Opvoeding in de jaren zestig: Veranderingen en invloeden op de moderne opvoeding
juli 4, 2025
In de moderne wereld, waarin kinderen vaak worden opgevoed met veel speelgoed, educatieve spelletjes en beperkte interactie met de echte wereld, is het belangrijk om te kijken naar traditionele opvoedmethoden. Michaeleen Doucleff, wetenschapsjournaliste en auteur van het boek Jagen, verzamelen, opvoeden, onderzocht hoe ouders in traditionele gemeenschappen kinderen opvoeden. Haar ervaringen en inzichten bieden waardevolle lessen voor hedendaagse ouders en opvoeders.
Michaeleen Doucleff’s boek Jagen, verzamelen, opvoeden biedt een diepe blik op hoe kinderen in traditionele gemeenschappen worden opgevoed. Ze reisde naar drie verschillende culturen: de Maya’s in Mexico, de Inuit op Groenland en de Hadzabe in Tanzania. Deze gemeenschappen hebben een ander opvoedingsmodel dan het Westen, waarin kinderen vaak worden opgevoed met veel instructies, bevelen en speelgoed. Doucleff leerde dat kinderen in deze culturen niet alleen zelfstandiger zijn, maar ook beter kunnen communiceren en samenwerken. Haar boek geeft inzicht in de kernprincipes van deze opvoedingsstijlen en hoe deze kunnen worden toegepast in het Westen.
Een van de belangrijkste inzichten uit Doucleff’s boek is dat kinderen geboren zijn als assistenten. Ze willen graag helpen met klusjes en bijdragen aan het gezin. In veel traditionele gemeenschappen worden kinderen direct betrokken bij dagelijks werk, zoals het klaarmaken van eten, het verzamelen van voedsel of het opknappen van materialen. Dit helpt hen om zich als waardevol te voelen en hun eigen rol in het gezin te ontdekken.
In het boek wordt beschreven hoe kinderen in de Maya-gebieden spontaan helpen bij klusjes, zonder dat er beloningen worden gegeven. Ze doen het omdat ze zien wat er nodig is en zich daarbij horen. Dit verschijnt in tegenstelling tot het Westen, waar kinderen vaak worden opgevoed met veel instructies en bevelen. De focus ligt hier op het leren van technieken, terwijl de traditionele culturen de focus leggen op het leren van samenwerking en mededogen.
Een ander belangrijk principe uit Doucleff’s boek is het gebruik van stilte en waardering. In traditionele gemeenschappen wordt er weinig gesproken met kinderen, en wordt er ook weinig geadviseerd of beoordeeld. In plaats daarvan wordt er gekeken naar wat de kinderen doen en worden ze gelaten om hun eigen ervaringen te ontdekken. Dit leidt tot een diepere verbintenis tussen ouders en kinderen, waarin de kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen.
In het boek wordt beschreven hoe de moeder van een Maya-gezin, Maria, haar kinderen laat meedoen met klusjes zonder hen te bevelen of te beoordelen. Ze geeft geen complimenten, maar laat de kinderen zien hoe ze iets kunnen doen. Dit leidt ertoe dat de kinderen zichzelf leren en hun eigen manier van werken ontdekken.
Een van de grootste uitdagingen in het Westen is het omgaan met driftbuien en onrustige kinderen. In traditionele gemeenschappen wordt er weinig geschreeuwd of gevochten, en wordt er gekeken naar hoe ouders hun eigen emoties kunnen beheren. In het boek wordt beschreven hoe Inuit-ouders leren om hun eigen woede te beheren en niet te reageren op het gedrag van hun kinderen. Dit leidt ertoe dat de kinderen rustiger worden en zich beter kunnen gedragen.
In het boek wordt ook beschreven hoe Michaeleen Doucleff zelf worstelde met het omgaan met de driftbuien van haar dochter, Rosy. Ze leerde dat het belangrijk is om zelf rustig te blijven en niet te reageren op het gedrag van het kind. Dit leidt ertoe dat de kinderen zich beter kunnen gedragen en dat ouders zichzelf kunnen leren om hun eigen emoties te beheren.
Een van de belangrijkste principes uit Doucleff’s boek is het belang van gezamenlijkheid. In traditionele gemeenschappen worden kinderen niet losgezet van het gezin, maar worden ze betrokken bij het dagelijks leven. Ze leren samen te werken en hun eigen rol in het gezin te ontdekken. Dit leidt tot een sterke verbintenis tussen ouders en kinderen, waarin de kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen.
In het boek wordt beschreven hoe de Hadzabe in Tanzania kinderen betrekken bij het verzamelen van voedsel en het opknappen van materialen. Ze leren samen te werken en hun eigen manier van werken ontdekken. Dit leidt tot een sterke verbintenis tussen ouders en kinderen, waarin de kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen.
In het Westen wordt vaak veel aandacht besteed aan speelgoed en educatieve spelletjes, terwijl traditionele gemeenschappen minder gebruik maken van deze vormen van speelgoed. In plaats daarvan leren kinderen door te experimenteren en te experimenteren met de echte wereld. Dit leidt tot een diepere begrip van de wereld en een betere samenwerking met anderen.
In het boek wordt beschreven hoe kinderen in de Maya-gebieden spontaan helpen bij klusjes, zonder dat er beloningen worden gegeven. Ze doen het omdat ze zien wat er nodig is en zich daarbij horen. Dit verschijnt in tegenstelling tot het Westen, waar kinderen vaak worden opgevoed met veel instructies en bevelen. De focus ligt hier op het leren van technieken, terwijl de traditionele culturen de focus leggen op het leren van samenwerking en mededogen.
Michaeleen Doucleff’s boek Jagen, verzamelen, opvoeden biedt waardevolle lessen voor hedendaagse ouders en opvoeders. De tradities van de Maya’s, Inuit en Hadzabe tonen aan dat kinderen niet alleen zelfstandiger zijn, maar ook beter kunnen communiceren en samenwerken. Door de nadruk te leggen op samenwerking, stilte en waardering, kunnen ouders en opvoeders hun kinderen helpen om zich veilig en gewaardeerd te voelen. De kracht van gezamenlijkheid en het leren van emoties zijn belangrijke principes die kunnen worden toegepast in het Westen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet