Opvoeden anders: Een alternatief benaderingspunt voor gezinnen
juli 4, 2025
De Koninklijke Nederlandse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (KNBLO) heeft een rijke geschiedenis en een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van lichamelijke opvoeding en sport in Nederland. De organisatie, opgericht in 1908, was gericht op het bevorderen van lichamelijke ontwikkeling bij kinderen en volwassenen. In dit artikel wordt de geschiedenis, activiteiten en invloed van de KNBLO belicht, met een focus op het onderwijs en de jeugd.
De oprichting van de Nederlandsche Bond voor Lichamelijke Opvoeding (NBvLO), de voorganger van de KNBLO, ging gepaard met nationale militaire sportwedstrijden die in 1906 en 1907 in Breda werden gehouden. De officieren die het initiatief hieraan gaven, zagen het als hun taak om de lichamelijke opvoeding van het volk in al zijn lagen te bevorderen. Op 3 april 1908 richtten zij de NBvLO op in Den Haag. De naam wijst op de gehele breedte van de activiteiten, die niet uitsluitend gericht waren op wandelsport, zoals later gebeurde.
De eerste jaren organiseerde de NBvLO drie soorten activiteiten: militaire sportwedstrijden, cursussen voor sportleiders en kinderen, en vierdaagse prestatietochten op vier gebieden: wandelen, paardrijden, fietsen en roeien. De NBvLO hoopte uit te groeien tot een overkoepelende sportorganisatie, maar dit werd onderbroken toen oud-voorzitter Tuyll van Serooskerken in 1912 het Nederlands Olympisch Comité (NOC) oprichtte.
De NBvLO had verschillende activiteiten, waaronder sportwedstrijden voor militairen, cursussen voor sportleiders en kinderen, en vierdaagse prestatietochten. De organisatie van de Vierdaagse wandelmarsen was de hoofdactiviteit van de KNBLO, maar zeker niet de enige. Naarmate de wandelsport aan populariteit won, ontstonden er wandelsportverenigingen die wandelmarsen organiseerden en aan elkaars marsen deelnamen. Deze verenigingen sloten zich aan in provinciale, regionale of lokale verbanden, die binnen de NBvLO wandelkringen werden genoemd.
De Vierdaagse wandelmarsen, die in 1925 definitief aan Nijmegen werden toegewezen, hadden een duidelijk militair cachet en werden vooral beheerst door militaire deelnemers. Echter, burgers kregen ook toegang. De eerste man liep al in 1909 mee, en de eerste vrouw in 1913.
De KNBLO speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van lichamelijke opvoeding in Nederland. De organisatie richtte zich niet alleen op sporten, maar ook op het bevorderen van gezondheid en fitheid van de werkende bevolking, met name van de rekruten. Dit was een van de redenen waarom sporten zich in de twintigste eeuw verbredde naar de midden- en arbeidersklasse.
De NBvLO was ook actief in het organiseren van cursussen voor sportleiders en kinderen, wat leidde tot een groeiende belangstelling voor sport en beweging. De organisatie had ook te maken met de wandelkringen, die een belangrijk onderdeel vormden van de wandelsport in Nederland.
De KNBLO en haar voorganger, de NBvLO, hebben ook bijgedragen aan de sociale en economische ondersteuning van kinderen en volwassenen die niet sporten door geldgebrek of andere omstandigheden. Dit gebeurde door middel van subsidies om hen te inspireren om te sporten of bestaande projecten te financieren. Zo zijn er meerdere fondsen en stichtingen opgericht die deze doelen nastreven, zoals de Stichting Rotterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding (RBL) en het fonds dat door B.J.R. van Tongeren wordt beheerd.
Deze stichtingen bieden financiële ondersteuning aan kinderen, jongeren en volwassenen, met als doel hen te stimuleren om sport te beoefenen. Ze zijn gericht op verschillende doelgroepen, waaronder kinderen, jongeren, mensen in armoede, oudere mensen en leerlingen. De projecten die worden ondersteund, kunnen variëren van sportverenigingen tot dansverenigingen en andere sportieve activiteiten.
De KNBLO en de NBvLO hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van lichamelijke opvoeding in Nederland. De organisatie richtte zich niet alleen op sporten, maar ook op het bevorderen van gezondheid en fitheid van de werkende bevolking, met name van de rekruten. Dit was een van de redenen waarom sporten zich in de twintigste eeuw verbredde naar de midden- en arbeidersklasse.
De NBvLO was ook actief in het organiseren van cursussen voor sportleiders en kinderen, wat leidde tot een groeiende belangstelling voor sport en beweging. De organisatie had ook te maken met de wandelkringen, die een belangrijk onderdeel vormden van de wandelsport in Nederland.
De KNBLO en de NBvLO speelden een rol in het bevorderen van bewegingsonderwijs en lichamelijke opvoeding in het onderwijs. De organisatie had als doel om de lichamelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren te bevorderen door middel van sporten en beweging. Dit gebeurde door middel van cursussen voor sportleiders en kinderen, en door deelname aan wandelmarsen.
De organisatie had ook te maken met het bevorderen van sporten in het onderwijs. De KNBLO had als doel om de lichamelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren te bevorderen door middel van sporten en beweging. Dit gebeurde door middel van cursussen voor sportleiders en kinderen, en door deelname aan wandelmarsen.
De KNBLO heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van lichamelijke opvoeding en sport in Nederland. De organisatie richtte zich niet alleen op sporten, maar ook op het bevorderen van gezondheid en fitheid van de werkende bevolking, met name van de rekruten. De NBvLO had als doel om de lichamelijke ontwikkeling van kinderen en jongeren te bevorderen door middel van sporten en beweging. De organisatie had ook te maken met het bevorderen van sporten in het onderwijs. De KNBLO en de NBvLO hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van lichamelijke opvoeding en sport in Nederland.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet