Uitbetaling van de kinderbijslag bij co-ouderschap: regels en praktijk
juli 2, 2025
In de jaren rond 2016 werd de Staatscommissie Herijking Ouderschap ingezet om de vraagstukken rond het ouderschap en de maatschappelijke ontwikkelingen daaromheen te onderzoeken. Het onderzoek leidde tot een uitgebreid rapport dat aandacht besteedde aan de diversiteit van gezinsvormen, de rol van ouders en de wettelijke regelingen rond het ouderschap. In dit artikel wordt de reactie op het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap besproken, inclusief de aanbevelingen en de voorgestelde maatregelen voor een beter en kindvriendelijker systeem.
Het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap, genaamd “Kind en ouders in de 21ste eeuw”, legt de nadruk op de veranderende gezinssamenstellingen in Nederland en de behoefte aan een moderner en flexibeler systeem van ouderschap. Het rapport stelt een aantal aanbevelingen voor, waaronder het invoeren van meerouderschap, meeroudergezag en het regelen van draagmoederschap. De reactie van het kabinet op het rapport bevat een overzicht van de voorgestelde maatregelen en de acties die worden ondernomen om deze te realiseren.
De Staatscommissie adviseert om juridisch meerouderschap en meeroudergezag mogelijk te maken. Dit houdt in dat een kind in theorie meerdere juridische ouders kan hebben, wat de situatie van kinderen beter ondersteunt. In de huidige maatschappelijke omstandigheden komt het voor dat een kind wordt verzorgd en opgevoed door meer dan twee personen, die samen als ouders met het kind een gezin vormen. Het maken van juridisch meerouderschap zorgt ervoor dat deze personen een band kunnen vestigen met het kind, zodat de verbondenheid tussen kind en ouders wordt gewaarborgd.
Voor meerouderschap gelden bepaalde voorwaarden. De aspirant-meerouders moeten het meerouderschap zorgvuldig voorbereiden en afspraken hierover vastleggen in een overeenkomst. De overeenkomst dient te laten zien dat de aspirant-meerouders samen en op gelijkwaardige wijze ouder van het kind zijn. Daarnaast mag het meerouderschap maximaal vier ouders en twee huishoudens omvatten. Alle ouders moeten een voor het kind aanwijsbare band hebben.
De Staatscommissie adviseert ook dat kinderen vanaf acht jaar in de gelegenheid moeten worden gesteld om gehoord te worden in procedures rond afstamming en gezag. Dit is een belangrijke stap in de toekomstige behandeling van kinderen in juridische situaties.
Een ander belangrijk onderwerp in het rapport is het draagmoederschap. De Staatscommissie ziet in dat het wenselijk is om met een regeling te waarborgen dat het traject van draagmoederschap zorgvuldig verloopt. Hierbij moet worden gekeken naar de positie van de draagmoeder en het kind, zodat er geen schade ontstaat. De voorwaarden voor draagmoederschap zijn onder meer: vrije instemming van de draagmoeder, de mogelijkheid voor het kind om de ontstaansgeschiedenis te achterhalen, en een verplichte voorlichting voor wensouders en draagmoeder.
Daarnaast adviseert de Staatscommissie om kinderkoop afzonderlijk strafbaar te stellen. Dit is een reactie op de risico’s die gepaard gaan met internationaal draagmoederschap, waarin de positie van de draagmoeder onvoldoende beschermd kan zijn. De Staatscommissie ziet ook problemen met bepaalde praktijken rond draagmoederschap, waaronder kinderhandel.
De reactie van het kabinet op het rapport van de Staatscommissie bevat meerdere acties die worden ondernomen om de aanbevelingen te realiseren. De Staatscommissie heeft met vele partijen gesproken, waaronder organisaties en personen, om het draagvlak voor de aanbevelingen te toetsen. Daarom is er gepland om in februari 2017 een congres te organiseren, waarin de opvattingen van betrokken partijen worden vernomen. Daarnaast is er gepland om in februari 2017 een bijeenkomst te organiseren met en voor kinderen, zodat hun mening wordt meegenomen.
De regering heeft ook aangegeven dat de gevolgen van meerouderschap en meeroudergezag voor belastingen en toeslagen in beeld moeten worden gebracht. Dit is onderzocht door de Belastingdienst. De reactie van het kabinet is gericht op het aanpassen van het familierecht aan de maatschappelijke ontwikkelingen, waardoor de rechtszekerheid voor alle betrokkenen wordt gegarandeerd, met name het kind.
De Staatscommissie stelt duidelijk dat het belang van het kind centraal moet staan bij de uitwerking van de aanbevelingen. De flexibiliteit van het systeem moet worden aangepast aan de veranderende gezinssamenstellingen, zodat het kind beter ondersteund wordt. De maatregelen die zijn voorgesteld, moeten gericht zijn op het waarborgen van de positie van het kind, zowel in juridische als in sociale opzichten.
Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de positie van minderjarige en sociale ouders. De evaluatie van de deelgezagsregeling en de voortdurende aandacht voor de positie van deze groepen zullen bijdragen aan een rechtvaardiger en kindvriendelijker systeem van ouderschap en gezag.
Het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap biedt een uitgebreid overzicht van de nodige maatregelen voor een moderner en flexibeler systeem van ouderschap. De aanbevelingen richten zich op het mogelijk maken van meerouderschap, het regelen van draagmoederschap en het waarborgen van het belang van het kind. De reactie van het kabinet op het rapport bevat een overzicht van de voorgestelde maatregelen en de acties die worden ondernomen om deze te realiseren.
De implementatie van de aanbevelingen vereist een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen, met als ultiem doel het creëren van een optimale omgeving voor de ontwikkeling en het welzijn van alle kinderen in Nederland. De maatregelen die zijn voorgesteld, zullen bijdragen aan een rechtvaardiger en kindvriendelijker systeem van ouderschap en gezag, waarbij het belang van het kind centraal staat.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet