Lesvoorbereiding voor lichamelijke opvoeding: structuur, doelen en praktische tips
juli 4, 2025
De Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) in Amsterdam is een belangrijke instelling in het Nederlandse onderwijs en heeft een rijke geschiedenis. De opleiding richt zich op het opvoeden van leraars die kinderen en jongeren leren bewegen, zowel op school als in het buitenland. De ALO Amsterdam, onderdeel van de Hogeschool van Amsterdam (HvA), speelt een cruciale rol in het bevorderen van een gezonde levensstijl bij kinderen en jongeren. Dit artikel geeft een overzicht van de geschiedenis, opleidingen, rol in de jeugdontwikkeling en de huidige stand van zaken van de ALO.
De ALO Amsterdam is ontstaan in de jaren twintig van de twintigste eeuw. De oprichting werd ingezet door gymnastiekleraren zoals K.H. Van Schagen, C.P. Gunning en H.L.F.J. Deelen. In 1925 werd de eerste cursus geopend op het Valeriusplein. In 1927 volgde de officiële opening van de academie, waarbij G.J. Nieuwenhuis de functie van rector bekleedde. De eerste jaren waren lastig, aangezien de overheid de hand op de knip hield. Toch lukte het om een dagopleiding te starten. In de loop der jaren werd de ALO onderdeel van de Hogeschool van Amsterdam en ontvingen studenten een uitgebreid curriculum dat bestond uit praktijkgerichte lessen en theoretische vakken zoals anatomie, fysiologie, psychologie, biomechanica, EHBO, pedagogiek en didactiek.
De ALO viert in 2025 haar honderdjarig bestaan. Het jubileumjaar begon op 10 oktober 2024 en eindigt op 11 oktober 2025. Tijdens deze periode wordt er gewerkt aan het stimuleren van beweging bij (schoolgaande) jeugd. De ALO werkt hierbij samen met de gemeente Amsterdam, onder andere door aandacht te genereren voor de dynamische schooldag. De missie van de ALO is gecentreerd rond het bevorderen van een gezonde levensstijl bij kinderen en jongeren, waarbij zowel het sportonderwijs als bredere maatschappelijke aspecten worden aangesneden.
De ALO biedt een vierjarige hbo-opleiding aan, die leidt tot de functie van eerstegraads leraar Lichamelijke Opvoeding. De opleiding is sterk praktijkgericht. Studenten leren alles over het menselijk bewegen en lesgeven. Ze leren vakken zoals Atletiek, Spel, Bewegen en Muziek, Turnen, Zelfverdediging en Zwemmen. Daarnaast krijgen studenten kennis over medische en biologische aspecten, zoals Biomechanica, Fysiologie, Trainingsleer en Kinesiologie. Ook worden sociale wetenschappen behandeld, zoals Psychologie, Pedagogiek en Communicatie.
Na de opleiding kunnen studenten lesgeven in alle typen onderwijs: van basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs tot het universitair sportcentrum. De ALO biedt ook verwante opleidingen aan, zoals sportmanagement en voeding. De opleiding kan worden gevolgd aan meerdere hogescholen in Nederland, waaronder de Hogeschool van Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Zwolle en Nijmegen.
De ALO heeft een sterke band met de stad Amsterdam. Studenten leren werken in de diverse stad en omgaan met diversiteit. Daarnaast wordt er gewerkt aan het opbouwen van een sterke relatie met de sportwereld. De ALO heeft ook een nieuw opleidingsaanbod, de Pabo-ALO, waarin studenten in 4,5 jaar worden opgeleid tot professionals die zowel voor de klas staan als groepsdocent, als in de gymzaal als vakleerkracht Lichamelijke Opvoeding.
De ALO Amsterdam speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen en jongeren. De focus ligt op het stimuleren van beweging, zowel op school als in het buitenland. De ALO werkt samen met de gemeente Amsterdam om bewustzijn te creëren over de waarde van regelmatige beweging. Daarnaast werkt de ALO aan het opbouwen van een dynamische schooldag, waarin beweging centraal staat. De ALO wil dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk en met regelmaat bewegen.
De ALO is ook betrokken bij het opbouwen van een bredere maatschappelijke rol. De missie van de ALO is gecentreerd rond het bevorderen van een gezonde levensstijl bij kinderen en jongeren, waarbij zowel het sportonderwijs als breder maatschappelijk onderwijs wordt aangesneden. De ALO werkt hierbij samen met andere instellingen en organisaties, waaronder sportverenigingen, scholen en gemeenten.
Een van de belangrijkste kenmerken van de ALO is de praktijkgerichtheid. Studenten lopen vanaf het eerste jaar al stage in het onderwijs. Tijdens de opleiding leren ze hoe ze een evenement kunnen organiseren en behalen ze een sportspecialisatie naar keuze. In het vierde jaar specialiseren ze zich door het volgen van een minor naar keuze. De opleiding eindigt met een eindstage. De ALO zorgt ervoor dat studenten zich voorbereiden op een toekomst in de praktijk, waarin ze kunnen werken in verschillende omgevingen, waaronder basisscholen, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en universitair sportcentrum.
De ALO biedt ook andere opleidingen aan, zoals de Pabo-ALO, die gericht is op het opbouwen van een brede kennis en vaardigheden om te werken in de jeugd en sport. De ALO is hierbij betrokken bij het opbouwen van een brede kennis en vaardigheden, zodat studenten zich kunnen richten op verschillende banen in de jeugd en sport.
De ALO werkt nauw samen met andere instellingen en organisaties. De ALO maakt deel uit van de ALO Nederland, een overlegorgaan van alle zes ALO’s in Nederland. Hierin bundelen ze de krachten om ervoor te zorgen dat ze allemaal optimaal bijdragen aan het allerbeste bewegingsonderwijs in Nederland. Daarnaast werkt de ALO nauw samen met de gemeente Amsterdam om bewustzijn te creëren over de waarde van regelmatige beweging.
De ALO is ook betrokken bij innovatie en nieuwe benaderingen in het onderwijs. De ALO heeft een nieuw opleidingsaanbod, de Pabo-ALO, waarin studenten in 4,5 jaar worden opgeleid tot professionals die zowel voor de klas staan als groepsdocent, als in de gymzaal als vakleerkracht Lichamelijke Opvoeding. De ALO werkt hierbij aan het opbouwen van een brede kennis en vaardigheden, zodat studenten zich kunnen richten op verschillende banen in de jeugd en sport.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet