Vragen over ouderschap: wat ouders moeten weten
juli 2, 2025
In de huidige maatschappelijke discussie over ouderschap en kinderopvoeding is de mening van emeritus hoogleraar adoptie René Hoksbergen van groot belang. Hoksbergen, die van 1984 tot 2000 bijzonder hoogleraar adoptie was aan de Universiteit Utrecht, heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de gevolgen van adoptie en pleegzorg voor kinderen. Zijn visie op het thema “herijking van ouderschap” en de rol van biologische ouders is gegrond op uitgebreid onderzoek en ervaring met kinderen die niet bij hun biologische ouders opgroeien. In dit artikel worden de centrale gedachten van Hoksbergen uitgebreid besproken, met aandacht voor het belang van biologische ouders, het risico van een meerouderschap, en de ethische kant van het opvoeden van kinderen.
Een van de kernpunten van Hoksbergen is dat een kind op zijn of haar eigen biologische ouders is aangewezen. Volgens hem is het belangrijk dat kinderen hun biologische ouders kennen, zowel voor hun psychologische als voor hun identiteitsvorming. In zijn artikel “Een kind heeft z’n eigen ouders nodig” benadrukt hij dat het niet genoeg is om een kind te adopteren of te pleegnemen, zonder dat het kind de waarheid over zijn of haar afstamming te weten komt. Dit is niet alleen belangrijk voor het kind, maar ook voor de ouders die het kind opvoeden.
Hoksbergen stelt dat het kind recht heeft op kennis over zijn of haar biologische ouders. Hij benadrukt dat het verleden van het kind, inclusief de omstandigheden rond de geboorte, van cruciaal belang is voor de opvoeding. Als ouders dit verleden niet delen, kan dat leiden tot onzekerheid, gevoelens van verlies en een gebrek aan identiteit. Dit kan op zijn beurt leiden tot problemen bij het opbouwen van een gezonde relatie met de opvoeders.
In de discussie over het heroverwegen van ouderschap, vooral in het kader van het voorstel van de Staatscommissie Herijking Ouderschap, benadrukt Hoksbergen het risico van een meerouderschap. Hij ziet in dat het aantal relaties dat een kind moet navigeren, toeneemt wanneer er meer volwassenen zijn die verantwoordelijkheid dragen voor het kind. Bijvoorbeeld, bij een kind met twee biologische ouders is het aantal relaties drie, terwijl bij vier ouders het aantal relaties al tien is. Dit kan leiden tot complexe familierelaties en moeilijkheden bij het opvoeden.
Hoksbergen benadrukt dat het voor een kind van groot belang is om een veilige en stabiele omgeving te hebben. Als er te veel volwassenen zijn die betrokken raken bij het kind, kan dat leiden tot verwarring, onzekerheid en een gebrek aan duidelijkheid in de opvoeding. Daarnaast ziet hij het vooruitzicht van een meerouderschap als een mogelijke bedreiging voor de belangen van het kind. Het is belangrijk dat de focus ligt op het kind, en niet op de wensen van de volwassenen.
Hoksbergen benadrukt dat een kind van nature gehechtheid zoekt aan zijn of haar biologische ouders. Dit is een natuurlijke menselijke behoefte die wordt beïnvloed door de omstandigheden van de geboorte en de eerste jaren van het leven. Kinderen die bij hun biologische ouders opgroeien, krijgen een stabiele basis, waardoor ze zich veiliger en zekerder kunnen ontwikkelen.
In zijn werk benadrukt Hoksbergen ook het belang van een duidelijke identiteit. Kinderen die niet weten wie hun biologische ouders zijn, kunnen lastigheden ondervinden met het opbouwen van een gezonde identiteit. Dit kan leiden tot gevoelens van verlies, onzekerheid en zelfs psychologische problemen. Daarnaast benadrukt hij dat het verleden van het kind niet mag worden weggestopt, maar dat het moet worden gedeeld en begrepen.
Hoksbergen benadrukt ook de impact van adoptie en pleegzorg op het kind. In zijn werk onderzoekt hij de gevolgen van het feit dat kinderen vaak niet bij hun biologische ouders opgroeien. Hij benadrukt dat kinderen die in een pleeggezin of adoptiegezin terechtkomen, vaak lastigheden ondervinden met het opbouwen van een gezonde relatie met hun opvoeders. Dit komt doordat het kind vaak geen duidelijke band heeft met de opvoeders, wat kan leiden tot gevoelens van verlaten en onzekerheid.
Hoksbergen benadrukt ook het belang van een open en eerlijke omgang met het kind over zijn of haar biologische ouders. Als ouders dit verleden delen, kan dit helpen bij het opbouwen van een gezonde identiteit en een betere relatie met de opvoeders. Daarnaast benadrukt hij dat het belangrijk is om het kind te laten weten dat het niet verkeerd is om te weten wie zijn of haar ouders zijn.
Hoksbergen benadrukt ook dat de opvoeders een cruciale rol spelen in de opvoeding van het kind. De opvoeders moeten zich realiseren dat ze niet de enige betrokkenen zijn in het leven van het kind. Ze moeten zich bewust zijn van de invloed van het verleder van het kind op de opvoeding. Daarnaast benadrukt hij dat het belangrijk is om het kind te laten weten wie zijn of haar biologische ouders zijn, en dat dit niet mag worden weggestopt of verzwegen.
Hoksbergen benadrukt ook dat het belangrijk is dat de opvoeders een betrouwbare en veilige omgeving bieden voor het kind. Dit betekent dat ze zorgen moeten dragen voor een stabiele en duidelijke opvoeding. Daarnaast benadrukt hij dat het belangrijk is om het kind te laten weten wie zijn of haar ouders zijn, en dat dit niet mag worden weggestopt of verzwegen.
De visie van René Hoksbergen op het thema “herijking van ouderschap” benadrukt het belang van biologische ouders en het risico van een meerouderschap. Hij benadrukt dat een kind op zijn of haar eigen biologische ouders is aangewezen en dat het belangrijk is dat het kind kennis krijgt over zijn of haar afstamming. Daarnaast benadrukt hij het risico van een meerouderschap en de impact van adoptie en pleegzorg op het kind. De rol van de opvoeders is hierbij cruciaal, en het is belangrijk dat ze zich bewust zijn van de invloed van het verleder van het kind op de opvoeding.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet