken om een oplossing te vinden die de gezondheid en veiligheid van alle kinderen waarborgt, met respect voor de individuele vrijheid van keuze. De huidige wetsvoorstellen streven ernaar om bij een te lage vaccinatiegraad in te grijpen, maar de uiteindelijke uitkomst is nog onzeker. Voorlichting en het wegnemen van twijfels bij ouders blijven cruciaal om de vaccinatiegraad te verhogen en de verspreiding van infectieziekten te voorkomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet