Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
De Staatscommissie Herijking Ouderschap, ingezet in 2014 door de regering, heeft onderzoek gedaan naar de maatschappelijke en juridische veranderingen rondom ouderschap, meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap. Het onderzoek heeft geleid tot een uitgebreid rapport dat belangrijke conclusies en aanbevelingen bevat, met name op het gebied van de toekomst van de juridische regelingen voor meerouderschap en meeroudergezag. Dit artikel geeft een overzicht van de kernpunten van het werk van de Staatscommissie, met aandacht voor de juridische, maatschappelijke en ethische aspecten van de voorstellen.
De Staatscommissie heeft zich gericht op de vraag of de huidige regelgeving rond ouderschap en gezag voldoende rekening houdt met de maatschappelijke en medische ontwikkelingen. De commissie stelde vast dat de samenleving sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw sterk is veranderd. Het aantal gezinnen met een ene ouder, samengestelde gezinnen, gezinnen van gelijkgeslachtelijke ouders en gezinnen met meer dan twee ouders is toegenomen. Deze veranderingen vragen om een herijking van de bestaande regelgeving, zowel op juridisch als maatschappelijk gebied.
De Staatscommissie heeft een aantal aanbevelingen gedaan, waaronder de invoering van een wettelijke regeling voor meerouderschap en meeroudergezag. Hiermee wordt bedoeld dat een kind meer dan twee juridische ouders kan hebben en dat meer dan twee personen gezag over het kind kunnen uitoefenen. De commissie stelt vast dat dit in bepaalde situaties wenselijk is, met name als de betrokken personen gelijkwaardig aan het kind zijn en de band met het kind in stand moet blijven. De komende jaren is het belangrijk dat de regelgeving zich hierop aanpast.
De Staatscommissie onderzoekt het begrip meerouderschap en meeroudergezag. Meerouderschap betekent dat een kind meer dan twee juridische ouders heeft. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in gezinnen waarin een kind met twee moeders en een vader wordt opgevoed, of in gezinnen waarin de ouders van verschillende culturele achtergronden zijn. Meeroudergezag houdt in dat meer dan twee personen een vorm van gezag over het kind uitoefenen, bijvoorbeeld in gezinnen waarin ouders, stiefouders en andere vertrouwenspersonen betrokken zijn bij de opvoeding van het kind.
De commissie stelt vast dat de huidige regelgeving hierin geen ruimte biedt, omdat de wet in principe uitgaat van maximaal twee ouders en twee personen met gezag over een kind. De komende jaren is het belangrijk dat deze regelgeving wordt aangepast, zodat ook meerouderschap en meeroudergezag juridisch mogelijk worden gemaakt. Dit zou bijdrragen aan een betere bescherming van de belangen van het kind en een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen de betrokken personen.
Naast meerouderschap en meeroudergezag onderzocht de Staatscommissie ook het fenomeen draagmoederschap. Dit is het geval wanneer een vrouw tijdelijk een kind draagt voor een andere persoon of een andere persoon. Het onderzoek naar draagmoederschap heeft geleid tot een aantal aanbevelingen, waaronder de invoering van een wettelijke regeling die de positie van de draagmoeder beschermde. De Staatscommissie adviseert dat de draagmoederschap onder strikte voorwaarden juridisch mogelijk moet worden gemaakt, met als doel de menselijke waardigheid van de betrokkenen te waarborgen.
De aanbevelingen omvatten onder meer de mogelijkheid voor het kind om de ontstaansgeschiedenis te achterhalen, de eis van genetische verwantschap van ten minste één wensouder aan het kind, vrije instemming van de draagmoeder, en de verplichting om de draagmoeder te ondersteunen. Daarnaast stelt de Staatscommissie voor dat internationaal draagmoederschap onder dezelfde voorwaarden in aanmerking moet komen voor erkenning in Nederland.
De Staatscommissie heeft in haar rapport een aantal aanbevelingen gedaan aan het kabinet, waaronder:
Deze aanbevelingen zijn bedoeld om de huidige regelgeving aan te passen aan de maatschappelijke veranderingen en de belangen van het kind en de betrokken personen te beschermen.
De invoering van meerouderschap en meeroudergezag zou grote gevolgen hebben voor de praktijk, zowel op juridisch als maatschappelijk gebied. De regelgeving moet aangepast worden aan de nieuwe situaties, zodat er duidelijkheid is over wie verantwoordelijk is voor het kind en welke rechten en verplichtingen de betrokken personen hebben. Ook de uitvoeringsorganisaties, zoals de Basisregistratie Personen (BRP), zouden hierdoor complexer worden. De invoering van meerouderschap zou ook invloed hebben op de sociale zekerheidsregelingen, zoals het geboorteverlof, ouderschapsverlof, en de kinderbijslagwet.
De Staatscommissie stelt vast dat de invoering van meerouderschap niet zonder gevolgen is, maar dat het wenselijk is om de regelgeving aan te passen aan de huidige situatie. De komende jaren is het belangrijk dat de regelgeving duidelijkheid biedt over de verantwoordelijkheden van de betrokken personen en de belangen van het kind beschermde.
De Staatscommissie Herijking Ouderschap heeft een uitgebreid onderzoek gedaan naar de maatschappelijke en juridische veranderingen rond ouderschap, meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap. Het werk van de commissie heeft geleid tot een aantal aanbevelingen die het kabinet kunnen helpen bij het herzien van de huidige regelgeving. De invoering van meerouderschap en meeroudergezag is een belangrijk onderdeel van deze aanbevelingen, aangezien de samenleving steeds complexer wordt en de belangen van het kind en de betrokken personen beter moeten worden beschermd. De komende jaren is het belangrijk dat de regelgeving zich hierop aanpast, zodat er duidelijkheid is over de verantwoordelijkheden van de betrokken personen en de belangen van het kind worden gewaarborgd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet