Samen Eten: De Voordelen van Gezamenlijke Maaltijden voor Kinderen in de Kinderopvang en Thuis
juni 7, 2025
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor werkende ouders met kinderen die gebruikmaken van kinderopvang. In 2025 zijn er diverse wijzigingen in de kinderopvangtoeslag, met als doel de betaalbaarheid te verhogen, met name voor middeninkomens, en de arbeidsparticipatie te stimuleren. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste veranderingen en de impact daarvan op de kosten voor ouders, gebaseerd op beschikbare informatie.
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag, dienen ouders aan een aantal voorwaarden te voldoen. Het is essentieel dat zowel de ouder als de partner werkt, studeert, een werktraject volgt of een verplichte inburgeringscursus volgt. Zelfs één uur werk of studie per maand kan voldoende zijn om in aanmerking te komen, hoewel de hoogte van de toeslag afhankelijk is van het inkomen. De opvanglocatie moet geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Voor gescheiden ouders gelden er speciale regelingen, waardoor beide ouders mogelijk toeslag kunnen aanvragen.
Een belangrijke verandering in 2025 is de verhoging van de toeslagpercentages voor ouders met een inkomen tussen de € 29.400 en € 159.224. Deze verhoging, ter waarde van € 429 miljoen, is bedoeld om de kinderopvang betaalbaarder te maken voor middeninkomens. De verhoging is een onderdeel van een ingroeipad richting een herziening van het financieringsstelsel van de kinderopvang, zoals aangekondigd in het Coalitieakkoord. Voor gezinnen met een middeninkomen kan de toeslag in 2025 met ongeveer 10% stijgen, wat resulteert in een potentiële besparing van maximaal € 1000 per jaar.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het aantal kinderen dat gebruikmaakt van de opvang. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de eerste kindtabel en de tweede kindtabel. De vergoeding voor het eerste kind met de meeste opvanguren wordt voor alle ouders met een inkomen tot € 159.224 verhoogd met maximaal 8,7%-punt. De vergoeding voor het tweede kind en eventuele volgende kinderen wordt beperkt opgehoogd met maximaal 1,5%-punt, maar zal in geen geval lager uitvallen dan het nieuwe vergoedingspercentage in de eerste kindtabel.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is sterk afhankelijk van het inkomen van de ouders. Ouders met een lager inkomen ontvangen doorgaans een hoger percentage vergoeding. Voor inkomens tot € 29.393 ontvangen ouders al een maximale vergoeding van 96%. De verhoging van de toeslagpercentages in 2025 heeft positieve inkomenseffecten voor ouders met een inkomen tot € 159.224. Er zijn geen negatieve inkomenseffecten te verwachten als gevolg van de verhoging.
Jaarlijks worden de maximum uurprijzen voor kinderopvang geïndexeerd, in lijn met de gemiddelde loon- en prijsontwikkeling in de economie. In 2025 zijn de maximum uurprijzen als volgt: €10,71 voor dagopvang, €9,52 voor buitenschoolse opvang en €8,10 voor gastouderopvang. Het is belangrijk te onthouden dat opvangorganisaties zelf hun uurprijzen mogen vaststellen, die hoger kunnen zijn dan de maximum uurprijzen. Het deel van de prijs boven de maximum uurprijs moet door de ouders zelf worden betaald.
In 2026 wordt de indexering van de maximum uurprijzen beperkt, wat kan leiden tot hogere netto-opvangkosten voor ouders. Dit is echter gecompenseerd door de stapsgewijze verhoging van de vergoedingspercentages tot 96% die in een afzonderlijk traject zal plaatsvinden. Er bestaat een risico dat kinderopvangorganisaties hun tarieven zullen verhogen, wat de toegankelijkheid voor ouders met een laag inkomen kan verminderen.
Hoewel de verhoging van de toeslagpercentages positief is, is er bezorgdheid dat de niet-indexering van de maximum uurprijzen in 2026 de financiële toegankelijkheid van kinderopvang voor lage inkomens kan verminderen. Ouders met een laag inkomen die al een maximale vergoeding van 96% ontvangen, kunnen te maken krijgen met hogere netto-opvangkosten. Sommige reacties uiten de vrees dat kinderopvang hierdoor onbetaalbaar kan worden voor deze groep, wat kan leiden tot uitval van de vraag naar kinderopvang.
Er is een maximum aan het aantal uren kinderopvang waarvoor toeslag kan worden aangevraagd. Dit maximum is 2760 uur per jaar, wat overeenkomt met 230 uur per maand. Vanaf 1 januari 2023 is het aantal gewerkte uren niet langer van invloed op het recht op toeslag; zelfs met 1 uur werk per maand kan men aanspraak maken op 230 uur opvang. Niet-gebruikte opvanguren kunnen in bepaalde situaties alsnog worden opgemaakt, bijvoorbeeld bij verlies van werk of studie.
De kinderopvangtoeslag moet worden aangevraagd bij de Dienst Toeslagen. Voor de aanvraag is een DigiD vereist. De aanvraag moet binnen 3 maanden na de eerste opvangdag worden ingediend, anders kan er geen toeslag worden ontvangen over de periode daarvoor. Houd er rekening mee dat het enkele weken kan duren voordat de eerste uitbetaling wordt ontvangen.
De overheid streeft naar een herziening van het financieringsstelsel van de kinderopvang, met als doel de kinderopvang bijna gratis te maken in 2027. De stappen die in 2025 worden gezet, zijn een voorbereiding op deze toekomstige ontwikkeling.
De kinderopvangtoeslag ondergaat in 2025 significante veranderingen, met name door de verhoging van de toeslagpercentages voor middeninkomens. Deze verhoging, in combinatie met de indexering van de maximum uurprijzen, moet de betaalbaarheid van kinderopvang verbeteren en de arbeidsparticipatie stimuleren. Hoewel er zorgen zijn over de potentiële impact van de beperkte indexering in 2026 op lage inkomens, worden er stappen ondernomen om de toegankelijkheid te waarborgen. Het is essentieel voor ouders om op de hoogte te blijven van deze veranderingen en tijdig de kinderopvangtoeslag aan te vragen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet