Jagen, verzamelen, opvoeden: Wat we kunnen leren van oude culturen
juli 2, 2025
Co-ouderlijk gezag is een veelvoorkomende vorm van opvoeding na een scheiding, waarbij beide ouders een actieve en gelijkwaardige rol spelen in het leven van hun kinderen. De regels rond co-ouderlijk gezag zijn geregeld in wetten en richtlijnen, maar het is belangrijk om te weten dat er geen vaste grens is voor hoeveel dagen een kind bij elke ouder moet verblijven. De Belastingdienst stelt vast dat een kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder moet verblijven, maar dit hoeft niet per se een precieze 50/50 verdeling te zijn. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van co-ouderlijk gezag besproken, waaronder de verdeling van dagen, praktische regelingen, en de impact op toeslagen en financiële aspecten.
Bij co-ouderlijk gezag wordt vaak gesproken over een situatie waarin de kinderen nagenoeg evenveel zorg en aandacht krijgen van beide ouders. Dit betekent niet per se een 50/50 verdeling, maar wel een situatie waarin beide ouders een significante rol blijven spelen in het dagelijks leven van hun kinderen. De Belastingdienst definieert co-ouderlijk gezag als een situatie waarin een kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder verblijft. Deze dagen kunnen ook dagdelen omvatten. Het is belangrijk te benadrukken dat co-ouderlijk gezag een bewuste keuze is, waarbij goede communicatie en gelijkwaardige verantwoordelijkheid tussen de ouders essentieel zijn.
Er zijn verschillende modellen voor de verdeling van de dagen bij co-ouderlijk gezag. Een veelvoorkomende regeling is de week-om-week regeling, waarbij de kinderen afwisselend een week bij de ene ouder en een week bij de andere ouder verblijven. Een andere variant is een regeling waarbij het weekend om en om verdeeld is, terwijl op werkdagen telkens dezelfde ouder de zorg heeft. Ook zijn er flexibele varianten mogelijk, waarbij de verdeling wordt aangepast aan de werktijden en agenda’s van beide ouders. Een voorbeeld hiervan is een regeling waarbij de ene ouder altijd op bepaalde dagen werkt en de andere ouder de zorg op die dagen op zich neemt.
Bij het kiezen voor co-ouderlijk gezag is het cruciaal om rekening te houden met het welzijn van de kinderen. Het is belangrijk om te overwegen of de kinderen meerdere keren per week wisselen van huis prettig vinden. Ook moet er gekeken worden naar de mogelijkheid om de zorg eerlijk te verdelen, rekening houdend met de werkschema’s van beide ouders. De woonafstand tussen de ouders speelt ook een rol; een te grote afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderlijk gezag in stand te houden.
Er zijn diverse voordelen aan het co-ouderlijk gezag verbonden zoals het verminderen van loyaliteitsproblemen en het verminderen van heimwee of het missen van een ouder. Er zijn ook kinderen die het fijn vinden dat ze evenveel bij vader als moeder wonen, zodat ze niet hoeven te kiezen. Dit kan helpen bij het opbouwen van een gezonde identiteit. Bij baby’s en jonge kinderen wordt co-ouderlijk gezag over het algemeen afgeraden, omdat zij gehecht zijn aan de eerste verzorger, meestal de moeder. In deze gevallen wordt een geleidelijke opbouw van de contacten met de andere ouder aanbevolen, bijvoorbeeld door middel van korte, frequente bezoeken.
Co-ouderlijk gezag heeft invloed op de diverse tegemoetkomingen. Het is derhalve van belang dat je de afspraak over de verdeling dagen co-ouderlijk gezag kunt aantonen. Een co-ouderlijk gezag schema is dan belangrijk. Aan de hand van dat schema kan je dan berekenen hoeveel dagen of dagdelen jouw kind bij je is geweest. Dit omdat een kind hoofdverblijf heeft op 1 adres. De co ouder waar het kind niet is ingeschreven moet desgevraagd aantonen hoeveel dagen het kind er doorgaans is. Dit kan o.a. aan de hand van de uitspraak van de rechter of een door beiden getekend ouderschapsplan aangaande co-ouderlijk gezag.
Bij co-ouderlijk gezag kan op verzoek aan beide ouders worden uitbetaald. Als je dit doet, moet hiermee rekening gehouden worden bij kinderalimentatie berekenen co-ouderlijk gezag. Als jullie meerdere kinderen samen hebben kan je ook afspreken dat het ene kind ingeschreven wordt bij moeder en het andere kind bij vader en dat de ouder waarbij het kind is ingeschreven gerechtigd is tot het ontvangen van de kinderbijslag van het betreffende kind.
De Belastingdienst hanteert als richtlijn dat een kind minimaal 3 volle dagen per week bij elke ouder verblijft. Dit kan ook worden bereikt door een om-en-om regeling waarbij de kinderen de ene week bij de ene ouder en de andere week bij de andere ouder verblijven. Het is belangrijk om een schema te maken waarin de verdeling van de dagen duidelijk is vastgelegd. Dit schema kan dienen als bewijs voor overheidsinstanties, bijvoorbeeld bij het aanvragen van toeslagen.
De Belastingdienst definieert co-ouderlijk gezag als een situatie waarin een kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder verblijft. Deze dagen kunnen ook dagdelen omvatten. Het is belangrijk te benadrukken dat co-ouderlijk gezag een bewuste keuze is, waarbij goede communicatie en gelijkwaardige verantwoordelijkheid tussen de ouders essentieel zijn.
De invloed van co-ouderlijk gezag op de kinderen is van groot belang. Het is belangrijk om te overwegen of de kinderen meerdere keren per week wisselen van huis prettig vinden. Ook moet er gekeken worden naar de mogelijkheid om de zorg eerlijk te verdelen, rekening houdend met de werkschema’s van beide ouders. De woonafstand tussen de ouders speelt ook een rol; een te grote afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderlijk gezag in stand te houden.
Er zijn ook kinderen die het fijn vinden dat ze evenveel bij vader als moeder wonen, zodat ze niet hoeven te kiezen en geen last kunnen krijgen van loyaliteitsproblemen. Ook zullen ze minder last hebben van heimwee of het missen van een ouder. Bij baby’s en jonge kinderen wordt co-ouderlijk gezag over het algemeen afgeraden, omdat zij gehecht zijn aan de eerste verzorger, meestal de moeder. In deze gevallen wordt een geleidelijke opbouw van de contacten met de andere ouder aanbevolen, bijvoorbeeld door middel van korte, frequente bezoeken.
Co-ouderlijk gezag is een veelvoorkomende vorm van opvoeding na een scheiding, waarbij beide ouders een actieve en gelijkwaardige rol spelen in het leven van hun kinderen. De regels rond co-ouderlijk gezag zijn geregeld in wetten en richtlijnen, maar het is belangrijk om te weten dat er geen vaste grens is voor hoeveel dagen een kind bij elke ouder moet verblijven. De Belastingdienst stelt vast dat een kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder moet verblijven, maar dit hoeft niet per se een precieze 50/50 verdeling te zijn. Bij het kiezen voor co-ouderlijk gezag is het cruciaal om rekening te houden met het welzijn van de kinderen en goede afspraken te maken. De invloed op de kinderen is van groot belang, en het is belangrijk om te overwegen of de kinderen meerdere keren per week wisselen van huis prettig vinden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet