Bewust opvoeden: Een holistische benadering voor kinderen van deze tijd
juli 5, 2025
Angststoornissen bij kinderen vormen een veelvoorkomend psychisch probleem dat zowel op school als thuis invloed kan hebben op de ontwikkeling van het kind. De opvoeding speelt hierin een cruciale rol, aangezien de manier waarop ouders en anderen met kinderen omgaan, kan bijdragen aan het ontstaan of het verergeren van angstklachten. In dit artikel wordt ingegaan op de invloed van opvoeding op angststoornissen bij kinderen, de verschillende vormen van angststoornissen, en de behandeling van deze stoornissen.
Een angststoornis bij kinderen is gekenmerkt door overmatige en ongegronde angsten die het dagelijks functioneren van het kind belemmeren. Kinderen met een angststoornis voelen zich vaak onzeker, hebben last van lichamelijke klachten, en kunnen moeite hebben met het opbouwen van sociale relaties. Angst is een natuurlijke reactie op een gevaar, maar wanneer deze angst niet meer past bij de situatie of blijft bestaan zonder dat er een duidelijke reden is, kan het een stoornis worden.
De meest voorkomende vormen van angststoornissen bij kinderen zijn de separatieangststoornis, sociale angststoornis, specifieke fobie, paniekstoornis, en gegeneraliseerde angststoornis. Deze stoornissen kunnen verschillende oorzaken hebben, waaronder erfelijkheid, levensgebeurtenissen, en de opvoeding die het kind krijgt.
De opvoedstijl van ouders kan een grote invloed hebben op het ontstaan van angststoornissen bij kinderen. Onderzoek wijst uit dat bepaalde opvoedingsstijlen het risico op angststoornissen kunnen verhogen. Bijvoorbeeld, een te beschermende, angstige of kritische opvoedstijl kan leiden tot een hoger risico op angst bij het kind. Daarnaast kan een te controlerende opvoeding het gevoel van autonomie van het kind beïnvloeden, waardoor het kind zich afhankelijker kan gedragen.
Bij het onderzoek van Ingeborg Lindhout aan de Universiteit van Amsterdam bleek dat ouders van kinderen met angststoornissen vaker een controlerende en minder warme opvoedstijl hebben dan ouders van kinderen zonder angstproblemen. Ook bleek dat ouders die zelf angstig zijn, hun kinderen vaker bekritiseren en minder steunend opstellen. Dit kan ervoor zorgen dat het kind zich onzeker voelt en meer angstklachten ontwikkelt.
Bovendien kan een onveilige gehechtheid tussen kind en ouder leiden tot angst bij het kind. Wanneer er geen sprake is van een veilige en intense band tussen een kind en ouder(s), kan het kind zich onveilig en angstig voelen in de omgeving waarin het opgroeit. Dit kan leiden tot een groter risico op het ontstaan van een angststoornis.
Er zijn meerdere vormen van angststoornissen die bij kinderen voorkomen. Hieronder worden de meest voorkomende vormen beschreven:
Bij de sociale angststoornis is het kind bang voor situaties waarin het wordt beoordeeld, zoals het houden van een spreekbeurt of het opkomen in het openbaar. De angst kan de vorm aannemen van een paniekaanval. Deze vorm van angst kan leiden tot schoolweigering als de angst te groot wordt.
Bij de separatieangststoornis staat een niet bij de ontwikkeling passende angst centraal, namelijk om gescheiden te worden van de belangrijke hechtingspersonen. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij een te verwachten scheiding van de belangrijke hechtingsfiguren. De angst kan leiden tot hevige emotionele spanning bij het kind.
Een specifieke fobie is een onterecht grote angst voor een bepaald object, dier of situatie. Bijvoorbeeld, het hebben van een angst voor honden of het niet kunnen slapen in het donker. Deze vorm van angst kan het dagelijks functioneren van het kind belemmeren.
Bij een paniekstoornis ontstaan er plotselinge, herhaalde paniekaanvallen. Deze aanvallen kunnen overal gebeuren, waardoor het kind bepaalde situaties vermijdt. De paniekstoornis kan bijvoorbeeld ontstaan na een ingrijpende levensgebeurtenis, zoals het verlies van werk of een partner.
Bij de gegeneraliseerde angststoornis is het kind continu gespannen en piekert het voortdurend over verschillende dingen in het leven. Er is geen duidelijke aanleiding voor de angst, maar het kind is constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren. Dit kan leiden tot vermoeidheid, concentratieproblemen en spierspanning.
Angststoornissen bij kinderen kunnen invloed hebben op hun schoolprestaties, sociale ontwikkeling en mentale gezondheid. Kinderen met een angststoornis kunnen last hebben van leer- en gedragsproblemen. Ze kunnen bijvoorbeeld moeite hebben met het opbouwen van sociale relaties of het opkomen in het openbaar.
Bij schoolweigering, een veel voorkomend symptoom bij angststoornissen, is het kind bang om naar school te gaan. Dit kan leiden tot langdurig thuisblijven, wat negatief is voor de ontwikkeling van het kind. Bovendien kunnen kinderen met een angststoornis last hebben van lichamelijke klachten, zoals slapeloosheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen.
De behandeling van angststoornissen bij kinderen kan variëren, afhankelijk van de aard van de stoornis. De meest voorkomende behandelingen zijn cognitieve gedragstherapie (CGT), speltherapie, expositie en ontspanningsoefeningen.
Cognitieve gedragstherapie is een veelgebruikte behandeling voor kinderen met angststoornissen. Deze therapie richt zich op het veranderen van negatieve gedachten en gedragingen. De therapeut helpt het kind om angstige gedachten te herstructureren en op te lossen. Hierbij wordt ook gebruikgemaakt van expositie, waarbij het kind geleidelijk wordt blootgesteld aan wat het bang voor is.
Voor jongere kinderen is speltherapie een veelgebruikte methode om angsten uit te drukken en te verwerken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van spel en creatieve activiteiten om de angstklachten van het kind te verminderen.
Ouders spelen een cruciale rol in de behandeling van angststoornissen bij kinderen. Het is belangrijk dat ouders betrokken raken bij de behandeling en samenwerken met de therapeut. Ouders kunnen helpen door hun kind te ondersteunen, te luisteren en te helpen bij het overwinnen van angsten.
Bij schoolweigering is het belangrijk dat de school betrokken raakt bij de behandeling. De leraar kan samenwerken met de ouders en de therapeut om aanpassingen in de schoolomgeving te maken. Hierdoor kan het kind geleidelijk aan weer naar school gaan.
Ouders en leerkrachten spelen een cruciale rol bij het herkennen en ondersteunen van kinderen met angstklachten. Het is belangrijk dat ouders de angsten van hun kind serieus nemen en deze niet als aanstellerij beschouwen. Bovendien is het belangrijk dat ouders zelf ook omgaan met hun eigen angsten en stress, zodat ze beter kunnen omgaan met hun kind.
Bij schoolweigering is het belangrijk dat de leerkracht de angstproblemen discreet bespreekt met de ouders. Ook kan de leerkracht de ouders helpen bij het vinden van effectieve behandelingen en het in contact brengen met andere ouders met gelijkaardige problemen.
Angststoornissen bij kinderen vormen een veelvoorkomend psychisch probleem dat zowel op school als thuis invloed kan hebben op de ontwikkeling van het kind. De opvoeding speelt hierin een cruciale rol, aangezien de manier waarop ouders en anderen met kinderen omgaan, kan bijdragen aan het ontstaan of het verergeren van angstklachten. De meest voorkomende vormen van angststoornissen zijn de sociale angststoornis, de separatieangststoornis, de specifieke fobie, de paniekstoornis en de gegeneraliseerde angststoornis. De behandeling van deze stoornissen kan variëren, afhankelijk van de aard van de stoornis, en bestaat vaak uit cognitieve gedragstherapie, speltherapie en ondersteuning van ouders en leerkrachten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet