Opvoeden doe je zo: Een kijk in de wereld van verschillende opvoedstijlen
juli 9, 2025
De financiering en regelgeving rondom voorschoolse educatie (VVE) en kinderopvang in Nederland zijn complex en onderhevig aan verandering. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige regelingen, subsidies, en voorwaarden, gebaseerd op beschikbare informatie, met name gericht op de verstrekking van subsidies aan kinderopvangorganisaties en de bijdragen van ouders.
Er zijn verschillende doelgroepen die in aanmerking komen voor subsidies binnen de voorschoolse educatie. Deze groepen worden onderscheiden op basis van de VVE-indicatie van het kind en het recht van de ouders op kinderopvangtoeslag. Zo zijn er peuters zonder VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan, met of zonder recht op kinderopvangtoeslag, en peuters met een VVE-indicatie, eveneens met of zonder recht op kinderopvangtoeslag. De subsidies worden doorgaans uitgekeerd aan de kinderopvangorganisaties, niet direct aan de ouders (met uitzondering van de kinderopvangtoeslag).
Ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor alle dagdelen voorschoolse educatie, gebaseerd op de landelijke tabel. Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage gekoppeld aan een gemeentelijke toeslagtabel. Gemeenten kunnen voor ouders met een VVE-peuter die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maximaal 16 uur (4 dagdelen van 4 uur) subsidiëren vanaf de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar. De gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op een door het college vastgestelde tabel. Het maximale uurtarief dat een gesubsidieerde aanbieder in rekening mag brengen voor een VVE-peuterplaats is gelijk aan de maximale uurprijs die de Rijksoverheid hanteert voor de kinderopvangtoeslag (in 2025: € 10,71).
Alleen rechtspersonen die bedrijfsmatig een kindcentrum exploiteren, kunnen een subsidie aanvragen. Een aanvraag moet worden ingediend op een door de gemeente vastgesteld aanvraagformulier en moet voldoen aan specifieke eisen. Zo moet de aanvraag de visie van de aanvrager op voorschoolse educatie beschrijven, inclusief hoe het aanbod de kinderen voorbereidt op de basisschool. Ook moet worden aangegeven in hoeveel VVE-groepen voorschoolse educatie wordt aangeboden.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt indien wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang. Voor VVE-peuteropvang geldt bovendien dat de aanbieder moet voldoen aan de voorschriften van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en geregistreerd moet staan in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Een VVE-locatie moet werken met een kindvolgsysteem dat voldoet aan de eisen van de Inspectie van het Onderwijs.
Sinds 2017 wordt op VVE-locaties gewerkt aan inclusieve kinderopvang, ook wel Passende Kinderopvang genoemd. Dit heeft als doel om alle kinderen, ook degenen met een extra ondersteuningsvraag, in de eigen wijk een passend aanbod te kunnen bieden. Dit wordt ondersteund door teams van coaches en ambulant begeleiders die specialistische expertise leveren. Extra taakuren zijn beschikbaar voor pedagogisch medewerkers om de benodigde tijd voor coaching, kindbesprekingen en groepsobservatie te faciliteren.
De inzet van extra taakuren is opgebouwd uit verschillende componenten: basistaken, een subsidiebedrag voor taakuren VVE per VVE-groep, een subsidiebedrag voor taakuren VVE per VVE-peuter, en een subsidiebedrag voor taakuren VVE per peuter met een ondersteuningsvraag. Voor een VVE-peuterlocatie geldt een vermenigvuldigingsfactor van 640 uur voor niet-toeslaggerechtigde ouders en 320 uur voor toeslaggerechtigde ouders.
VVE-locaties werken met een kindvolgsysteem dat voldoet aan de vastgestelde criteria. Samenwerking met basisscholen is essentieel, met afspraken over de doorgaande leerlijn, ouderbetrokkenheid en de warme overdracht van informatie over het kind. Preventieve logopedistes van PAS (een organisatie voor ondersteuning) komen op de groep voor signalering en advisering.
Kinderopvangorganisaties die subsidie ontvangen, hebben verschillende verplichtingen. Ze moeten een administratie bijhouden van de doelgroepen en het aantal benutte kindplaatsen, inclusief informatie over de periode en het aantal dagdelen deelname, de hoogte van de ouderbijdrage, en de VVE-indicatie van het kind. Ze zijn ook verplicht om een aansluitovereenkomst af te sluiten met de leverancier van het gemeentelijke monitoringssysteem en kwartaalgegevens te uploaden.
VVE-locaties gebruiken erkende VVE-programma's die zijn opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Voorbeelden van gebruikte methodieken zijn Met Woorden in de Weer en LOGO 3000.
Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de financiering en uitvoering van VVE-beleid. Ze kunnen aanvullende subsidies verstrekken en specifieke eisen stellen aan de aanbieders. De VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) pleit voor voldoende budget om een goed VVE-aanbod te kunnen verzorgen voor alle kinderen.
Er zijn zorgen over de toegankelijkheid van kinderopvang voor gezinnen met een laag inkomen, met name door de wijzigingen in het financieringsstelsel. De VNG roept het rijk op om de structurele negatieve effecten van deze wijzigingen te voorkomen, bijvoorbeeld door het instellen van een prijsplafond of het laten vervallen van de arbeidseis.
De regelgeving rondom kinderopvang en VVE is dynamisch en kan in de toekomst veranderen. Het is belangrijk voor ouders, opvoeders en kinderopvangorganisaties om op de hoogte te blijven van de actuele ontwikkelingen en regelingen.
De financiering en regelgeving rondom voorschoolse educatie en kinderopvang zijn complex en vereisen een zorgvuldige afweging van verschillende factoren, waaronder de VVE-indicatie van het kind, het recht op kinderopvangtoeslag, en de gemeentelijke regelingen. Het doel is om alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, een kwalitatief hoogwaardig aanbod van voorschoolse educatie te bieden, dat hen optimaal voorbereidt op de basisschool. De samenwerking tussen kinderopvangorganisaties, basisscholen, en gemeenten is essentieel om dit doel te bereiken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet