De nieuwe Cao Kinderopvang 2025-2026: overzicht, veranderingen en gevolgen
juli 15, 2025
De kinderopvangsector ondergaat voortdurend veranderingen, met als doel de kwaliteit en toegankelijkheid te verbeteren. Deze veranderingen hebben betrekking op regelgeving, personeelsratio’s, kwalificatie-eisen en de verantwoordelijkheden van gemeenten en GGD’s. Dit artikel biedt een overzicht van de actuele situatie, gebaseerd op recente informatie, en richt zich op de aspecten die relevant zijn voor ouders, pedagogisch medewerkers en kinderopvangorganisaties.
Een pedagogisch medewerker kinderopvang begeleidt jonge kinderen in verschillende opvangvormen, zoals kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang (BSO). De taken variëren afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. In een kinderdagverblijf omvatten de taken onder meer het verzorgen van baby’s (luiers verschonen, voeding geven) en het begeleiden van peuters en kleuters bij het nuttigen van maaltijden en het deelnemen aan activiteiten. Op een peuterspeelzaal ligt de focus op spelenderwijs het vergroten van de kennis van taal en algemene ontwikkeling. Bij de BSO is de aandacht gericht op het stimuleren van de ontwikkeling door middel van sport, spel en creativiteit. Ook het ontvangen en begeleiden van kinderen behoort tot de taken, evenals het organiseren van activiteiten en het bieden van structuur. Communicatieve vaardigheden, creativiteit, organisatietalent, flexibiliteit, verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid zijn essentiële competenties voor een pedagogisch medewerker.
Naast de interactie met kinderen, is er ook contact met ouders en collega’s. Het is mogelijk om als gastouder werkzaam te zijn, waarbij kinderen worden opgevangen in een eigen huis en men ingeschreven staat bij een gastouderbureau.
De Wet Kinderopvang 2024 is van kracht en brengt diverse wijzigingen met zich mee. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de kinderopvang en kunnen sancties opleggen bij overtredingen, zoals een last onder dwangsom, het intrekken van een vergunning of het sluiten van een kinderopvangorganisatie. De GGD voert inspecties uit om de kwaliteit en veiligheid te waarborgen en brengt rapporten uit die openbaar zijn.
De nieuwe wetgeving heeft als doel de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de kinderopvang te verbeteren. Dit omvat verhoging van de kwaliteitseisen aan pedagogisch medewerkers, verbeterde kind-ratio’s, meer aandacht voor kinderen met specifieke behoeften en versterking van de samenwerking tussen kinderopvang en andere partijen, zoals scholen en gemeenten.
Een belangrijk aspect van de regelgeving is de beroepskracht-kind ratio (BKR), die bepaalt hoeveel kinderen een pedagogisch medewerker mag begeleiden. De BKR is complex en afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en de groepsgrootte. Het berekenen van de BKR kan lastig zijn, vooral bij gemengde groepen. Er zijn rekentools beschikbaar, zoals die van de Rijksoverheid en Kinderopvang-Wijzer.nl, om de BKR nauwkeurig te berekenen.
Per 1 juli 2024 moet de BKR op het niveau van het kindercentrum worden berekend, en niet meer op groepsniveau. Dit betekent dat het aantal beroepskrachten gebaseerd is op het totaal aantal kinderen binnen het kindercentrum, en niet op het aantal kinderen binnen een specifieke basisgroep. Dit maakt het mogelijk om flexibeler om te gaan met de indeling van groepen en om de indeling te baseren op pedagogische overwegingen, met een maximale groepsgrootte van 30 kinderen.
Er is een drie-uursregeling die het mogelijk maakt om gedurende 3 uur per dag af te wijken van de BKR. Dit wordt vaak gebruikt aan de randen van de dag en tijdens de lunchpauze.
Om als pedagogisch medewerker te mogen werken, is een specifieke kwalificatie vereist. Mogelijke opleidingen zijn de Mbo Pedagogisch Medewerker Kinderopvang niveau 3, de Mbo Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker niveau 4 en de Mbo Onderwijsassistent. Daarnaast is registratie in het Personenregister Kinderopvang (PRK) en een geldige Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) verplicht.
Het arbeidsmarktperspectief voor pedagogisch medewerkers is uitstekend, aangezien beide ouders vaak werken en kinderopvang nodig hebben. Doorgroeimogelijkheden omvatten het worden van directeur van een kinderopvangorganisatie of het starten van een eigen onderneming. Het gemiddelde salaris van een pedagogisch medewerker ligt tussen de 2.300 en 3.100 euro bruto, afhankelijk van de functie en de salarisschaal in de cao Kinderopvang. Een zzp’er in de kinderopvang kan een uurtarief van ongeveer 37 euro vragen, maar het daadwerkelijke inkomen is afhankelijk van diverse factoren, zoals de regio, het aantal gewerkte uren en de expertise.
De kwaliteit van de kinderopvang heeft een significante invloed op de hechtingsrelatie van kinderen. Voor sommige kinderen is de kinderopvang een veilige haven, vooral als de situatie thuis minder goed is. Sensitieve pedagogisch medewerkers kunnen een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van kinderen. Het is belangrijk voor pedagogisch medewerkers om reflectie te hebben op hun eigen hechtingsstijl en hoe deze hun benadering van kinderen beïnvloedt.
Bij de keuze van een kinderopvang is het belangrijk om te kijken naar de openingstijden, de pedagogische visie, de groepsgrootte en het aanbod van activiteiten. De Wet Kinderopvang stelt regels vast over het maximale aantal kinderen per pedagogisch medewerker. Kleinere groepen en een lage leidster-kind ratio kunnen bijdragen aan persoonlijke aandacht en een veilige omgeving. Een kwalitatieve opvang biedt meer dan alleen toezicht en biedt activiteiten op het gebied van spel, creativiteit, buiten spelen, muziek en taalontwikkeling.
De kinderopvangsector kampt met uitdagingen, zoals oplopende wachtlijsten en personeelstekorten. Data-analyse kan een duurzamere en goedkopere oplossing bieden om de capaciteit beter te benutten. Door het meten van key performance indicators (KPI’s) en het analyseren van personeels- en kindplanning, kunnen kinderopvangorganisaties inzicht krijgen in verbeterpunten.
De kinderopvangsector is continu in beweging, met als doel de kwaliteit en toegankelijkheid te verbeteren. De nieuwe wetgeving, de veranderde BKR-berekening en de kwalificatie-eisen voor pedagogisch medewerkers zijn belangrijke aspecten van deze ontwikkelingen. Het is essentieel voor ouders, pedagogisch medewerkers en kinderopvangorganisaties om op de hoogte te blijven van deze veranderingen en om samen te werken aan een veilige, stimulerende en kwalitatief hoogwaardige kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet