Stevig Ouderschap: Opleidingen voor Professionals en Ouders
juli 1, 2025
De term “ouderlijk gezag ontzeggen” verwijst naar een juridische maatregel waarbij de rechter beslist dat een ouder geen gezag meer heeft over zijn of haar kind. Dit is een zware beslissing en treedt alleen op in uitzonderlijke situaties waarin het belang van het kind centraal staat. In Nederland is dit onderdeel van het familierecht en wordt het meestal geregeld via de rechter. In dit artikel worden de gronden, procedures en gevolgen van het ontzeggen van ouderlijk gezag uitgebreid besproken, op basis van de beschikbare informatie uit de bronnen.
Ouderlijk gezag betekent dat een ouder of ouders verantwoordelijk zijn voor beslissingen over de opvoeding, verzorging, onderwijs en gezondheid van het kind. In het geval van gezamenlijk gezag hebben beide ouders gelijke rechten en verantwoordelijkheden. In het geval van eenhoofdig gezag heeft slechts één ouder het gezag. Het ouderlijk gezag kan worden ontzegd als de rechter beslist dat het niet in het belang van het kind is om de ouder te laten meebeslissen.
De rechter kan beslissen dat een ouder het gezag verliest als er sprake is van ernstige problemen. De gronden voor het ontzeggen van ouderlijk gezag zijn in de bronnen als volgt:
Ernstig nadeel voor de ontwikkeling van het kind
Als de omgang met een ouder het kind psychisch of lichamelijk schade kan berokkenen, kan de rechter besluiten om het gezag te ontzeggen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij vechtscheidingen, waarin de ouder het kind inzet als machtsspel, of als de ouder voortdurend negatief over de andere ouder spreekt.
De ouder is ongeschikt of niet in staat om omgang met het kind te hebben
Als de rechter vaststelt dat een ouder niet in staat is om met het kind om te gaan, bijvoorbeeld vanwege drugs- of alcoholgebruik, geweld, of een psychische aandoening, kan het gezag worden ontzegd.
Het kind heeft ernstige bezwaren tegen de omgang
Een kind van 12 jaar of ouder kan in bepaalde gevallen een mening geven over de omgang met de andere ouder. Als het kind ernstige bezwaren heeft, kan de rechter besluiten om de omgang te beëindigen. Dit geldt echter alleen als de bezwaren zwaarwegend zijn en niet alleen gebaseerd op persoonlijke voorkeuren.
De omgang is in strijd met de zwaarwegende belangen van het kind
Als de omgang met een ouder in strijd is met het belang van het kind, kan de rechter besluiten om de omgang te ontzeggen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de ouder het kind in gevaar brengt of de omgang leidt tot een onveilige situatie.
Het ontzeggen van ouderlijk gezag gebeurt via de rechter en gebeurt meestal op verzoek van de andere ouder, een voogd of de Raad voor de Kinderbescherming. De procedure is als volgt:
Het verzoek tot ontzegging van ouderlijk gezag moet bij de rechtbank worden ingediend. Dit kan worden gedaan door de andere ouder, een voogd of een instelling zoals de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter zal dan kijken naar de omstandigheden en of er voldoende gronden zijn voor een ontzegging.
De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechter over wat in het belang van het kind is. Ze voeren onderzoek uit naar de situatie en geven een rapport af. Dit rapport helpt de rechter bij het nemen van een beslissing.
De rechter beslist of het gezag wordt ontzegd. Hierbij wordt altijd gekeken naar het belang van het kind. De rechter heeft veel vrijheid om een belangenafweging te maken. Het is belangrijk om te weten dat het ontzeggen van het gezag geen automatische gevolgen heeft voor de financiële verplichtingen van de ouder.
Als het ouderlijk gezag wordt ontzegd, verliest de ouder alle wettelijke bevoegdheden met betrekking tot het kind, zoals het recht om beslissingen over opvoeding en verzorging te nemen. De ouder kan echter wel contact houden met het kind, mits de rechter dat toestaat.
Het ontzeggen van ouderlijk gezag heeft zware gevolgen voor zowel de ouder als het kind. De ouder verliest alle rechten met betrekking tot het kind. De rechter beslist altijd op grond van het belang van het kind. Daarom is het belangrijk dat er voldoende gronden zijn voor het ontzeggen.
Niet iedereen kan vrijwillig afstand doen van het ouderlijk gezag. De rechtbank kan dit alleen beëindigen op verzoek van een ouder of de Raad voor de Kinderbescherming. Wilt een ouder het gezag niet langer uitoefenen, dan moet dit via de rechtbank worden geregeld. Het is niet mogelijk om vrijwillig afstand te doen van het ouderlijk gezag, tenzij de rechter hier toestemming voor geeft.
Als het ouderlijk gezag is ontzegd, kan het mogelijk worden hersteld. De ouder die het gezag heeft verloren, kan een verzoek indienen bij de rechter om het gezag terug te krijgen. Dit is echter niet altijd mogelijk. De voorwaarden voor herstel zijn dat het herstel in het belang van het kind is en dat de ouder in staat is om duurzaam de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind te dragen.
In de bronnen wordt ontheffing en ontzetting gebruikt als termen. De ontheffing van het ouderlijk gezag gebeurt wanneer de ouder niet meer in staat is om het gezag uit te oefenen. De ontzetting van het ouderlijk gezag gebeurt wanneer de rechter besluit dat de ouder het gezag niet meer mag uitoefenen. Beide maatregelen zijn zware stappen en worden alleen genomen als het belang van het kind centraal staat.
De rechter beoordeelt het geval op basis van het belang van het kind. De rechter heeft veel vrijheid om een belangenafweging te maken. De rechter kijkt naar de situatie van het kind en de omstandigheden van de ouder. In sommige gevallen kan de rechter besluiten dat het ontzeggen van het gezag noodzakelijk is, bijvoorbeeld als de ouder in staat is om het kind te verwaarlozen of te misbruiken.
Het ontzeggen van ouderlijk gezag is een zware maatregel die alleen wordt genomen in uitzonderlijke situaties waarin het belang van het kind centraal staat. De rechter beslist altijd op basis van het belang van het kind. Het is belangrijk dat er voldoende gronden zijn voor het ontzeggen van het gezag. De ouder verliest alle wettelijke bevoegdheden, maar kan wel contact houden met het kind, mits de rechter dat toestaat. Het is belangrijk dat ouders en kinderen weten wat de gevolgen zijn van het ontzeggen van ouderlijk gezag.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet