Angst bij kinderen: Herkenning, Oorzaken en Effectieve Strategieën voor Ouders en Verzorgers
mei 28, 2025
In de kinderopvang is het verplicht om aan bepaalde kwalificatie-eisen te voldoen, zowel qua opleidingsniveau als qua taalvaardigheden. Deze eisen zijn vastgelegd in de Wet IKK (Integratie Kwaliteit Kinderopvang) en de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) kinderopvang. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de diploma’s die geldig zijn binnen de kinderopvang, inclusief eventuele aanvullende eisen zoals het taalniveau en de mogelijkheid tot het volgen van werk-leertrajecten of EVC-procedures. De informatie is gebaseerd op de recente officiële documenten en richtlijnen.
Om in de kinderopvang te mogen werken, is het noodzakelijk om in het bezit te zijn van een kwalificerend diploma. De CAO kinderopvang bepaalt welke opleidingen daartoe in aanmerking komen. De meest voorkomende diploma’s die kwalificeren voor de functie van pedagogisch medewerker zijn:
MBO-3 Pedagogisch Medewerker Kinderopvang (PMK): Dit is het klassieke diploma dat nodig is om als pedagogisch medewerker in de kinderopvang te werken. Het opleidingsniveau is gericht op kinderopvang en omvat theorie over kinderontwikkeling, communicatie, en veiligheid.
MBO-4 Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker (GPM): Voor wie wil werken in een meer gespecialiseerde context, bijvoorbeeld in de peuterspeelzaal of in een integratieve opvang, is dit een hoger opleidingsniveau. Het biedt een bredere en diepergaande opleiding dan MBO-3.
HBO-opleidingen in de kinderopvang of educatie: Opleidingen zoals Pedagogiek of Associate Degree Pedagogisch Educatief Medewerker vallen ook onder de kwalificerende diploma’s. Ze voldoen aan de vereisten van de CAO en kunnen gebruikt worden als toegang tot functies in de kinderopvang.
Universitair onderwijs (WO): In sommige gevallen kan een universitair diploma ook als kwalificatie gelden, vooral als het gerelateerd is aan onderwijs of kinderontwikkeling.
Daarnaast geldt dat alle Nederlandse mbo niveau 4 diploma’s als voldoende bewijs gelden voor het taalniveau 3F Nederlands in de mondelinge taalvaardigheid. Dit is belangrijk in het kader van de taaleis IKK (Integratie Kwaliteit Kinderopvang), die vanaf 1 januari 2023 voor pedagogisch medewerkers geldt.
Bijvoorbeeld, ook een diploma in de zorg of het onderwijs kan kwalificeren, mits het op het juiste niveau is en aan de taaleisen voldoet. In dat geval is vaak een korte aanvullende opleiding nodig om de bevoegdheid als pedagogisch medewerker te verkrijgen.
De eisen voor werken in de Buitenschoolse Opvang (BSO) zijn lichtjes afwijkend van die voor de dagopvang. De focus van de BSO ligt meer op het organiseren van activiteiten en het begeleiden van kinderen in een informele omgeving. Daardoor is een diploma Pedagogisch Medewerker niet altijd verplicht.
De volgende diploma’s zijn geldig voor de BSO:
In sommige gevallen is een opleiding in een ander domein, zoals lerarenopleidingen, sport, of activiteitenbegeleiding, ook toereikend. In dat geval moet er wel aandacht zijn voor kinderbegeleiding en veiligheid, afhankelijk van de functie die wordt vervuld.
Gastouders bieden kinderopvang in een huiselijke omgeving en werken meestal met een klein aantal kinderen. Voor deze functie zijn de eisen iets lager dan voor een pedagogisch medewerker, maar het is wel verplicht om aan bepaalde kwalificaties te voldoen.
De volgende diploma’s zijn geldig om als gastouder te werken:
Daarnaast is het verplicht om over het volgende beschikbaar te zijn:
Een Verzorgende IG-diploma voldoet aan de kwalificatie-eis, maar het is mogelijk dat aanvullende bewijs nodig is in de context van de taaleis. Dit geldt vooral als het diploma niet automatisch aan het taalniveau 3F Nederlands voldoet. In dat geval is een aanvullende taalcheck of het behalen van een aparte taaltoets nodig.
Vanaf 1 januari 2023 geldt de taaleis IKK voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Deze eis is vastgesteld om de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen, aangezien goede communicatie met kinderen en ouders een kernaspect is van het werk.
De taaleisen zijn als volgt:
Alle Nederlandse mbo niveau 4 diploma’s, HAVO, VWO, VHBO, HBO (zoals Associate Degree of bachelor) en WO-diploma’s zijn erkend als bewijs dat het vereiste taalniveau is behaald. Dit geldt echter alleen voor de aantoonbaarheid van het taalniveau en niet automatisch voor alle andere eisen van de kinderopvang.
Er zijn uitzonderingen op de taaleis IKK, bijvoorbeeld voor medewerkers die al in 2024 of daarvoor een kwalificerend diploma hebben behaald. Deze diploma’s mogen als voldoende taalbewijs dienen, mits ze vóór 1 januari 2025 zijn afgegeven en voldoen aan de voorwaarden uit de CAO van die periode.
Buitenlandse diploma’s kunnen ook erkend worden, mits ze voldoen aan de nieuwe werkwijze van DUO vanaf 1 juni 2024. Deze werkwijze beoordeelt buitenlandse diploma’s op basis van Nederlandse kwalificatie-eisen, in plaats van de bevoegdheden van het land van diplomering. Er wordt nu alleen nog een erkenning uitgevaardigd voor de gehele dagopvang (0-4 jaar) of de gehele BSO (4-12 jaar).
Als je huidige diploma niet direct kwalificeert, zijn er mogelijkheden om toch in de kinderopvang aan de slag te gaan. Een werk-leertraject of BBL-opleiding is een populaire manier om meteen te starten en daarnaast je opleiding af te ronden.
Bijvoorbeeld:
Een EVC-traject is goed te combineren met werk, aangezien je ondersteuning krijgt van het kinderdagverblijf zelf en van het EVC-bureau. Als je het traject succesvol afrondt, krijg je een erkend certificaat waarmee je als pedagogisch medewerker aan de slag kunt.
Als je al een diploma hebt in een gerelateerd domein, zoals zorg of onderwijs, kan dit ook als aanvullend bewijs dienen. In dat geval is vaak een korte aanvullende opleiding nodig om de bevoegdheid te verkrijgen.
Bijvoorbeeld:
De duur van een verkorte opleiding kan variëren, maar meestal duurt het ongeveer 3 maanden. Deze routes zijn handig voor wie snel wil starten in de kinderopvang en tegelijkertijd wil omscholen naar een pedagogisch medewerker.
Naast de basiskwalificaties bestaan er ook vervolgopleidingen en specialisaties die je als medewerker in de kinderopvang kunt volgen. Deze opleidingen richten zich op specifieke aspecten van het werk en kunnen helpen bij verdere professionalisering.
Voorbeelden van vervolgopleidingen zijn:
EHBO is een belangrijk onderdeel van de kwalificatie-eisen in de kinderopvang. Een EHBO-cursus bij Het Oranje Kruis is erkend en voldoet aan de GGD-voorwaarden. Het certificaat is 2 jaar geldig en de cursus omvat zowel theorie als praktijktraining. De kosten van deze cursus kunnen in sommige gevallen vergoed worden via de zorgverzekeraar, afhankelijk van de aanvullende verzekering.
In de meeste gevallen is een diploma vereist om in de kinderopvang te werken. Echter, als je werkervaring hebt of een gerelateerde opleiding hebt behaald, is het mogelijk om in te stromen in een verkort traject. Bijvoorbeeld via het EVC-proces of een werk-leertraject.
Bij NTI is het Ontwikkelpad Kinderopvang een verkorte route naar een kwalificatie in de kinderopvang. Deze route is goedkoper en sneller dan de volledige MBO-opleiding. Het is vooral geschikt voor wie snel wil starten, of wil omscholen binnen de sector.
Daarnaast is het mogelijk om een gratis diploma te behalen via VDAB in België. Werkzoekenden kunnen hier een opleiding volgen in het kader van een knelpuntberoep. Voor de kinderopvang zijn er bijvoorbeeld opleidingen voor begeleider kinderopvang of opvoeder. Deze worden vergoed door de overheid en kunnen als toegang dienen tot de sector.
In België gelden vergelijkbare regels qua kwalificaties. De taaleis IKK is hier ook van toepassing, met de eis dat pedagogisch medewerkers voldoen aan taalniveau B2 of 3F. Er zijn echter ook specifieke regels voor de voorschoolse educatie (VE), die vastgesteld zijn door het Ministerie van OCW. In de G37- en G86-gemeenten geldt deze taaleis sinds 1 augustus 2017, en in de overige gemeenten sinds 1 augustus 2019.
Deze taaleisen zijn ook van toepassing op medewerkers die werken in de dagopvang of de peuterspeelzaal. Er zijn specifieke certificaten die als bewijs dienen, zoals:
In het geval van een buitenlands diploma, zijn er duidelijke regels. Als het diploma niet afkomstig is uit een Nederlandstalig land of landsdeel (zoals Aruba, Curaçao, Vlaanderen), dan is het mogelijk dat aanvullende certificaten of toetsen nodig zijn. DUO beoordeelt deze aanvragen nu op basis van Nederlandse kwalificatie-eisen, wat een duidelijker proces oplevert.
Om de situatie overzichtelijk te maken, is hieronder een tabel opgenomen van de meest voorkomende kwalificerende diploma’s voor de kinderopvang, inclusief hun geldigheid en eventuele specifieke eisen:
Opleiding | Kwalificatie-eis | Taaleis IKK | Aanvullende eisen | Landen/lagen | Geldigheid | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|
MBO-3 Pedagogisch Medewerker Kinderopvang | Ja | Ja | Nederlands 3F of B2 | Nederland | Onbepaald | 3 |
MBO-4 Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker | Ja | Ja | Nederlands 3F of B2 | Nederland | Onbepaald | 3 |
MBO-2 Helpende Zorg en Welzijn | Ja (voor gastouder) | Ja (Nederlands 3F) | EHBO-certificaat, veiligheid, 18 jaar of ouder | Nederland | Onbepaald | 1 |
Verzorgende IG-diploma | Ja (voor gastouder) | Nederlands 3F | EHBO-certificaat, veiligheid, 18 jaar of ouder | Nederland | Onbepaald | 1 |
HBO-opleiding (Pedagogiek, Onderwijs en Opvoeding) | Ja | Ja | Nederlands 3F of B2 | Nederland | Onbepaald | 3 |
WO-diploma (Geneeskunde, Tandarts) | Nee (behalve voor kinderarts of kinderverpleegkundige) | Ja | Nederlands 3F of B2 | Nederland | Onbepaald | 2 |
Buitenlands diploma (na 1 juni 2024) | Ja (mits erkend door DUO) | Ja | Taalniveau 3F of B2 | Overal | Afhankelijk van erkenning | 12 |
HAVO, VWO, VBO-diploma | Nee, tenzij via EVC of werk-leertraject | Ja (als bewijs voor taalniveau) | Aanvullende opleiding nodig | Nederland | Onbepaald | 7 |
EVC-traject | Ja (resulteert in MBO-diploma) | Ja | Nederlands 3F of B2 | Nederland | Onbepaald | 6 |
BBL-opleiding | Ja | Ja | Nederlands 3F of B2 | Nederland | Onbepaald | 3 |
Gratis diploma via VDAB | Ja | Ja | Nederlands 3F of B2 | België | Onbepaald | 4 |
Hoewel het meestal verplicht is om een diploma te hebben, zijn er ook alternatieven voor wie geen diploma bezit. Een EVC-traject is een populaire manier om ervaring te combineren met een opleiding. Dit is bijzonder geschikt voor mensen die al een tijd in de kinderopvang werken, maar nog geen formele opleiding hebben.
Een ander alternatief is het werk-leertraject, waarin je direct aan de slag kunt en daarnaast je opleiding volgt. Dit is bijvoorbeeld mogelijk via BBL-opleidingen of het Ontwikkelpad Kinderopvang bij NTI.
Deze routes zijn niet alleen sneller, maar ook goedkoper en flexibel. Ze bieden een manier om direct in de kinderopvang te starten, zonder te wachten op een volledige opleiding.
Alle medewerkers in de kinderopvang moeten geregistreerd staan in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Dit register is verplicht en wordt beheerd door de gemeente. Medewerkers worden alleen geregistreerd als ze aan de kwalificatie-eisen voldoen, inclusief de taaleisen. Het register garandeert dat alleen gecertificeerde en bevoegde professionals kinderopvang verlenen.
Bijvoorbeeld, als je een Verzorgende IG-diploma hebt, kun je gastouder worden, maar moet je je registreren in het LRK. De gemeente controleert of je voldoet aan alle eisen, waaronder EHBO, taalniveau, en veiligheid. Als dit het geval is, kun je als gastouder aan de slag.
Hoewel kinderartsen en kinderverpleegkundigen geen directe rol spelen in de kinderopvang, is het wel belangrijk om te weten wat hun kwalificaties inhouden. Deze informatie kan relevant zijn voor wie wil werken in een medische context, zoals in een kinderziekenhuis of een kinderopvang met een medische focus.
Deze opleidingen zijn niet kwalificerend voor de kinderopvang in de zin van pedagogisch medewerker, maar kunnen wel een rol spelen in bijzondere gevallen of in samenwerking met kinderopvangorganisaties die medische begeleiding nodig hebben.
Vanaf 1 juni 2024 is er een nieuwe werkwijze van DUO voor de erkenning van buitenlandse diploma’s in de kinderopvang. Deze wijziging heeft geleid tot een uniformere en duidelijkere beoordeling van buitenlandse opleidingen.
De nieuwe werkwijze houdt het volgende in:
Dit betekent dat buitenlandse diploma’s sneller en transparanter kunnen worden erkend in de kinderopvang, mits ze voldoen aan de Nederlandse eisen. Voor wie van buiten de EU komt, is het belangrijk om dit te checken via de officiële lijsten van DUO of de relevante cao’s.
De kwalificatie-eisen voor het werken in de kinderopvang zijn duidelijk en gericht op zowel pedagogische kennis als taalvaardigheid. De meest voorkomende kwalificerende diploma’s zijn MBO-3 en MBO-4 Pedagogisch Medewerker, HBO-opleidingen in educatie of kinderopvang, en universitaire opleidingen in gerelateerde disciplines. Daarnaast zijn er alternatieven zoals EVC- en werk-leertrajecten die toegang bieden tot de sector zonder dat een volledig diploma op zak is.
De taaleis IKK is een belangrijk onderdeel van de kwalificaties en vereist een taalniveau van 3F of B2. Deze eisen gelden voor dagopvang, BSO en gastouderopvang. Voor buitenlandse diploma’s geldt een nieuwe en uniforme beoordelingswijze sinds 1 juni 2024, wat betekent dat er meer duidelijkheid is over de erkendheid van buitenlandse opleidingen.
Het is mogelijk om zonder diploma in de kinderopvang aan de slag te gaan via EVC-trajecten of BBL-opleidingen. Deze routes bieden een snelle en betaalbare manier om kwalificaties te verkrijgen. Daarnaast is EHBO een verplichte kwalificatie voor medewerkers in de kinderopvang, met een geldigheid van 2 jaar.
Samenvattend is het belangrijk om te weten welke diploma’s geldig zijn en of je aan de taaleisen voldoet. De officiële diplomalijsten van DUO, de CAO’s, en de Landelijk Register Kinderopvang zijn essentieel voor de erkendheid van kwalificaties. Door gebruik te maken van de beschikbare trajecten en begeleiding, is het mogelijk om in de kinderopvang aan de slag te gaan, ongeacht je huidige opleiding.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet