Verstandig Ouderschap: Het belang van geboortenbeperking en gezinsplanning
juli 2, 2025
De afgelopen jaren is het begrip ouderschap steeds complexer geworden. De maatschappelijke veranderingen, technologische ontwikkelingen en de diversiteit aan gezinssituaties hebben ertoe geleid dat het traditionele begrip van ouderschap niet meer voldoende is. In reactie daarop heeft de Staatscommissie Herijking Ouderschap in 2016 een uitgebreid rapport opgesteld, genaamd Kind en ouders in de 21e eeuw. Dit rapport bevat 68 aanbevelingen om het ouderdomsrecht en het gezag van ouders aan te passen aan de huidige maatschappelijke realiteit. In dit artikel wordt ingegaan op de kernpunten van het rapport, de aanbevelingen voor meerouderschap en draagmoederschap, en de betekenis van het belang van het kind in deze nieuwe regelgeving.
Het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap is een belangrijk document dat de toekomst van het ouderdomsrecht en het gezag van ouders onder de loep neemt. Het rapport onderzoekt hoe de wetgeving over juridisch ouderschap, gezag en het belang van het kind moet worden aangepast aan de veranderende maatschappelijke omstandigheden. De focus ligt hierbij op het kind en de belangen die hierbij centraal moeten staan. De aanbevelingen van de Staatscommissie zijn gericht op flexibilisering, verbetering van het rechtsgevoel en het bevorderen van de rechten van het kind in verschillende gezinssituaties.
De Staatscommissie heeft in haar rapport aangegeven dat het ouderdomsrecht op dit moment niet volledig aansluit bij de hedendaagse situatie. Het rapport benadrukt dat de traditionele vorm van ouderschap – waarbij een kind wordt opgevoed door een vader en moeder die getrouwd zijn – steeds minder voorkomt. Steeds vaker groeien kinderen op in gezinnen met een samenwonende vader en moeder, bij een alleenstaande ouder, bij twee moeders of twee vaders of in meeroudergezinnen. Deze veranderingen vereisen een aanpassing van de wetgeving.
Een van de belangrijkste aanbevelingen van de Staatscommissie is de invoering van juridisch meerouderschap en meeroudergezag. Dit betekent dat een kind maximaal vier juridische ouders kan hebben, in plaats van de traditionele twee. De commissie stelt dat dit nodig is omdat een kind vaak wordt verzorgd en opgevoed door meer dan twee personen, die samen als ouders met het kind een gezin vormen. Het mogelijk maken dat deze personen een juridische ouderschapsband met het kind kunnen vestigen, zorgt ervoor dat het kind en de ouders ook tijdens het opgroeien van het kind met elkaar verbonden blijven.
De Staatscommissie adviseert dat aspirant-meerouders het meerouderschap zorgvuldig moeten voorbereiden en de afspraken hierover vastleggen in een meerouderschapsovereenkomst. Hierin moet duidelijk zijn dat de personen samen en op gelijkwaardige wijze ouder van het kind zijn. Daarnaast moet het meerouderschap worden voorzien van een bijzondere curator, die het perspectief van het toekomstige kind moet verwoorden.
De Staatscommissie adviseert ook om een regeling voor draagmoederschap in te voeren. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat het traject van draagmoederschap zorgvuldig verloopt en met respect voor de menselijke waardigheid van het kind en de draagmoeder. De commissie pleit voor een Register ontstaansgeschiedenis (ROG), waarin informatie over de ontstaansgeschiedenis van het kind kan worden opgeslagen. Dit register moet het kind de beschikbaarheid van informatie over de ontstaansgeschiedenis bieden, waaronder de draagmoeder en het draagmoedertraject.
Een centraal punt van het rapport is het belang van het kind. De Staatscommissie benadrukt dat de belangen en rechten van het kind centraal moeten staan. Het is belangrijk dat het kind op een manier wordt opgevoed waarin zijn of haar vermogens zich kunnen ontwikkelen. Daarnaast moet het kind het recht hebben op afstammingsinformatie, zodat het weet waar het vandaan komt.
De Staatscommissie heeft 68 aanbevelingen opgesteld, waarvan een aantal belangrijk is voor de toekomst van het ouderschap. Hieronder volgen enkele van de belangrijkste aanbevelingen:
Aspirant-meerouders moeten het meerouderschap zorgvuldig voorbereiden. Hierbij moet worden gekeken naar de band tussen de ouders en het kind. De afspraken over het meerouderschap moeten worden vastgelegd in een overeenkomst, waaruit blijkt dat de ouders samen en op gelijkwaardige wijze ouder zijn van het kind. De commissie adviseert ook om een bijzondere curator in te stellen, die het perspectief van het kind moet verwoorden.
De Staatscommissie adviseert om een regeling in te voeren voor meerouderschap. Hierbij moet worden gekeken naar de situatie waarin een kind wordt verzorgd en opgevoed door meer dan twee personen. In dergelijke gevallen is het wenselijk dat deze personen samen het gezag over het kind uitoefenen. Dit biedt erkenning voor de gelijkwaardige positie die zij ten opzichte van het kind en ten opzichte van elkaar hebben.
De Staatscommissie adviseert om een register ontstaansgeschiedenis (ROG) aan te leggen, waarin informatie over de ontstaansgeschiedenis van het kind kan worden opgeslagen. Dit register moet het kind de beschikbaarheid van informatie over de ontstaansgeschiedenis bieden, waaronder de draagmoeder en het draagmoedertraand. Het ROG moet hierbij een betere basis vormen voor het kind, in plaats van de gegevens op de geboorteakte.
De overheid moet ervoor zorgen dat aspirant-ouders vroegtijdig voorlichting krijgen over de regels rond het ontstaan van juridisch ouderschap en gezag. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat ouders goed geïnformeerd zijn over hun rechten en verantwoordelijkheden.
Het rapport van de Staatscommissie Herijking Ouderschap is een belangrijke bijdrage aan de moderneisering van het familierecht. Het stelt voor om het ouderdomsrecht en het gezag van ouders aan te passen aan de veranderende maatschappelijke omstandigheden. De aanbevelingen voor meerouderschap, meeroudergezag en draagmoederschap zijn gericht op het waarborgen van de belangen en rechten van het kind. De focus ligt hierbij op het kind en de belangen die hierbij centraal moeten staan.
De Staatscommissie benadrukt dat het belang van het kind niet kan worden ingevuld zonder het kind te kennen, op een wijze die recht doet aan de zich ontwikkelende vermogens van een kind. Daarnaast is het belangrijk dat het kind het recht heeft op afstammingsinformatie, zodat het weet waar het vandaan komt.
De toekomst van het ouderschap vereist een aanpassing van de wetgeving aan de diversiteit aan leefvormen waarin kinderen opgroeien. De aanbevelingen van de Staatscommissie zijn een belangrijke stap in deze richting. Het is belangrijk dat ouders, onderwijsers en zorgverleners zich bewust zijn van de veranderingen in het ouderdomsrecht en het gezag van ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet