Vragen en gesprekken tijdens een speeddate voor ouderschap
juli 2, 2025
De Belastingdienst stelt specifieke regels op voor het omgaan met reiskostenvergoedingen en co-ouderschap. Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders goed communiceren over hun situatie met de Belastingdienst, aangezien dit invloed heeft op diverse toeslagen en belastingvoordelen. De Belastingdienst hanteert specifieke regels en criteria bij de beoordeling van co-ouderschap. Daarnaast zijn er regels rondom reiskostenvergoedingen, waarmee de Belastingdienst een duidelijk beeld geeft van de belastingvrije vergoeding en de belastingverplichtingen die hieruit voortkomen. In dit artikel worden de belangrijkste informatiepunten over reiskostenvergoedingen en co-ouderschap besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
De Belastingdienst stelt een maximum bedrag vast voor de reiskostenvergoeding. In 2025 is dit maximum bedrag € 0,23 per kilometer. Dit geldt ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Als de reiskostenvergoeding lager is dan of gelijk is aan dit maximum, dan telt deze niet als loon en is deze belastingvrij. Is de reiskostenvergoeding hoger dan € 0,23 per kilometer, dan wordt het verschil belast.
Bij het reizen met het openbaar vervoer (ov) kan de werkgever kiezen tussen het belastingvrij vergoeden van de werkelijke reiskosten of het vaststellen van een maximum bedrag van € 0,23 per kilometer. Dit is van toepassing op zowel reiskosten als thuiswerkvergoedingen. De Belastingdienst stelt ook regels op voor het berekenen van de reiskostenvergoeding bij een parttime dienstverband. Hierbij wordt het bedrag aangepast op basis van het aantal dagen dat de werknemer per week werkt.
De Belastingdienst hanteert ook regels voor de reiskostenvergoeding bij ouderschapsverlof. Hierbij wordt het begrip “in de regel” gedefinieerd. Het is belangrijk dat ouders weten hoe dit invloed heeft op hun reiskostenvergoeding. Bijvoorbeeld, als een werknemer minder dan 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist, dan is de reiskostenvergoeding beperkt.
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders goed communiceren over hun situatie met de Belastingdienst. De Belastingdienst hanteert specifieke regels en criteria bij de beoordeling van co-ouderschap. Dit heeft invloed op diverse toeslagen en belastingvoordelen. Om co-ouderschap te kunnen aantonen bij de Belastingdienst, is het belangrijk om een goed geformuleerd ouderschapsplan op te stellen. Dit plan moet de verdeling van de zorg en het verantwoordelijkheidsdeel van de ouders duidelijk maken.
De Belastingdienst kijkt bij het beoordelen van co-ouderschap niet alleen naar het aantal dagen dat het kind bij elke ouder verblijft, maar ook naar het ritme van de verdeling. Bijvoorbeeld, als het kind gelijk verdeeld is over de beide ouders, dan kan dit invloed hebben op de belastingaangifte. De Belastingdienst hanteert deze definitie van het co-ouderschap voor de toeslagen, evenals voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaanden of minstverdienende partners die arbeid en zorg voor een kind combineren. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders, als zij allebei een baan hebben, de inkomensafhankelijke combinatiekorting aanvragen. De IACK wordt betaald aan het huishouden waar het kind meer dan zes maanden staat ingeschreven in het bevolkingsregister.
De IACK is van toepassing op kinderen tot 12 jaar. Beide ouders hebben recht op deze korting indien aan de voorwaarden van co-ouderschap wordt voldaan. Dit betekent dat de kinderen minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij jou moeten wonen (vakanties meegerekend). Bij het indienen van de (voorlopige) aangifte inkomensbelasting kan de heffingskorting worden geclaimd. In het jaar van scheiding hebben beide co-ouders recht op inkomensafhankelijke combinatiekorting indien zij minder dan zes maanden elkaars fiscaal partner zijn geweest.
Bij co-ouderschap worden de kosten voor een kind niet in één huishouden gemaakt, maar in twee. Een aantal kosten wordt dubbel gemaakt, zoals de huur of hypotheek en de kosten van de inboedel. De totale kosten zijn daardoor hoger. Het is belangrijk dat ouders van tevoren afspreeken welke kosten ze verdeelen en welke niet.
Eigen kosten zijn de kosten die elk huishouden voor zichzelf maakt. Denk aan de huur, telefoon en boodschappen. Deze kosten kunnen voor jullie als ex-partners flink verschillen, bijvoorbeeld door verschillen in inkomen en een ander uitgavepatroon. Eigen kosten zijn ook de uitgaven voor de kinderen die beide ouders doen. Bijvoorbeeld dubbel schoolmateriaal, speelgoed of een fiets.
Te verdelen kosten zijn uitgaven voor het kind die één ouder doet. Denk aan verzekeringen, abonnementen, contributies en schoolkosten. Je kunt deze kosten op drie manieren verdelen: naar draagkracht, naar een vast bedrag of naar een aandeel van het inkomen. Het is belangrijk dat ouders hierover goed overleg plegen, aangezien veranderingen in het inkomen of het verantwoordelijkheidsdeel van de ouders gevolgen kunnen hebben voor de verdeling.
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders goed communiceren over hun situatie met de Belastingdienst. De Belastingdienst hanteert specifieke regels en criteria bij de beoordeling van co-ouderschap. Dit heeft invloed op diverse toeslagen en belastingvoordelen. Om co-ouderschap te kunnen aantonen bij de Belastingdienst, is het belangrijk om een goed geformuleerd ouderschapsplan op te stellen. Dit plan moet de verdeling van de zorg en het verantwoordelijkheidsdeel van de ouders duidelijk maken.
De Belastingdienst kijkt bij het beoordelen van co-ouderschap niet alleen naar het aantal dagen dat het kind bij elke ouder verblijft, maar ook naar het ritme van de verdeling. Bijvoorbeeld, als het kind gelijk verdeeld is over de beide ouders, dan kan dit invloed hebben op de belastingaangifte. De Belastingdienst hanteert deze definitie van het co-ouderschap voor de toeslagen, evenals voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
De Belastingdienst heeft regels opgesteld voor de reiskosten- en thuiswerkvergoeding bij ouderschapsverlof. Hierbij wordt het begrip “in de regel” gedefinieerd. Het is belangrijk dat ouders weten hoe dit invloed heeft op hun reiskostenvergoeding. Bijvoorbeeld, als een werknemer minder dan 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist, dan is de reiskostenvergoeding beperkt.
De Belastingdienst stelt ook regels op voor het berekenen van de reiskostenvergoeding bij een parttime dienstverband. Hierbij wordt het bedrag aangepast op basis van het aantal dagen dat de werknemer per week werkt. De Belastingdienst hanteert ook regels voor de reiskostenvergoeding bij ouderschapsverlof. Hierbij wordt het begrip “in de regel” gedefinieerd. Het is belangrijk dat ouders weten hoe dit invloed heeft op hun reiskostenvergoeding.
De Belastingdienst stelt een maximum bedrag vast voor de reiskostenvergoeding. In 2025 is dit maximum bedrag € 0,23 per kilometer. Dit geldt ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Als de reiskostenvergoeding lager is dan of gelijk is aan dit maximum, dan telt deze niet als loon en is deze belastingvrij. Is de reiskostenvergoeding hoger dan € 0,23 per kilometer, dan wordt het verschil belast.
Bij het reizen met het openbaar vervoer (ov) kan de werkgever kiezen tussen het belastingvrij vergoeden van de werkelijke reiskosten of het vaststellen van een maximum bedrag van € 0,23 per kilometer. Dit is van toepassing op zowel reiskosten als thuiswerkvergoedingen. De Belastingdienst stelt ook regels op voor het berekenen van de reiskostenvergoeding bij een parttime dienstverband. Hierbij wordt het bedrag aangepast op basis van het aantal dagen dat de werknemer per week werkt.
Bij kinderalimentatie ligt het net even anders dan bij partneralimentatie. De kinderalimentatie die je ontvangt of afdraagt voor jullie kinderen, heeft geen gevolgen voor de belastingaangifte. Je geeft deze alimentatie dus niet aan. Dit betekent ook dat de betaalde kinderalimentatie niet fiscaal aftrekbaar is.
De Belastingdienst stelt ook regels op voor de belastingaangifte bij kinderalimentatie. Hierbij is het belangrijk dat ouders goed communiceren over hun situatie met de Belastingdienst. De Belastingdienst hanteert specifieke regels en criteria bij de beoordeling van co-ouderschap. Dit heeft invloed op diverse toeslagen en belastingvoordelen.
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders goed communiceren over hun situatie met de Belastingdienst. De Belastingdienst hanteert specifieke regels en criteria bij de beoordeling van co-ouderschap. Dit heeft invloed op diverse toeslagen en belastingvoordelen. De Belastingdienst stelt een maximum bedrag vast voor de reiskostenvergoeding. In 2025 is dit maximum bedrag € 0,23 per kilometer. Dit geldt ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Als de reiskostenvergoeding lager is dan of gelijk is aan dit maximum, dan telt deze niet als loon en is deze belastingvrij. Is de reiskostenvergoeding hoger dan € 0,23 per kilometer, dan wordt het verschil belast.
De Belastingdienst hanteert ook regels voor de reiskostenvergoeding bij ouderschapsverlof. Hierbij wordt het begrip “in de regel” gedefinieerd. Het is belangrijk dat ouders weten hoe dit invloed heeft op hun reiskostenvergoeding. Bijvoorbeeld, als een werknemer minder dan 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist, dan is de reiskostenvergoeding beperkt. De Belastingdienst stelt ook regels op voor het berekenen van de reiskostenvergoeding bij een parttime dienstverband. Hierbij wordt het bedrag aangepast op basis van het aantal dagen dat de werknemer per week werkt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet