Coachend opvoeden: hoe je kinderen helpt om zelfvertrouwen en zelfstandigheid te ontwikkelen
juli 2, 2025
Co-ouderschap is in Nederland de afgelopen twintig jaar steeds populairder geworden. Het aantal ouders dat kiest voor een opdeling van de zorgtaken en het verblijfsrecht van hun kinderen is gestegen van 5 procent in 1998 naar 20 procent in 2018. Het idee dat ouders na een scheiding gelijkwaardig betrokken kunnen blijven bij de opvoeding van hun kinderen, is een van de belangrijkste ontwikkelingen geweest in de jaren na de scheiding. In dit artikel wordt gekeken naar de effecten van co-ouderschap op kinderen, de voorwaarden waaronder het werkt, en de rol van ouders en onderwijsinstellingen bij het organiseren van deze vorm van ouderlijk gezag.
Co-ouderschap is geen juridische term, maar een praktijk waarbij ouders na een scheiding of uit elkaar gaan gelijke verantwoordelijkheden delen. Er wordt vaak gesproken over een “50/50-uitwisseling”, waarbij het kind evenveel tijd doorbrengt bij vader als bij moeder. Het is echter geen automatische oplossing voor iedere scheidingsituatie. De praktijk van co-ouderschap hangt af van de leeftijd van het kind, de levensomstandigheden van de ouders, en de mate van samenwerking tussen ouders. De wet zorgt voor gelijke toegang tot zorg, maar het co-ouderschap zelf is geen wettelijke verplichting. Het wordt vaak gecreëerd via een ouderlijk gezag of een ouderlijk reglement.
Onderzoek naar de effecten van co-ouderschap op kinderen is in de afgelopen jaren aanzienelijk toegenomen. De conclusies zijn niet altijd eenduidig, maar er zijn wel duidelijke patronen te herkennen. Volgens onderzoek van de Universiteit Utrecht is co-ouderschap een voordeel voor kinderen, mits de ouders goed met elkaar kunnen overleggen en de praktijk goed is geregeld. Kinderen kunnen met beide ouders een sterke band opbouwen, wat bij een “weekend-ouder” bijna onmogelijk is. Daarnaast lopen ze minder kans op een loyaliteitsconflict, wat betekent dat ze niet hoeven te kiezen tussen de ouders.
Echter, er zijn ook nadelen. Het wisselen van huis kan voor jonge kinderen lastig zijn, vooral als ze nog niet goed kunnen omgaan met veranderingen. Oudere kinderen vinden het wisselen vaak te veel gedoe, vooral als ze een actief sociaal leven hebben. Het kan ook leiden tot meer stress bij de ouders, die het gevoel hebben dat ze steeds moeten afstemmen op de situatie van het kind. Bovendien is het belangrijk dat ouders hun conflicten goed kunnen beheren, want kinderen kunnen gevoelens van ruzie en spanningen opvangen.
Co-ouderschap kan op verschillende manieren worden georganiseerd. De meest ideale vorm is het coöperatieve co-ouderschap, waarbij ouders goed met elkaar kunnen communiceren en samenwerken. Er is regelmatig contact en belangrijke beslissingen worden gezamenlijk genomen. Dit vereist echter een goede communicatie en een bereidheid om compromissen te sluiten. De tweede vorm is het parallelle co-ouderschap, waarbij ouders niet meer goed met elkaar kunnen omgaan, maar wel een gelijke rol in het leven van hun kinderen willen spelen. Hierbij staan de huishoudens van vader en moeder los van elkaar. Iedere ouder doet zijn eigen ding, en de communicatie verloopt indirect, via bijvoorbeeld e-mail of een derde persoon.
De keuze voor co-ouderschap hangt ook af van de leeftijd van het kind. Onderzoek uit 2017 wijst uit dat co-ouderschap het meest duurzaam is als de kinderen tussen de 4 en 12 jaar oud zijn. Bij jonge kinderen is het lastig om de praktijk goed in te richten, terwijl oudere kinderen minder bereid zouden zijn om langdurig tussen twee woningen te pendelen. Daarnaast blijken hoogopgeleide ouders en ouders die voor de scheiding betaald werk en zorgtaken gelijk verdeelden, na de scheiding vaker te kiezen voor co-ouderschap. Ook zijn er aanwijzingen dat co-ouderschap vooral voorkomt bij ex-partners zonder migratieachtergrond.
Ouders spelen een cruciale rol bij het organiseren van co-ouderschap. Ze moeten goed kunnen communiceren, een duidelijk overzicht hebben van de praktijk, en bereid zijn om compromissen te sluiten. Daarnaast is het belangrijk dat ouders hun eigen conflicten goed kunnen beheren, want kinderen kunnen gevoelens van ruzie en spanningen opvangen. Ouders die te veel met elkaar in conflict raken, kunnen het gevoel geven dat het kind niet veilig is. Daarnaast is het belangrijk dat ouders een actieve rol spelen in het leven van hun kind, zodat het kind zich niet alleen voelt.
Onderwijsinstellingen spelen ook een rol in de praktijk van co-ouderschap. Ze moeten ervoor zorgen dat kinderen in een stabiele omgeving terechtkomen, en dat ouders goed met elkaar kunnen overleggen. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen de kans krijgen om hun mening te geven, zodat ze zich kunnen mengen in de keuzes die worden gemaakt over hun verblijfsregeling. In sommige gevallen is het nodig dat er een mediator wordt ingeschakeld om conflicten tussen ouders op te lossen.
Co-ouderschap is in Nederland de afgelopen twintig jaar een belangrijke ontwikkeling geweest. Het biedt kinderen de kans om een sterke band op te bouwen met beide ouders, en biedt ouders de kans om actief betrokken te blijven bij de opvoeding van hun kind. Echter, het is geen automatische oplossing voor iedere scheidingsituatie. Het vereist goede communicatie tussen ouders, een duidelijk overzicht van de praktijk, en een bereidheid om compromissen te sluiten. Daarnaast is het belangrijk dat ouders hun eigen conflicten goed kunnen beheren, want kinderen kunnen gevoelens van ruzie en spanningen opvangen. Onderwijsinstellingen moeten ook hun bijdrage leveren om kinderen in een stabiele omgeving te krijgen, en ouders te ondersteunen bij het organiseren van co-ouderschap.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet