Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De verdeling van reiskosten bij co-ouderschap is een veelbesproken onderwerp in de praktijk. Bij het opzetten van een omgangsregeling of zorgregeling is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over wie de kosten van het halen en brengen van het kind draagt. In de praktijk wordt vaak aangenomen dat de ouders de kosten van het vervoer gelijkelijk delen, maar er zijn ook situaties waarin dit niet van toepassing is. In dit artikel worden de reikwijdte van de reiskosten bij co-ouderschap, de juridische basis, en de mogelijke manieren waarop de kosten kunnen worden verdeeld, besproken.
Bij co-ouderschap wordt het vervoer van het kind meestal gelijk verdeeld tussen de ouders. De rechter houdt in de meeste gevallen geen rekening met de reiskosten, maar stelt het uitgangspunt dat de ouders het halen en brengen van het kind ieder voor de helft op zich nemen. Dit geldt ook als de afstand groot is of een van de ouders financieel niet in staat is de kosten van het vervoer te dragen. De rechter kan in deze gevallen bepalen dat de ouder die geen vervoer voor zijn of haar rekening neemt, aan de andere ouder een vergoeding moet betalen voor de vervoerskosten.
Een van de ouders kan zich verplaatsen naar een andere gemeente, waardoor de reiskosten van de andere ouder kunnen stijgen. In dat geval kan de rechter bepalen dat de ouder die verhuist, de kosten van het vervoer draagt. Ook kan het zijn dat een van de ouders geen rijbewijs heeft of geen auto beschikt, waardoor de andere ouder de kosten van het vervoer moet dragen.
De rechtspraak kijkt naar de omstandigheden van het geval om te bepalen wie de reiskosten draagt. In het sociaal zekerheidsrecht wordt aangenomen dat de kosten van de kinderen – ook reiskosten – ten laste komen van de verzorgende ouder, dat wil zeggen de ouder bij wie de kinderen hoofdverblijf hebben. In het familierecht daarentegen wordt aangenomen dat de reiskosten tussen ouders worden gedeeld. Dit verschil in opvattingen kan leiden tot conflicten, vooral als de ouders geen duidelijke afspraken hebben gemaakt over de verdeling van de kosten.
In de praktijk is het belangrijk dat ouders afspraken maken over de verdeling van de reiskosten. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in een ouderschapsplan of een juridische overeenkomst. Bij het vaststellen van de verdeling van de reiskosten is het belangrijk om rekening te houden met de draagkracht van de ouders en de afstand tussen hun huishoudens.
De reiskosten kunnen op verschillende manieren worden verdeeld. In de meeste gevallen wordt aangenomen dat de ouders de kosten van het halen en brengen van het kind ieder voor de helft dragen. Dit geldt ook als de afstand groot is of een van de ouders financieel niet in staat is de kosten van het vervoer te dragen. De rechter kan in deze gevallen bepalen dat de ouder die geen vervoer voor zijn of haar rekening neemt, aan de andere ouder een vergoeding moet betalen voor de vervoerskosten.
Bij een verhuizing van de ouder waar de kinderen niet wonen, kan de rechter beslissen dat de ouder die verhuist, de kosten van het vervoer draagt. Ook kan het zijn dat een van de ouders geen rijbewijs heeft of geen auto beschikt, waardoor de andere ouder de kosten van het vervoer moet dragen.
De reiskostenvergoeding is een belangrijk onderdeel van de verdeling van de kosten bij co-ouderschap. De Belastingdienst stelt vast dat een reiskostenvergoeding maximaal € 0,23 per kilometer mag zijn. Dit bedrag is belastingvrij en valt buiten de vrije ruimte van de werkkostenregeling. De reiskostenvergoeding kan worden gegeven aan de ouder die het kind halen en brengen. De hoeveelheid reiskostenvergoeding hangt af van de afstand tussen de huishoudens van de ouders.
Bij het berekenen van de reiskostenvergoeding is het belangrijk om rekening te houden met de werkdagen van de ouder. De reiskostenvergoeding kan worden berekend als het bedrag voor 214 dagen, mits de ouder minimaal 128 dagen per jaar naar een vaste werkplek reist. Voor deeltijders geldt hetzelfde naar rato van het aantal werkdagen.
De verdeling van de reiskosten bij co-ouderschap is een belangrijk onderdeel van de omgangsregeling. In de meeste gevallen wordt aangenomen dat de ouders de kosten van het halen en brengen van het kind ieder voor de helft dragen. Dit geldt ook als de afstand groot is of een van de ouders financieel niet in staat is de kosten van het vervoer te dragen. De rechter kan in deze gevallen bepalen dat de ouder die geen vervoer voor zijn of haar rekening neemt, aan de andere ouder een vergoeding moet betalen voor de vervoerskosten.
De Belastingdienst stelt vast dat een reiskostenvergoeding maximaal € 0,23 per kilometer mag zijn. Dit bedrag is belastingvrij en valt buiten de vrije ruimte van de werkkostenregeling. De reiskostenvergoeding kan worden gegeven aan de ouder die het kind halen en brengen. De hoeveelheid reiskostenvergoeding hangt af van de afstand tussen de huishoudens van de ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet