Opvoeding van een puppy: De sleutel tot een gelukkige en gehoorzame hond
juli 4, 2025
In de moderne maatschappij is opvoeden een complexe taak geworden. Kinderen groeien op in een wereld vol digitale invloeden, waarin tijd en aandacht schaars zijn. De kern van opvoeden ligt echter niet in het volgen van methoden of het toepassen van stappenplannen, maar in het opbouwen van een diepe, authentieke relatie met het kind. Dit is de centrale boodschap van het boek Het hart van opvoeden van Bert Reinds, dat zich richt op de essentie van opvoeden en hoe ouders en opvoeders hun kinderen kunnen begeleiden bij het ontwikkelen van hun eigen unieke potentieel. In dit artikel worden de belangrijkste ideeën en aanpakken van het boek besproken, aangevuld met inzichten uit andere bronnen, zoals Positive Discipline en het belang van samenwerking in de opvoedingspraktijk.
Een van de belangrijkste thema’s in Het hart van opvoeden is de noodzaak van authentiek contact met het kind. Reinds benadrukt dat ouders en opvoeders zich moeten realiseren dat het kind niet alleen een lichaam is dat moet worden opgevoed, maar een uniek mens dat zijn eigen potentieel heeft. De opvoedingspraktijk is daarom niet eenvoudig, omdat ouders vaak worden beïnvloed door de snelle ritme van de digitale wereld. Tijd en aandacht zijn schaars, terwijl de kern van opvoeden juist bestaat uit het opbouwen van een betrouwbare relatie.
In het boek wordt benadruid dat het kind zich moet ontwikkelen tot een volwassene die vrede heeft met God, zichzelf en zijn naasten. Dit is een prachtig perspectief, maar de praktijk is weerbarstig. De opvoeder moet daarom bewust zijn van wat het kind in feite nodig heeft: niet de toepassing van methoden, maar een diepe verbondenheid. Dit betekent dat ouders en opvoeders zich moeten inzetten voor het opbouwen van een relatie waarin het kind zich veilig en gewenst voelt.
Een ander kernidee in Het hart van opvoeden is het belang van samenwerking tussen de opvoeder en het kind. De opvoeding is geen proces waarin het kind wordt opgeleid volgens een standaardplan, maar een proces waarin de opvoeder zich moet inzetten om het kind te helpen zijn eigen weg te vinden. Dit vereist dat de opvoeder bereid is zijn of haar eigen blikveld te verruimen en zich in te leven in de leefwereld van het kind.
De opvoeder dient geen toeschouwer te zijn, maar deel te nemen aan het leven van het kind, ook wanneer het niet leuk of interessant is. Dit vraagt om verbondenheid, kwetsbaarheid en samenwerking. Het vereist dat de opvoeder zich afstelt op het kind, het niet alleen beoordeelt, maar ook begrijpt. In dit opzicht is opvoeden een proces van afstemming, waarin de opvoeder zich moet aanpassen aan de behoeften van het kind.
Naast de inzichten uit Het hart van opvoeden is het concept van Positive Discipline een aanvullend perspectief dat belangrijk is voor ouders en opvoeders. Dit programma, ontwikkeld door Jane Nelsen en Lynn Lott, is gebaseerd op het werk van Alfred Adler en Rudolf Dreikurs. Het leert kinderen om verantwoordelijke, respectvolle en vindingrijke leden van de samenleving te worden. Het leert belangrijke sociale en levensvaardigheden op een manier die respectvol en bemoedigend is voor zowel de kinderen als de volwassenen.
Een van de kernprincipes van Positive Discipline is dat kinderen zich moeten voelen als onderdeel van een gemeenschap. Ze moeten zich veilig en gewenst voelen, zodat ze zich kunnen ontwikkelen tot verantwoordelijke en zelfverzekerde volwassenen. Dit wordt bereikt door een balans te vinden tussen autoriteit en mededogen, zodat kinderen leren om te denken over hun gedrag en gevoelens.
De drie belangrijkste criteria voor Positive Discipline zijn:
1. Het helpt kinderen om zich verbonden te voelen (erbij te horen en van betekenis te zijn).
2. Het is respectvol en bemoedigend voor alle betrokkenen (vriendelijk en vastberaden tegelijk).
3. Het is effectief op de lange termijn (het leert na te denken over wat het kind denkt, voelt en besluit over zichzelf en de wereld – en wat hij in de toekomst moet doen om te overleven en succesvol te zijn).
Deze principes kunnen worden toegepast in de opvoedingspraktijk, waarbij de opvoeder zich richt op het opbouwen van een betrouwbare relatie met het kind en het leren van belangrijke levensvaardigheden.
In de moderne maatschappij is opvoeden een uitdaging geworden. De digitale wereld heeft het leven van ouders en kinderen ingrijpend veranderd. Tijd en aandacht zijn schaars, terwijl ouders diep vanbinnen weten dat juist dit nodig is om kinderen te begeleiden naar de volwassenheid. De opvoedingspraktijk is daarom weerbarstig, omdat ouders vaak worden beïnvloed door de snelle ritme van de digitale wereld.
De kern van opvoeden ligt echter niet in het volgen van methoden of het toepassen van stappenplannen, maar in het opbouwen van een diepe, authentieke relatie met het kind. Dit vereist dat ouders en opvoeders zich realiseren dat het kind niet alleen een lichaam is dat moet worden opgevoed, maar een uniek mens dat zijn eigen potentieel heeft. De opvoedingspraktijk is daarom geen kwestie van tips en trucs toepassen, maar van een betrouwbare relatie onderhouden.
Een ander belangrijk aspect van opvoeden is het ontwikkelen van unieke talenten. In Het hart van opvoeden wordt benadruid dat elk kind uniek is en dat de opvoeder hierin moet helpen. De opvoeder moet zich realiseren dat het kind zijn eigen potentieel heeft, dat nog “ingepakt” is en dat de opvoeder hierin moet helpen. Dit vereist dat de opvoeder zich inzet voor het opbouwen van een betrouwbare relatie met het kind, zodat het kind zich veilig en gewenst voelt.
In dit opzicht is opvoeden geen kwestie van het invullen van een vat, maar het ontsteken van de vlam van uniciteit. De opvoeder moet zich dus richten op het helpen van het kind bij het ontwikkelen van zijn eigen potentieel, in plaats van het toepassen van stappenplannen. Dit vereist dat de opvoeder bereid is zijn of haar eigen blikveld te verruimen en zich in te leven in de leefwereld van het kind.
Een van de kernideeën van Het hart van opvoeden is het belang van samenwerking tussen de opvoeder en het kind. De opvoeding is geen proces waarin het kind wordt opgeleid volgens een standaardplan, maar een proces waarin de opvoeder zich moet inzetten om het kind te helpen zijn eigen weg te vinden. Dit vereist dat de opvoeder bereid is zijn of haar eigen blikveld te verruimen en zich in te leven in de leefwereld van het kind.
De opvoeder dient geen toeschouwer te zijn, maar deel te nemen aan het leven van het kind, ook wanneer het niet leuk of interessant is. Dit vraagt om verbondenheid, kwetsbaarheid en samenwerking. In dit opzicht is opvoeden een proces van afstemming, waarin de opvoeder zich moet aanpassen aan de behoeften van het kind.
In Het hart van opvoeden benadruidt Bert Reinds dat de kern van opvoeden ligt in het opbouwen van een diepe, authentieke relatie met het kind. De opvoedingspraktijk is daarom geen kwestie van het volgen van methoden of het toepassen van stappenplannen, maar het opbouwen van een betrouwbare relatie. Dit vereist dat ouders en opvoeders zich realiseren dat het kind niet alleen een lichaam is dat moet worden opgevoed, maar een uniek mens dat zijn eigen potentieel heeft.
De opvoeder dient zich in te zetten voor het opbouwen van een betrouwbare relatie met het kind, zodat het kind zich veilig en gewenst voelt. Dit vereist dat de opvoeder bereid is zijn of haar eigen blikveld te verruimen en zich in te leven in de leefwereld van het kind.
Naast de inzichten uit Het hart van opvoeden is het concept van Positive Discipline een aanvullend perspectief dat belangrijk is voor ouders en opvoeders. Dit programma leert kinderen om verantwoordelijke, respectvolle en vindingrijke leden van de samenleving te worden. Het leert belangrijke sociale en levensvaardigheden op een manier die respectvol en bemoedigend is voor zowel de kinderen als de volwassenen.
De kern van opvoeden ligt dus niet in het volgen van methoden of het toepassen van stappenplannen, maar in het opbouwen van een diepe, authentieke relatie met het kind. Dit vereist dat ouders en opvoeders zich realiseren dat het kind niet alleen een lichaam is dat moet worden opgevoed, maar een uniek mens dat zijn eigen potentieel heeft.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet