Waldorfonderwijs: Een unieke opvoedingsmethode voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind
juli 4, 2025
Lichamelijke opvoeding is een onderwerp dat in de maatschappij veel aandacht heeft gekregen, vooral in de context van kinderopvang en onderwijs. In het bijzonder heeft het boek Lichamelijke oefening van Midas Dekkers een significante bijdrage geleverd aan het debat over de waarde en de kritiek op sport en lichamelijke activiteiten. Dit artikel bespreekt de inhoud van het boek, de visie van Dekkers op lichamelijke opvoeding en de implicaties voor de opvoeding van kinderen in een school- en kinderdagverblijfcontext.
Midas Dekkers, een bekende Nederlandse auteur en denker, stelt in zijn boek Lichamelijke oefening een kritische kijk op de hedendaagse sportcultuur. Hij benadrukt dat sport vaak zinloos is en dat het veel te maken heeft met een ongezonde focus op prestaties, in plaats van op gezondheid en plezier. In plaats van zich te richten op het trainen voor wedstrijden of deelname aan sportactiviteiten, roept Dekkers op tot een andere benadering van lichamelijke activiteit. Hij benadrukt dat lichaamsbeweging niet alleen moet worden gezien als een manier om gezondheid te behouden, maar ook als een manier om het denken en het lichaam te versterken.
De titel van het boek, Lichamelijke oefening, duidt op de kern van het debat: lichamelijke oefeningen, zoals gymnastiek, dans, en sport, worden vaak gezien als een noodzakelijke onderdeel van het onderwijs. Maar Dekkers stelt dat de nadruk op sport en competitie juist leidt tot een afhankelijkheid van externe prikkels, zoals prijzen, medailles en de druk van de samenleving. Hij benadrukt dat lichaamsbeweging juist een vorm van "herstel" moet zijn, een manier om de hersenen te activeren en te laten wennen aan een actieve levensstijl.
Een van de kernpunten van het boek is de kritiek op de hedendaagse sportcultuur. Dekkers zegt dat sport vaak leidt tot een ongezonde focus op prestaties en dat het juist de moeite waard is om lichaamsbeweging te zien als een vorm van ontspanning en plezier. Hij benadrukt dat sport niet per se moet worden geïdentificeerd met competitie, maar dat het juist moet worden gezien als een manier om het lichaam en de geest in balans te houden.
Deze visie is in veel gevallen in tegenspraak met de gangbare opvattingen in het onderwijs, waarin lichamelijke opvoeding vaak wordt gezien als een onderdeel van het curriculum dat gericht is op het ontwikkelen van sportvaardigheden. In de praktijk wordt er vaak gekeken naar het behalen van cijfers, het volgen van regels, en het volgen van een vaste opbouw. Dekkers stelt dat dit juist leidt tot een afhankelijkheid van externe beloningen, in plaats van dat het kind op een natuurlijke manier beweging en plezier ontdekt.
In de praktijk van de kinderopvang en het onderwijs is lichamelijke opvoeding een belangrijk onderdeel. Het is een manier om kinderen te leren bewegen, te leren samenwerken, en om hun lichaam te leren kennen. Maar volgens Dekkers is de nadruk op sport en competitie juist het tegenovergestelde van wat nodig is. In plaats van te focussen op het leren van sportvaardigheden, zou de nadruk moeten liggen op het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van lichaamsbeweging.
In het kinderdagverblijf en de basisschool wordt lichamelijke opvoeding vaak gezien als een onderdeel van het curriculum, maar er wordt weinig aandacht besteed aan de kwaliteit van de activiteiten. De nadruk ligt op het leren van bepaalde vaardigheden, zoals het gooien, het rennen, of het dansen, maar niet op het ontwikkelen van een duurzame levensstijl. Dit is precies het punt waar Dekkers in zijn boek op wijst: het is belangrijk om kinderen te leren dat bewegen een vorm van plezier is, in plaats van een verplichting.
De rol van ouders en onderwijs is cruciaal bij het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van lichaamsbeweging. In de praktijk is het vaak lastig om kinderen te laten bewegen zonder dat ze zich verplicht voelen. De nadruk ligt vaak op het behalen van cijfers, op het volgen van regels, en op het volgen van een vaste opbouw. Dit leidt er toe dat kinderen zich niet altijd bewust zijn van de waarde van lichaamsbeweging.
Dekkers benadrukt dat het belangrijk is om kinderen te laten zien dat bewegen niet alleen een manier is om gezondheid te behouden, maar ook een manier is om plezier te hebben. Hij stelt dat het juist belangrijk is om kinderen te laten zien dat bewegen een vorm van ontspanning is, in plaats van een verplichting. Dit kan worden gedaan door een bredere visie op lichaamsbeweging te ontwikkelen, waarbij de nadruk ligt op het ontdekken van beweging en het genieten van het lichaam.
Voor ouders en onderwijs is het belangrijk om samen te werken aan het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van lichaamsbeweging. In de praktijk is het vaak lastig om kinderen te laten bewegen zonder dat ze zich verplicht voelen. De nadruk ligt vaak op het behalen van cijfers, op het volgen van regels, en op het volgen van een vaste opbouw. Dit leidt er toe dat kinderen zich niet altijd bewust zijn van de waarde van lichaamsbeweging.
Dekkers benadrukt dat het belangrijk is om kinderen te leren dat bewegen niet alleen een manier is om gezondheid te behouden, maar ook een manier is om plezier te hebben. Hij stelt dat het juist belangrijk is om kinderen te laten zien dat bewegen een vorm van ontspanning is, in plaats van een verplichting. Dit kan worden gedaan door een brede visie op lichaamsbeweging te ontwikkelen, waarbij de nadruk ligt op het ontdekken van beweging en het genieten van het lichaam.
Lichaamsbeweging heeft een belangrijke rol gespeeld in de opvoeding van kinderen. Het is een manier om kinderen te leren bewegen, te leren samenwerken, en om hun lichaam te leren kennen. Maar volgens Dekkers is de nadruk op sport en competitie juist het tegenovergestelde van wat nodig is. In plaats van te focussen op het leren van sportvaardigheden, zou de nadruk moeten liggen op het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van lichaamsbeweging.
In het kinderdagverblijf en de basisschool wordt lichamelijke opvoeding vaak gezien als een onderdeel van het curriculum, maar er wordt weinig aandacht besteed aan de kwaliteit van de activiteiten. De nadruk ligt op het leren van bepaalde vaardigheden, zoals het gooien, het rennen, of het dansen, maar niet op het ontwikkelen van een duurzame levensstijl. Dit is precies het punt waar Dekkers in zijn boek op wijst: het is belangrijk om kinderen te leren dat bewegen een vorm van plezier is, in plaats van een verplichting.
De kwaliteit van lichaamsbeweging is een belangrijk onderdeel van de opvoeding van kinderen. In de praktijk is het vaak lastig om kinderen te laten bewegen zonder dat ze zich verplicht voelen. De nadruk ligt vaak op het behalen van cijfers, op het volgen van regels, en op het volgen van een vaste opbouw. Dit leidt er toe dat kinderen zich niet altijd bewust zijn van de waarde van lichaamsbeweging.
Dekkers benadrukt dat het belangrijk is om kinderen te leren dat bewegen niet alleen een manier is om gezondheid te behouden, maar ook een manier is om plezier te hebben. Hij stelt dat het juist belangrijk is om kinderen te laten zien dat bewegen een vorm van ontspanning is, in plaats van een verplichting. Dit kan worden gedaan door een brede visie op lichaamsbeweging te ontwikkelen, waarbij de nadruk ligt op het ontdekken van beweging en het genieten van het lichaam.
Lichamelijke opvoeding is een belangrijk onderdeel van de opvoeding van kinderen. Het is een manier om kinderen te leren bewegen, te leren samenwerken, en om hun lichaam te leren kennen. Maar volgens Dekkers is de nadruk op sport en competitie juist het tegenovergestelde van wat nodig is. In plaats van te focussen op het leren van sportvaardigheden, zou de nadruk moeten liggen op het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van lichaamsbeweging.
In het kinderdagverblijf en de basisschool wordt lichamelijke opvoeding vaak gezien als een onderdeel van het curriculum, maar er wordt weinig aandacht besteed aan de kwaliteit van de activiteiten. De nadruk ligt op het leren van bepaalde vaardigheden, zoals het gooien, het rennen, of het dansen, maar niet op het ontwikkelen van een duurzame levensstijl. Dit is precies het punt waar Dekkers in zijn boek op wijst: het is belangrijk om kinderen te leren dat bewegen een vorm van plezier is, in plaats van een verplichting.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet