Stevig Ouderschap: Ondersteuning voor ouders in moeilijke tijden
juli 1, 2025
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële steun voor werkende ouders met kinderen die gebruikmaken van kinderopvang. Het systeem is echter complex en de hoogte van de toeslag kan beïnvloed worden door verschillende factoren, waaronder het inkomen en het vermogen van de ouders. Dit artikel biedt een overzicht van de regels rondom kinderopvangtoeslag en spaargeld, gebaseerd op actuele informatie.
Kinderopvangtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid om de kosten van kinderopvang te verlagen. Deze toeslag is bedoeld voor ouders die werken, een opleiding volgen, of een traject volgen dat de kans op werk vergroot. De toeslag kan worden aangevraagd voor verschillende vormen van kinderopvang, zoals kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang (BSO) en gastouderopvang. Het is belangrijk te weten dat de opvangorganisatie goedgekeurd moet zijn en geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LKR). Voor opvang door familie of vrienden geldt een uitzondering: alleen als zij zijn ingeschreven als gastouder kan er toeslag worden aangevraagd.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het percentage toeslag dat men ontvangt. Vanaf een inkomen van € 159.225 per jaar ontvangen ouders altijd 33,3% van de kosten vergoed. Voor gezinnen met een lager inkomen kan het percentage aanzienlijk hoger zijn. De Belastingdienst hanteert het ‘toetsingsinkomen’, waarbij het inkomen van beide partners wordt meegerekend.
Naast het inkomen speelt ook het vermogen van de ouders een rol bij de bepaling van de hoogte van de kinderopvangtoeslag. De overheid hanteert een vermogenstoets om ervoor te zorgen dat de toeslag terechtkomt bij gezinnen die dit daadwerkelijk nodig hebben. Het vermogen omvat niet alleen spaargeld, maar ook andere bezittingen zoals aandelen, beleggingen en vastgoed (met uitzondering van de eigen woning).
Er zijn geen strikte grenzen aan hoeveel spaargeld men mag hebben, maar boven een bepaald bedrag kan de toeslag worden verlaagd of zelfs vervallen. Het is daarom belangrijk om het vermogen regelmatig te evalueren en indien nodig aanpassingen te maken. Ouders kunnen overwegen om geld uit te geven aan zaken zoals opleidingen, verduurzaming van de woning of giften aan goede doelen om binnen de regels te blijven.
De overheid vergoedt een deel van de uurprijs van de kinderopvang, tot een maximum bedrag. De maximale uurprijzen verschillen per type opvang. In 2025 bedragen deze: € 10,71 voor dagopvang, € 9,52 voor buitenschoolse opvang en € 8,10 voor gastouderopvang. Ouders ontvangen een percentage van deze maximum uurprijs, afhankelijk van hun inkomen. Het verschil tussen de daadwerkelijke uurprijs en de maximum uurprijs betalen ouders zelf.
Per kind wordt maximaal 2760 uur per jaar vergoed, wat overeenkomt met 230 uur per maand. Vanaf 1 januari 2023 is het aantal gewerkte uren niet langer van belang; ook met slechts 1 uur werk per maand heeft men recht op 230 uur opvang. Niet-gebruikte uren kunnen in sommige gevallen worden opgemaakt.
De kinderopvangtoeslag wordt niet automatisch verstrekt; ouders moeten deze zelf aanvragen via Mijn Toeslagen op de website van de Belastingdienst. Het is belangrijk om de aanvraag binnen drie maanden na de start van de kinderopvang in te dienen om geen recht te verliezen op de toeslag voor de eerste maanden. Voor de aanvraag zijn onder andere de DigiD, het kinderopvangcontract, inkomensgegevens en het LKR-nummer van de opvangorganisatie nodig.
Het kabinet werkt aan een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang, met als doel de kosten voor werkende ouders te verlagen en het systeem te vereenvoudigen. Vanaf 2027 moet de kinderopvang voor alle werkende ouders bijna gratis zijn. In het nieuwe stelsel betaalt de overheid de vergoeding rechtstreeks aan de kinderopvangorganisaties en verdwijnt de kinderopvangtoeslag op basis van een voorschot. Ouders betalen nog wel een eigen bijdrage, maar krijgen vooraf zekerheid over het recht op de vergoeding.
Er zijn verschillende uitzonderingen en bijzondere situaties die van invloed kunnen zijn op het recht op kinderopvangtoeslag. Zo kunnen ouders die tijdelijk werkloos zijn, een opleiding volgen of een inburgeringscursus volgen, onder bepaalde voorwaarden toch in aanmerking komen voor de toeslag. Ook voor co-ouders zijn er speciale regelingen, waardoor beide ouders mogelijk toeslag kunnen aanvragen.
In het verleden zijn er problemen geweest met de kinderopvangtoeslag, waarbij ouders onterecht als fraudeur werden bestempeld en toeslagen werden teruggevorderd. De Belastingdienst heeft deze aanpak inmiddels aangepast en gedupeerde ouders worden gecompenseerd. Ouders die denken gedupeerd te zijn, kunnen zich aanmelden bij de Dienst Toeslagen.
Ouders die vragen hebben over de kinderopvangtoeslag kunnen terecht bij de Belastingdienst, de Consumentenbond en BOinK, de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang. BOinK biedt een speciale toolkit met handleidingen en rekenhulpen om ouders te helpen bij het aanvragen van de toeslag.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële steun voor werkende ouders, maar het systeem is complex en de hoogte van de toeslag kan beïnvloed worden door verschillende factoren, waaronder inkomen en vermogen. Het is belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de regels en om de toeslag tijdig aan te vragen. Het nieuwe financieringsstelsel dat vanaf 2027 wordt ingevoerd, belooft de kinderopvang voor werkende ouders aanzienlijk betaalbaarder te maken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet