Ouderschap Blijft: Een methode om kinderen te ondersteunen bij een scheiding
juli 1, 2025
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële steun voor werkende ouders met jonge kinderen. De regels rondom deze toeslag zijn complex en veranderen regelmatig. Dit artikel biedt een overzicht van de kinderopvangtoeslag, met speciale aandacht voor de situatie waarin ouders werkloos worden, gebaseerd op actuele informatie en regelgeving.
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag, gelden er een aantal voorwaarden. In de eerste plaats moeten ouders werken of een opleiding volgen. Dit omvat niet alleen reguliere loondienst, maar ook situaties waarin men als zelfstandige, freelancer, artiest of ondernemer werkzaam is. Zelfs het volgen van een erkende opleiding, zoals een mbo, hbo, universiteit of vavo, kan recht geven op toeslag. Het volgen van cursussen of workshops is echter niet voldoende. Daarnaast moet het kind bij de ouder(s) ingeschreven staan en moet de opvang geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Ook is het vereist dat men kinderbijslag ontvangt of het kind op andere wijze onderhoudt. Voor niet-Nederlandse staatsburgers geldt de voorwaarde van een geldige verblijfsvergunning.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de ouders, het aantal kinderen dat gebruikmaakt van de opvang, het type opvang en het aantal afgenomen uren. De overheid vergoedt een percentage van de maximale uurprijs, die per type opvang verschilt. In 2025 bedragen de maximale uurprijzen € 10,71 voor dagopvang, € 9,52 voor buitenschoolse opvang en € 8,10 voor gastouderopvang. Het percentage vergoeding is inkomen afhankelijk. Huishoudens met een gezamenlijk inkomen tot € 47.404 euro krijgen in 2025 96% van de kosten vergoed. Naarmate het inkomen stijgt, daalt dit percentage geleidelijk.
Een belangrijke complicatie ontstaat wanneer een ouder werkloos wordt. De kinderopvangtoeslag is immers gekoppeld aan het werken of studeren. Wanneer men in de Werkloosheidswet (WW) terechtkomt, kan dit invloed hebben op het recht op toeslag. Het is cruciaal om te begrijpen hoe dit in elkaar zit om te voorkomen dat men onnodig toeslag misloopt.
Wanneer men met een VSO (vaststellingsovereenkomst) ontslag neemt en in de WW komt, voldoet men in eerste instantie niet meer aan de voorwaarden voor de kinderopvangtoeslag. Dit kan leiden tot problemen, omdat men of het kind van de opvang moet halen, of de volledige kosten zelf moet betalen. Gezien de lange wachtlijsten voor kinderopvang is het vaak niet wenselijk om het kind van de opvang te halen, zeker niet als men verwacht snel weer werk te vinden.
Gelukkig is er een mogelijkheid om opgespaarde uren in te zetten. Wanneer men tijdens de werkperiode meer uren opvang heeft afgenomen dan men daadwerkelijk heeft gewerkt, kunnen deze uren worden opgespaard en later worden gebruikt. In het voorbeeld wordt geschetst dat men bij een gebruik van 100 uur per maand gedurende vier maanden 520 uur kan opsparen en deze na juli kan inzetten tot december. Dit biedt een buffer voor de periode waarin men werkloos is.
In geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de zorg voor het kind delen, kunnen beide ouders afzonderlijk kinderopvangtoeslag aanvragen. Er is een maximum van 230 uur per kind per maand waarvoor gezamenlijk toeslag kan worden aangevraagd. Beide ouders dienen een brief aan de Belastingdienst te sturen waarin ze aangeven dat ze co-ouders zijn.
De regels rondom de kinderopvangtoeslag zijn voortdurend in beweging. Voor 2025 zijn er al wijzigingen aangekondigd, waaronder een verhoging van de toeslag voor ouders met een inkomen tussen de € 29.400 en € 159.200. Het kabinet heeft € 429 miljoen extra uitgetrokken voor deze verhoging. Dit is een eerste stap richting het doel om de kinderopvang in 2027 voor alle werkende ouders bijna gratis te maken. Vanaf 2027 zal de vergoeding rechtstreeks naar de opvangorganisaties gaan, in plaats van via de ouders.
Het is van groot belang om wijzigingen in de persoonlijke situatie tijdig door te geven aan de Belastingdienst, zoals veranderingen in inkomen of een overstap naar een andere opvanglocatie. Ook is het raadzaam om de verstrekte informatie te controleren op juistheid, aangezien onjuistheden kunnen leiden tot terugvorderingen. Naast de kinderopvangtoeslag is het verstandig om te onderzoeken of er lokale subsidies of tegemoetkomingen beschikbaar zijn die de kosten verder kunnen verlagen.
Voor ouders die ontslag overwegen, is het essentieel om de timing van het ontslag goed te onderhandelen, rekening houdend met de impact op de kinderopvangtoeslag. Het inschakelen van juridische expertise kan hierbij van onschatbare waarde zijn.
Vanaf 2025 wordt de handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst weer volledig hersteld. Bedrijven die mensen als zzp’er inhuren terwijl er sprake is van een werknemersrelatie, kunnen een boete en naheffingen verwachten. Er geldt een overgangsperiode van één jaar waarin werkgevers en werknemers de gelegenheid krijgen om de situatie te corrigeren.
De kwaliteit van de kinderopvang is van groot belang voor de ontwikkeling van het kind. De opvangorganisatie moet goedgekeurd zijn door de gemeente en geregistreerd staan in het Landelijk Register Kinderopvang. Vanaf 1 januari 2025 geldt voor pedagogisch medewerkers in de kinderdagopvang een taaleis: minimaal niveau 3F of B2 voor mondelinge taalvaardigheid, en niveau 3F voor leesvaardigheid voor pedagogisch medewerkers voorschoolse educatie.
De kinderopvangtoeslag is een complex systeem met veel regels en uitzonderingen. Het is belangrijk voor ouders om goed geïnformeerd te zijn over hun rechten en plichten, en om wijzigingen in hun situatie tijdig door te geven aan de Belastingdienst. In geval van werkloosheid is het cruciaal om te weten hoe dit de toeslag beïnvloedt en om gebruik te maken van de mogelijkheid om opgespaarde uren in te zetten. De toekomstige ontwikkelingen, zoals de bijna gratis kinderopvang in 2027, bieden perspectief op verdere vereenvoudiging en toegankelijkheid van kinderopvang voor alle werkende ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet