Coachend opvoeden: hoe je kinderen helpt om zelfvertrouwen en zelfstandigheid te ontwikkelen
juli 2, 2025
In het huidige Westerse opvoedingslandschap wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van individuele vaardigheden en het aanleren van gedragsnormen. Maar wat als de oplossing ligt in de tradities van oude culturen? Het boek Jagen, verzamelen, opvoeden van Michaeleen Doucleff biedt een nieuw perspectief op opvoeding, gebaseerd op de ervaringen van drie verschillende volkeren: de Maya’s, de Inuit en de Hadzabe. Deze gemeenschappen hebben hun opvoedingspraktijken al duizenden jaren geleden ontwikkeld en optimaliseren ze nog steeds. Het boek legt uit hoe deze culturen hun kinderen opvoeden en hoe ouders hieruit kunnen leren om een harmonieuzer, gezonder en beter aangepast gezin te vormen.
Het boek Jagen, verzamelen, opvoeden is ontstaan uit de zoektocht van Michaeleen Doucleff, een Amerikaanse journalist en moeder van een peuter. Ze voelde zich verward en onzeker over haar opvoedmethode en zocht naar alternatieven. Ze reisde met haar dochtertje naar verschillende delen van de wereld, waaronder Midden-Amerika, het noorden van Noord-Amerika en Tanzania, om te kijken hoe andere culturen met hun kinderen omgaan. Ze ontdekte dat deze volkeren een heel andere benadering hanteren, gebaseerd op samenwerking, vertrouwen en autonomie, in plaats van op controle en angst.
De kern van het boek is dat ouders kunnen leren van deze oude culturen om hun kinderen op een manier op te voeden die niet alleen beter werkt, maar ook leidt tot gelukkigere, behulpzamere en zelfstandigere kinderen. Het boek biedt praktische aanbevelingen, gebaseerd op de ervaringen van de auteur en wetenschappelijke onderzoeken, en stelt ouders in staat om hun gezin te transformeren.
Een van de belangrijkste inzichten uit het boek is de SAAM-methode, een opvoedingsmodel dat bestaat uit vier kernprincipes: Saamhorigheid, Aanmoediging, Autonomie en Minimaal ingrijpen.
Saamhorigheid betekent dat kinderen een natuurlijke drang hebben om samen te werken. In veel westers gezin wordt de nadruk gelegd op individuele onafhankelijkheid, terwijl de natuurlijke neiging van kinderen om samen te zijn en samen te werken, vaak wordt genegeerd. In de culturen die Doucleff onderzocht, wordt deze samenwerking gestimuleerd. Kinderen leren door te helpen bij taken in het gezin, zoals eten bereiden, groenten snijden of de huishouden opkuisen. Dit leidt tot een gevoel van verbondenheid en verantwoordelijkheid.
In plaats van continu te prijzen of te bestraffen, wordt in deze culturen gewerkt met niet-woordelijke bevestiging. De Maya’s bijvoorbeeld gebruiken geen lof, maar geven wel een blik of een glimlach om aan te geven dat een kind iets goed doet. Dit helpt kinderen om van binnen gemotiveerd te blijven, in plaats van afhankelijk te raken van externe beloningen.
De autonomie die de Hadzabe hun kinderen geven, is groot. Ze laten kinderen zelf beslissingen nemen en hun eigen weg gaan, terwijl ze toch in de gaten houden of ingrijpen als dat nodig is. Dit leidt tot kinderen die zelfverzekerder zijn en zich beter kunnen redden in ongewisse situaties.
Minimaal ingrijpen betekent dat ouders niet te vaak ingrijpen of bevelen geven. In de culturen die Doucleff onderzocht, wordt er veel minder gesproken met kinderen, en wordt er meer gedaan. Kinderen leren hierdoor om zichzelf te kunnen amuseren en hun eigen taken op te pakken, zonder dat er continu wordt ingegrepen.
Een ander belangrijk punt in het boek is de rol van het gezin. In veel culturen is het gezin een collectief, waarin iedereen meewerkt aan het onderhouden van het huishouden. Kinderen worden vanaf een jonge leeftijd meegenomen in de taken van het gezin, wat leidt tot een gevoel van verantwoordelijkheid en betrokkenheid. In het Westen is dit vaak anders. Kinderen worden vaak afgeschermd van de dagelijkse taken, wat kan leiden tot een gebrek aan zelfstandigheid en een ongezonde verhouding tot werk.
In het boek wordt ook benadruid dat ouders hun eigen gedrag moeten aanpassen. In plaats van te schreeuwen of te bevelen, is het belangrijk om rustig en kalm te blijven. Dit is een les die de Inuit kennen. In hun gezinnen wordt er nooit gesproken met hoge stemmen of geschreeuwd. Kinderen leren hierdoor om rustig en zelfstandig te blijven, ook als de situatie moeilijk is.
De auteur geeft in het boek ook praktische tips voor ouders, die ze in hun dagelijks leven kunnen toepassen. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
Kinderen willen graag meehelpen bij taken in het gezin. Dit gevoel van betrokkenheid leidt tot een groter gevoel van eigenwaarde en verantwoordelijkheid. De auteur adviseert om kinderen vanaf een jonge leeftijd mee te nemen in het dagelijks werk, ook al is het nog niet perfect. Ze leren hierdoor om te werken in teamverband en zich verantwoordelijk te voelen voor het gezin.
De auteur stelt vast dat Westerse ouders veel te veel praten met hun kinderen. Ze stellen veel vragen, geven veel instructies en leggen veel regels uit. In tegenstelling tot dit, wordt in de culturen die ze onderzocht, veel minder gesproken. Kinderen leren hierdoor om zichzelf te kunnen amuseren en hun eigen taken op te pakken, zonder dat er continu wordt ingegrepen.
In veel culturen wordt lof niet gebruikt. In plaats daarvan wordt er gedaan om kinderen te waarderen door middel van daden, zoals het samen eten van een maaltijd die ze zelf hebben gedaan. Dit leidt tot een gevoel van trots en zelfvertrouwen bij kinderen, in plaats van dat ze afhankelijk raken van externe beloningen.
Minimaal ingrijpen betekent dat ouders niet te vaak ingrijpen of bevelen geven. In plaats daarvan wordt er gewerkt met het geven van duidelijke instructies en het toekennen van taken. Kinderen leren hierdoor om zelfstandig te zijn en hun eigen verantwoordelijkheden op te pakken.
De toepassing van deze principes kan leiden tot een groter gevoel van harmonie en betrokkenheid binnen het gezin. Kinderen leren om hun eigen taken op te pakken, te helpen bij het huishouden en zich te richten op het samenwerken met anderen. Dit leidt tot een gezin dat beter functioneert en minder strijd heeft.
In het boek wordt ook benadruid dat ouders hun eigen gedrag moeten aanpassen. In plaats van te schreeuwen of te bevelen, is het belangrijk om rustig en kalm te blijven. Dit is een les die de Inuit kennen. In hun gezinnen wordt er nooit gesproken met hoge stemmen of geschreeuwd. Kinderen leren hierdoor om rustig en zelfstandig te blijven, ook als de situatie moeilijk is.
Jagen, verzamelen, opvoeden biedt een nieuw perspectief op opvoeding, gebaseerd op de ervaringen van oude culturen. De SAAM-methode, die bestaat uit saamhorigheid, aanmoediging, autonomie en minimaal ingrijpen, biedt een praktische aanpak voor ouders die hun kinderen op een andere manier willen opvoeden. Door de principes van deze culturen te leren toepassen, kunnen ouders hun gezin transformeren en een betere verhouding met hun kinderen opbouwen. Het boek is een waardevolle gids voor iedereen die op zoek is naar alternatieve opvoedmethoden, met een focus op verbinding en samenwerking.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet