Spelend leren in de kinderopvang: een essentieel onderdeel van de ontwikkeling van jonge kinderen
juli 11, 2025
In het kader van co-ouderschap, waarbij beide ouders gelijkwaardig verantwoordelijk zijn voor de zorg en opvoeding van hun kinderen, is de afstand tussen de woonplaatsen van de ouders van belang. De vraag of er een maximale afstand is, is vanwege de praktische uitvoering van het co-ouderschap en het welzijn van het kind, van groot belang. De bronnen tonen aan dat er geen wettelijke grens is, maar er zijn richtlijnen en overwegingen die worden gehanteerd in de praktijk.
Co-ouderschap, ook wel gelijke verdeling genoemd, is een vorm van ouderlijk gezag waarbij de ouders gelijkwaardig verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kind. Hierbij wordt een gelijke verdeling van de zorgtaken en het contact met het kind nagestreefd. Dit kan zowel in praktische termen als in de verdeling van de tijd die het kind bij de ene of andere ouder doorbrengt, plaatsvinden.
De wetgeving in Nederland stelt geen wettelijke grenzen voor de afstand tussen de ouders bij co-ouderschap. De afspraken worden namelijk meestal gemaakt in overleg tussen de ouders en kunnen worden vastgelegd in een ouderschapsplan. Hierin kunnen ook afspraken worden gemaakt over de maximale afstand die acceptabel is voor het co-ouderschap.
De bronnen tonen aan dat er geen wettelijke regel is voor de maximale afstand bij co-ouderschap, maar dat er wel richtlijnen zijn die in de praktijk worden gehanteerd. In veel gevallen wordt een afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Dit is een veelvoorkomende maatstaf, vooral wanneer de kinderen jong zijn en nog niet zelfstandig kunnen reizen.
Echter, de afstand kan variëren afhankelijk van verschillende factoren zoals de leeftijd van de kinderen, schoolverplichtingen, activiteiten, en logistieke overwegingen. Bij oudere kinderen die zelfstandig kunnen reizen, kan een grotere afstand wel acceptabel zijn. De afstand tussen de woonplaatsen kan bijvoorbeeld een rol spelen bij het halen en brengen van de kinderen, het bijwonen van activiteiten, of het bezoeken van vrienden.
Bij het bepalen van de maximale afstand voor co-ouderschap zijn er verschillende factoren die van invloed kunnen zijn:
De leeftijd van de kinderen is een belangrijke overweging. Jongere kinderen hebben vaak vaker contact met hun ouders en hebben kortere reistijden nodig. Ze kunnen ook moeilijker omgaan met langere afstanden. Oudere kinderen kunnen beter omgaan met langere reisafstanden, mits de logistieke situatie het toelaat.
De afstand tussen de woonplaatsen van de ouders kan ook bepalend zijn voor het halen en brengen van de kinderen naar school, of voor het bezoeken van activiteiten. Een te grote afstand kan het voordeel van het co-ouderschap kunnen belemmeren.
De werkafstand van de ouders kan ook van invloed zijn op de afstand. Als de ouders veel reizen, kan het lastiger worden om het co-ouderschap in stand te houden.
De logistieke situatie speelt een rol bij het bepalen van de afstand. Denk hierbij aan het type vervoer dat wordt gebruikt, de verkeersintensiteit, en de beschikbaarheid van openbaar vervoer.
Het belang van het kind is het belangrijkste aspect bij het bepalen van de afstand. De rechter zal in de praktijk altijd het belang van het kind in de gaten houden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een grotere afstand niet acceptabel is als het kind hierdoor in het nadeel raakt.
In de praktijk zien we dat de meeste ouders een afstand van maximaal 7 kilometer kiezen. Dit is een veelgebruikte richtlijn, die vooral geschikt is voor jonge kinderen. Bij oudere kinderen kan de afstand groter zijn, mits de situatie het toelaat. In sommige gevallen wordt een afstand van 50 kilometer als grens genomen, vooral in situaties waarin de kinderen zelfstandig kunnen reizen en de logistieke situatie het toelaat.
Een ander voorbeeld is dat een afstand van 25 minuten rijden met de auto, wat overeenkomt met ongeveer 20-30 kilometer, niet als onaanvaardbaar lang wordt beschouwd. In sommige gevallen wordt zelfs een afstand van 50 kilometer als acceptabel beschouwd, mits de situatie dat toelaat.
Als de afstand groter is dan de overeengekomen afstand, kan dat leiden tot problemen met het co-ouderschap. De ouders moeten dan afspraken maken over hoe de situatie wordt aangepast. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er meer flexibiliteit in de planning wordt gegeven, of dat er creatieve oplossingen worden gezocht om het co-ouderschap in stand te houden.
In sommige gevallen kan een grotere afstand leiden tot het beëindigen van het co-ouderschap, het herzien van het ouderschapsplan, of het overwegen van een andere omgangsregeling. De rechter kan hierbij ingrijpen en een beslissing nemen over de afstand, met het belang van het kind als leidraad.
Het is belangrijk dat ouders afspraken maken over de afstand en deze duidelijk vastleggen in een ouderschapsplan. Dit plan moet worden goedgekeurd door de rechter, zodat het juridisch bindend is. Hierin kunnen ook afspraken worden gemaakt over de maximale afstand die acceptabel is voor het co-ouderschap.
Als de ouders het niet eens kunnen worden over de afstand, kan de rechter ingrijpen en een beslissing nemen. De rechter zal hierbij het belang van het kind in de gaten houden en de situatie beoordelen op basis van de specifieke omstandigheden.
De maximale afstand voor co-ouderschap is geen wettelijke regel, maar er zijn richtlijnen en overwegingen die in de praktijk worden gehanteerd. De meeste ouders kiezen voor een afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed, vooral wanneer de kinderen jong zijn. Bij oudere kinderen kan de afstand groter zijn, mits de situatie het toelaat. De afstand is van invloed op het co-ouderschap, en het is belangrijk dat ouders afspraken maken over de afstand en deze duidelijk vastleggen in een ouderschapsplan.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet