Werken in de kinderopvang zonder diploma: mogelijkheden en stappenplan
juli 14, 2025
De kinderopvangsector ondergaat voortdurende veranderingen, met impact op zowel ouders als opvangorganisaties. Dit artikel biedt een overzicht van recente ontwikkelingen en belangrijke overwegingen bij het beëindigen of wijzigen van een kinderopvangovereenkomst, gebaseerd op actuele informatie en regelgeving. De focus ligt op de rechten en plichten van ouders, de veranderende financiering en de kwaliteitswaarborging binnen de kinderopvang.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke factor voor veel ouders bij het maken van keuzes rondom kinderopvang. Recente aanpassingen in het Besluit kinderopvangtoeslag (Bron 4) hebben geleid tot verhoogde toeslagpercentages voor ouders met een inkomen tussen € 29.393 en € 159.224. De toeslagpercentages voor het tweede en volgende kind zijn beperkt opgehoogd voor inkomens tot € 52.519, waardoor de vergoeding in deze inkomensgroep niet lager uitvalt dan het nieuwe percentage voor het eerste kind. De vaste voet, het minimumpercentage van de toeslag, blijft 33,3% maar treedt nu in werking vanaf een hoger inkomen (€ 159.225).
Jaarlijks worden de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag geïndexeerd (Bron 4). Deze indexatie is gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de loonvoet bedrijven (80%) en de consumentenprijsindex (20%). Het is belangrijk voor ouders om te controleren of de daadwerkelijke kosten van de kinderopvang in verhouding staan tot de ontvangen toeslag. Indien er wijzigingen zijn in de afgenomen uren kinderopvang, is het cruciaal dit direct door te geven aan de Belastingdienst om te voorkomen dat er toeslag terugbetaald moet worden (Bron 14). In sommige gevallen kan het verstandig zijn om een deel van de ontvangen toeslag op een spaarrekening te zetten als buffer voor eventuele terugbetalingen.
Het beëindigen van een kinderopvangovereenkomst is in principe mogelijk per direct, aangezien sprake is van een overeenkomst van opdracht (Bron 16). Echter, de Hoge Raad heeft recentelijk (10 februari 2023) bepaald dat kinderopvangorganisaties een opzegtermijn mogen hanteren in hun algemene voorwaarden (Bron 16). Een opzegtermijn van 30 dagen wordt door de Hoge Raad als redelijk beschouwd. Het is belangrijk voor ouders om de algemene voorwaarden van de kinderopvangorganisatie zorgvuldig te lezen om te bepalen welke opzegtermijn van toepassing is. Indien de voorwaarden een langere termijn opleggen, kan dit juridisch betwistbaar zijn.
In sommige gemeenten zijn er veranderingen in het aanbod van kinderopvang. Zo is er in Zeewolde een speciale peuteropvang (Peuteropvang+) die per 1 januari stopt, omdat de gemeente geen nieuwe aanbieder heeft kunnen vinden (Bron 9). In Oldambt is er sprake van een verschuiving naar meer keuzevrijheid voor ouders, waarbij de gemeente niet langer actief een specifieke vorm van peuteropvang aanbiedt, maar vertrouwt op de initiatieven van kinderopvangorganisaties (Bron 6). In Zeeland zijn er zorgen over het uit beeld raken van peuters die extra zorg nodig hebben, als gevolg van het einde van gratis kinderopvang (Bron 15).
Daarnaast is er een ontwikkeling waarbij kinderopvangorganisaties stoppen met het inzetten van zzp’ers vanwege aangescherpte regels van de Belastingdienst rondom schijnzelfstandigheid (Bron 10). Dit heeft als doel om de kwaliteit en continuïteit van de teams te waarborgen.
De kwaliteit van kinderopvang is van groot belang. Ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun kind wordt opgevangen in een veilige, gezonde en stimulerende omgeving (Bron 7). De houder van een kinderopvangvoorziening is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. Het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang ligt bij de GGD (Bron 5).
Een streng toezicht bij de start van een opvanglocatie (“Streng aan de poort”) is essentieel om te garanderen dat de kwaliteitseisen vanaf het begin worden nageleefd (Bron 7). Indien uit een inspectieonderzoek blijkt dat er geen sprake is van verantwoorde kinderopvang, kan het college de kinderopvang tijdelijk sluiten (Bron 7).
Er zijn verschillende vormen van kinderopvang, waaronder:
De verhouding tussen het aantal kindplaatsen en het aantal kinderen in een bepaalde leeftijdsgroep kan per gemeente verschillen (Bron 5). In Noordenveld is de verhouding kindplaatsen versus aantal kinderen in de leeftijdsgroep 0-4 jaar hoger dan het landelijk gemiddelde (Bron 5).
In geval van mazelen op een kinderopvang zijn er specifieke adviezen van het RIVM (Bron 11). Deze adviezen omvatten het geven van BMR-vaccinatie aan ongevaccineerde kinderen en het beperken van de transmissie naar andere groepen door middel van cohorteren.
Ouderschapsverlof biedt ouders de mogelijkheid om tijdelijk minder te werken om meer tijd met hun kind door te brengen (Bron 12). Per kind hebben ouders recht op 26 keer het aantal uren dat ze per week werken, tot het kind 8 jaar is.
De kinderopvangsector is dynamisch en ondergaat voortdurende veranderingen. Ouders dienen zich bewust te zijn van de mogelijkheden voor kinderopvangtoeslag, de regels rondom het beëindigen van een overeenkomst en de kwaliteitswaarborging binnen de kinderopvang. Gemeenten spelen een rol in het aanbod van kinderopvang, maar er is sprake van een verschuiving naar meer keuzevrijheid voor ouders. Het is belangrijk om de algemene voorwaarden van de kinderopvangorganisatie zorgvuldig te lezen en tijdig wijzigingen door te geven aan de Belastingdienst. De kwaliteit van de kinderopvang blijft een prioriteit, met streng toezicht en handhaving om een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen te garanderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet