Vragenlijsten voor ouderschap: een hulpmiddel voor beter begrip en ondersteuning
juli 2, 2025
Goed genoeg opvoederschap is een cruciaal concept binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming. Het gaat om het bieden van een stabiele, zorgzame en liefdevolle omgeving waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. In dit artikel worden de voorwaarden voor goed genoeg opvoederschap besproken, gebaseerd op verschillende modellen en inzichten, en hoe professionals deze kunnen gebruiken bij het beoordelen van de opvoedsituatie van een kind. Het artikel richt zich op het in kaart brengen van de krachten en zorgen binnen een gezin, met de veiligheid van het kind als hoogste prioriteit.
Volgens de Engelse kinderarts en psychoanalyticus Donald W. Winnicott houdt goed genoeg opvoederschap in: een stabiele, zorgzame en liefdevolle ‘bemoediging’ van het kind, waardoor die zich goed ontwikkelt. Dit is een proces dat op een adequate manier tegemoetkomt aan de behoeften van het kind, rekening houdend met de heersende culturele standaarden, die over generaties heen kunnen veranderen. Naast basisbehoeften zoals lichamelijke verzorging, voeding en bescherming, hebben kinderen drie emotionele behoeften: liefde, zorg en verbintenis; controle en het consistent stellen van grenzen; en stimulering van hun ontwikkeling.
De ouder speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van het kind. Een veilige gehechtheidsrelatie is essentieel voor het welzijn van het kind. Jonge kinderen hebben een aangeboren neiging om steun te zoeken bij iemand die sterker is, die het kind kan beschermen en helpen. De ouder beschermt het kind tegen gevaren en stressoren, en zorgt ervoor dat het kind in de beschermende aanwezigheid van de ouder ervaringen kan opdoen (exploreren) zodat het zich verder kan ontwikkelen. Anders gezegd: de ouder fungeert enerzijds als veilige basis van waaruit de omgeving verkend wordt, anderzijds is de ouder een veilige haven, waarnaar het kind terug kan keren bij stress. In een veilige gehechtheidsrelatie is er een evenwicht tussen de veilige haven en de veilige thuisbasis: als het kind zich op zijn gemak voelt gaat het de omgeving verkennen, maar zodra het kind stress ervaart of bang is zal het meteen toenadering zoeken bij de ouder.
Goed genoeg ouderschap kan pas plaatsvinden als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Zo moet de samenleving bijvoorbeeld voldoende mogelijkheden bieden om kinderen en jongeren op te voeden. De Nederlandse wetgeving heeft zich geconformeerd aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Dat bepaalt dat de overheid voorzieningen moet creëren voor de zorg van kinderen (artikel 18 lid 2 IVRK), en ouders waar nodig een toereikende levensstandaard moet bieden (artikel 27 IVRK). Tegelijkertijd heeft de overheid de plicht om kinderen te verzekeren van de bescherming en zorg die nodig zijn voor hun welzijn (artikel 3 lid 2 IVRK). Ze moet voorzieningen bieden die kindermishandeling voorkomen (artikel 19 IVRK) en alle passende maatregelen bieden die het herstel na kindermishandeling bevorderen (artikel 39 IVRK). In 2016 ratificeerde Nederland het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Hierin staat onder meer dat mensen met een handicap, zoals een lvb het recht hebben om te trouwen en een gezin te stichten. Ook verplicht Nederland zich om aan personen met een handicap passende hulp te verlenen om hun verantwoordelijkheden op het gebied van de verzorging en opvoeding van hun kinderen te kunnen verrichten (artikel 23 Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap).
De gezinsgeschiedenis en het functioneren van het gezin spelen een belangrijke rol bij het beoordelen van de opvoedvaardigheden van ouders. Wie maakt er deel uit van het huishouden? Hoe is hun relatie met het kind? Hebben zich hierin belangrijke veranderingen voorgedaan? Welke ervaringen uit de kindertijd dragen de ouders met zich mee? Hebben zich belangrijke gebeurtenissen voorgedaan? Hoe functioneert het gezin? (Denk hierbij ook aan de relatie met broers en zussen en welke invloed zij hebben op het kind.) Wat zijn sterke en minder sterke eigenschappen van de ouders? Welke moeilijkheden ervaren zij? Hoe is de relatie tussen (gescheiden) ouders?
De familie en de bredere omgeving hebben ook invloed op de mate waarin het ouderschap goed genoeg is. Als hulpverlener moet je in de verschillende situaties die je tegenkomt de bredere situatie in het gezin taxeren. Het Framework onderscheidt hierbij de volgende zeven dimensies:
De richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen is ontwikkeld door een werkgroep. De werkgroep die de richtlijn ontwikkelde, formuleerde vijf uitgangsvragen:
De richtlijn biedt jeugdprofessionals een duidelijke definitie van gezinnen met meervoudige en complexe problemen. Praktische kenmerken en aanwijzingen voor een passende benadering van de gezinnen. Handvatten om de verzorging, opvoeding en veiligheid binnen deze gezinnen in kaart te brengen en te beoordelen. Richtlijnen voor de coördinatie van zorg rond de gezinnen.
Goed genoeg opvoederschap is essentieel voor de optimale ontwikkeling van kinderen. Het vereist een stabiele, zorgzame en liefdevolle omgeving waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. De rol van de ouder is cruciaal, en het is belangrijk om de gezinsgeschiedenis, de relaties binnen het gezin, de ervaringen van de ouders en de invloed van de omgeving te taxeren. De richtlijn Gezullen met meervoudige en complexe problemen biedt hulpverleners handvatten om de verzorging, opvoeding en veiligheid binnen deze gezinnen in kaart te brengen en te beoordelen. De samenleving moet voldoende mogelijkheden bieden om kinderen en jongeren op te voeden, en de overheid heeft de plicht om kinderen te verzekeren van de bescherming en zorg die nodig zijn voor hun welzijn.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet