Co-ouderschap en de inkomensafhankelijke combinatiekorting

In de huidige maatschappelijke context is het co-ouderschap een veelvoorkomende vorm van ouderschap na een scheiding. Dit betekent dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor de zorg en opvoeding van hun kind, en dat het kind deel uitmaakt van beide huishoudens. In dit artikel wordt ingegaan op de voorwaarden en het verloop van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) bij co-ouderschap. De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een heffingskorting die werktende ouders kan helpen bij het combineren van werk en zorg voor hun jonge kind. Deze korting is in het verleden vaak beperkt geweest tot één ouder, maar in de afgelopen jaren zijn er belangrijke veranderingen geweest die ook co-ouders in aanmerking brengen voor de korting.

Voorwaarden voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting

Om in aanmerking te komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting, moeten ouders aan een aantal voorwaarden voldoen. De Belastingdienst heeft deze voorwaarden geregeld en in 2024 aangepast. De belangrijkste voorwaarden zijn:

• Het kind is op 1 januari jonger dan 12 jaar.
• Het kind staat ten minste 6 maanden in 1 kalenderjaar bij de gemeente ingeschreven op het woonadres van de ouder.
• Het kind is in het bezit van de ouder, of het is een stiefkind, pleegkind of geadopteerd kind.
• De ouder heeft een arbeidsinkomen dat hoger is dan een vastgesteld bedrag.

Bij co-ouderschap is het belangrijk dat beide ouders gelijkwaardige zorg en opvoeding bieden. Dit betekent dat het kind minstens 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder woont. Dit komt overeen met ongeveer drie dagen per week. Ook dagdelen tellen mee. Als het kind bijvoorbeeld een week bij de vader en de volgende week bij de moeder woont, is er sprake van gelijke verdeling. Dit is belangrijk om te voldoen aan de eisen van de Belastingdienst.

Co-ouderschap en de inkomensafhankelijke combinatiekorting

De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een heffingskorting die werktende ouders kan helpen bij het combineren van werk en zorg voor hun jonge kind. De korting hangt af van het inkomen van de ouder. In 2024 is de inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal €2.950, mits aan de voorwaarden is voldaan. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de korting, mits aan de voorwaarden is voldaan. Dit betekent dat zowel de vader als de moeder recht hebben op de korting, mits ze de zorg en opvoeding gelijk verdelen.

De Belastingdienst heeft in 2020 een uitspraak gedaan waarin is aangegeven dat beide ouders recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting, mits aan de voorwaarden is voldaan. In 2021 is dit nogmaals bevestigd, en in 2022 is de wet aangepast om de situatie van co-ouders te regelen. Dit betekent dat co-ouders allebei in aanmerking kunnen komen voor de korting, mits ze aan de voorwaarden voldoen.

Belastingaangifte en de inkomensafhankelijke combinatiekorting

Bij de belastingaangifte moet worden aangegeven of je recht hebt op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Bij co-ouderschap moet je dit aangeven en bewijzen dat je de zorg en opvoeding gelijk verdeelt. Dit kan worden gedaan door een ondertekend ouderschapsplan in te sturen bij de Belastingdienst. In het ouderschapsplan moet worden aangegeven hoe de zorg en opvoeding worden verdeeld. Dit is belangrijk, want de Belastingdienst beoordeelt of je in aanmerking komt voor de korting.

Als je co-ouder bent, mag je kind ook ingeschreven staan op het adres van je ex-partner. Dit is belangrijk, want het kind moet minstens 6 maanden in het jaar op het woonadres van de ouder staan ingeschreven. Als het kind bijvoorbeeld de ene week bij de vader en de andere week bij de moeder woont, is dit voldoende om te voldoen aan de voorwaarden.

Belastingdienst en de eisen voor co-ouderschap

De Belastingdienst heeft een eigen definitie van wat co-ouderschap betekent. Volgens de Belastingdienst is co-ouderschap wanneer de zorg en opvoeding van het kind gelijk verdeeld worden. Dit betekent dat het kind minstens 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder woont. Dit komt overeen met ongeveer drie dagen per week. Ook dagdelen tellen mee. Als het kind bijvoorbeeld een week bij de vader en de volgende week bij de moeder woont, is er sprake van gelijke verdeling.

De Belastingdienst heeft ook aangegeven dat het kind niet per se op het woonadres van de ouder moet staan ingeschreven. Als het kind bijvoorbeeld de ene week bij de vader en de andere week bij de moeder woont, is het mogelijk dat het kind op het adres van de andere ouder is ingeschreven. Dit is belangrijk, want het kind moet minstens 6 maanden in het jaar op het woonadres van de ouder staan ingeschreven.

Belastingdienst en de uitspraak van de Rechtbank

De Belastingdienst heeft in samenwerking met de rechter een aantal uitspraken gedaan over de inkomensafhankelijke combinatiekorting. In 2020 heeft de Hoge Raad aangegeven dat beide ouders recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting, mits aan de voorwaarden is voldaan. In 2021 is dit nogmaals bevestigd, en in 2022 is de wet aangepast om de situatie van co-ouders te regelen. Dit betekent dat co-ouders allebei in aanmerking kunnen komen voor de korting, mits ze aan de voorwaarden voldoen.

De Rechtbank in Gelderland heeft in een uitspraak aangegeven dat het kind deel moet uitmaken van beide huishoudens. Dit betekent dat het kind minstens 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder woont. Dit komt overeen met ongeveer drie dagen per week. Ook dagdelen tellen mee. Als het kind bijvoorbeeld een week bij de vader en de volgende week bij de moeder woont, is er sprake van gelijke verdeling.

Toekomst van de inkomensafhankelijke combinatiekorting

Vanaf 1 januari 2025 wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting afgeschaft voor ouders van kinderen die dan geboren worden. De korting blijft nog wel bestaan voor ouders van kinderen geboren vóór 1 januari 2025. De afbouw van de regeling vindt geleidelijk plaats tot 1 januari 2037. Daarna verdwijnt de inkomensafhankelijke combinatiekorting helemaal. Nu de Belastingdienst de regels heeft aangepast komen mogelijk meerdere ouders voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting in aanmerking. Het is ook mogelijk met terugwerkende kracht de korting aan te vragen. Laat je hierover adviseren door je belastingadviseur.

Conclusie

De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een belangrijke heffingskorting voor werktende ouders die zorg combineren met hun werk. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de korting, mits aan de voorwaarden is voldaan. Het is belangrijk dat de zorg en opvoeding gelijk verdeeld worden, en dat het kind minstens 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder woont. De Belastingdienst beoordeelt of je in aanmerking komt voor de korting, en het is belangrijk om dit aan te geven bij de belastingaangifte. De inkomensafhankelijke combinatiekorting is van toepassing op kinderen jonger dan 12 jaar, en is in 2025 afgelopen. Het is daarom belangrijk om dit te overwegen bij de aangifte van de belasting.

Bronnen

1. Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
2. Inkomensafhankelijke combinatiekorting
3. Co-ouderschap en inkomensafhankelijke combinatiekorting
4. Inkomensafhankelijke combinatiekorting en voorwaarden
5. Co-ouderschap en huurtoeslag
6. Inkomensafhankelijke combinatiekorting
7. Co-ouderschap, scheiden en financiële regelingen
8. Co-ouderschap en inkomensafhankelijke combinatiekorting
9. Voorwaarden voor inkomensafhankelijke combinatiekorting
10. Inkomensafhankelijke combinatiekorting en co-ouderschap
11. Geen co-ouderschap maar toch inkomensafhankelijke combinatiekorting
12. Inkomensafhankelijke combinatiekorting