Ouderschap Blijft: Een methode om kinderen te steunen bij een moeilijke scheiding
juli 1, 2025
De kinderopvang in Nederland is een dynamische sector die de afgelopen jaren aanzienlijke veranderingen heeft doorgemaakt. Het aantal kinderen dat gebruikmaakt van kinderopvang is gestegen, maar er zijn ook uitdagingen, zoals wachtlijsten en personeelstekorten, die de toegankelijkheid beïnvloeden. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken, gebaseerd op recente gegevens en analyses.
In 2023 werden bijna 515.000 kinderen opgevangen in de dagopvang en 536.000 kinderen in de buitenschoolse opvang. In totaal werden bijna 19.000 meer kinderen opgevangen dan in 2022. Echter, het aantal kinderen dat door geregistreerde gastouders wordt opgevangen, daalt al een aantal jaren. In 2023 nam dit af met bijna 6.000 kinderen in de buitenschoolse gastouderopvang en 5.000 in de dagopvang, tot respectievelijk ruim 39.000 en bijna 77.000 kinderen. De totale capaciteit aan kindplaatsen bedroeg in 2017 705.030, en in 2023 is dit aantal gemeten.
De ontwikkeling van het aantal kinderen in verschillende soorten kinderopvang over de jaren laat een verschuiving zien van gastouderopvang naar kindercentra. De cijfers laten zien dat het aantal kinderen in de kindercentra zowel in de dagopvang als de buitenschoolse opvang is gestegen.
Er zijn verschillende soorten kinderopvang in Nederland:
De kosten van kinderopvang zijn aanzienlijk. In 2023 betaalden ouders gemiddeld €2.350 eigen kosten voor één kind, €4.110 voor twee kinderen en €5.390 voor drie of meer kinderen, naast de ontvangen toeslag. De gemiddelde uitgekeerde toeslag bedroeg respectievelijk €3.790, €7.660 en €11.190.
De kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en de soort opvang. Vanaf 2025 zal de kinderopvangtoeslag stijgen, als tussenstap naar het doel om de kinderopvang in 2027 bijna gratis te maken voor werkende ouders. De maximale uurprijzen voor de verschillende soorten opvang zijn vastgesteld, en het percentage vergoeding is afhankelijk van het inkomen. In 2024 bedragen de maximale uurprijzen €10,25 voor dagopvang, €9,12 voor buitenschoolse opvang en €7,53 voor gastouderopvang. Deze prijzen zullen in 2025 stijgen naar respectievelijk €10,71, €9,52 en €8,10.
Er zijn verschillende uitdagingen in de kinderopvangsector. Een belangrijke uitdaging is de beschikbaarheid van plaatsen, met name voor de allerkleinsten en in bepaalde regio's. In sommige gemeenten, zoals Groningen en Eemsdelta, zijn er lange wachtlijsten, waardoor statushouders vertraging ondervinden bij hun inburgering.
Een ander probleem is het personeelstekort. Hoewel sommige organisaties, zoals Kids2B in Eemsdelta, aangeven geen personeelstekort te ervaren, zijn er in andere regio's tekorten die leiden tot wachtlijsten.
De beroepskracht-kindratio (BKR) is een wettelijke norm die bepaalt hoeveel kinderen er per aanwezige leider of leidster van een groep aanwezig mogen zijn. Deze ratio is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en de groepsgrootte. Het berekenen van de BKR kan complex zijn, vooral bij gemengde groepen. Er zijn rekentools beschikbaar om de BKR nauwkeurig te berekenen.
Medewerkers in de kinderopvang hebben recht op verlofuren, zowel wettelijke als bovenwettelijke. Wettelijke verlofuren kunnen niet worden uitbetaald, tenzij bij uitdiensttreding, en vervallen 6 maanden na het einde van het kalenderjaar. Bovenwettelijke uren worden berekend op basis van het aantal contracturen en bieden meer flexibiliteit.
Er is sprake van dynamiek in het aanbod van kinderopvang, met locaties die van houder veranderen. In 2017 veranderden 1100 locaties van houder, in 2019 1650, in 2021 2345, in 2022 845 en in 2023 535. Dit duidt op een toenemende beweging in de markt, gevolgd door een afname in de laatste jaren.
Recent is het beweegadvies voor jonge kinderen (0-4 jaar) vernieuwd, met meer praktische tips voor de toepassing in de jeugdgezondheidszorg en kinderopvang. De infographic helpt professionals om het gesprek over beweeggedrag met collega's en ouders aan te gaan.
De kinderopvang in Nederland staat voor een aantal uitdagingen, waaronder de toenemende vraag, personeelstekorten en de complexiteit van de financiering. Hoewel er stappen worden gezet om de toegankelijkheid en kwaliteit te verbeteren, is er nog werk aan de winkel. De verschuiving van gastouderopvang naar kindercentra, de stijgende kosten en de veranderende regelgeving vereisen continue aandacht en aanpassing. Het is essentieel dat de overheid, kinderopvangorganisaties en ouders samenwerken om een goed en betaalbaar aanbod van kinderopvang te garanderen, zodat alle kinderen de kans krijgen om zich optimaal te ontwikkelen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet