Ouderschap Blijft in Lisse: Een methode voor betere samenwerking tussen gescheiden ouders
juli 1, 2025
Bij co-ouderschap delen ouders de verantwoordelijkheden en kosten van hun kinderen. Dit kan zowel op financieel als op zorg- en opvoedingsvlak plaatsvinden. Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over hoe de kosten van het kind worden verdeeld, zodat zowel de ouders als het kind in het voordeel staan. De bronnen die beschikbaar zijn, geven een overzicht van de regels, praktijk en mogelijke oplossingen bij de verdeling van kosten bij co-ouderschap.
Een van de belangrijkste principes bij de verdeling van kosten bij co-ouderschap is de draagkracht van de ouders. Hierbij wordt rekening gehouden met het inkomen en het vermogen van elke ouder. De verdeling gebeurt meestal evenredig op basis van het inkomen van beide ouders. Bijvoorbeeld, als de vader een inkomen heeft van €2000 en de moeder van €1000, dan draagt de vader 2/3 van de kosten en de moeder 1/3. Dit principe wordt vaak toegepast bij de berekening van de kinderalimentatie en het kindgebonden budget.
De Tremanormen zijn een veelgebruikte maatstaf bij de bepaling van de bijdrage van iedere ouder. Op basis van hun inkomen wordt bepaald wat iedere ouder moet bijdragen aan de kosten van het kind. Dit geldt zowel voor de verblijfskosten als de verblijfsoverstijgende kosten.
Bij co-ouderschap worden de kosten van het kind vaak onderverdeeld in verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. De verblijfskosten zijn de kosten die direct gerelateerd zijn aan het verblijf van het kind in een bepaalde woning. Dit omvat eten, drinken, energiekosten, huur en speelgoed. Deze kosten worden doorgaans gedragen door de ouder bij wie het kind op dat moment verblijft.
De verblijfsoverstijgende kosten zijn kosten die niet direct gerelateerd zijn aan de plaats waar het kind verblijft. Dit kunnen zijn: verzekeringen, abonnementen, contributies, schoolkosten, kleding en sportbenodigdheden. Deze kosten worden vaak anders verdeeld dan de verblijfskosten. Soms wordt er een zorgkorting toegepast, die het aandeel van de onderhoudsplichtige beïnvloedt. Bijvoorbeeld, bij een zorgkorting van 35% wordt het aandeel van de onderhoudsplichtige verminderd.
De kinderbijslag wordt vaak uitbetaald aan de ouder die het kind het grootste deel van het jaar verzorgt. Bij co-ouderschap kunnen ouders afspreken de kinderbijslag te verdelen. Meestal krijgt elk van de ouders de helft van de kinderbijslag, maar het is ook mogelijk om af te spreken dat één ouder het volledige bedrag ontvangt. Bij meerdere kinderen kan het fiscaal voordelig zijn om de kinderen over beide huishoudens te verdelen, zodat beide ouders in aanmerking komen voor het kindgebonden budget en de eventuele alleenstaande ouderkorting.
Het kindgebonden budget is een toeslag voor de kosten van de kinderen tot 18 jaar. Het bedrag is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Het wordt vaak uitbetaald aan de ouder die het kind het grootste deel van het jaar verzorgt. Bij co-ouderschap kunnen ouders afspreken hoe het budget wordt verdeeld. Het is mogelijk om het budget op een gezamenlijke kinderrekening te laten storten, of om het te laten storten op de rekening van de minst verdienende ouder, wat in sommige gevallen een hoger bedrag kan opleveren.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van kosten. Dit kan schriftelijk worden vastgelegd in een ouderschapsplan, wat handig is voor de helderheid en duurzaamheid van de regeling. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) beoordeelt de aanvraag voor het splitsen van de kinderbijslag en bepaalt of beide ouders aan de voorwaarden voldoen. Dit omvat het daadwerkelijk delen van de zorg van de kinderen en een gelijke verdeling van de kosten.
Een mediator kan helpen bij het vaststellen van de noodzaak en hoogte van eventuele alimentatie. Het inschakelen van een mediator of financieel adviseur kan helpen om tot duidelijke en eerlijke afspraken te komen over de kostenverdeling en alimentatie, waardoor conflicten worden verminderd en het welzijn van de kinderen voorop blijft staan.
In een zaak die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is aangehangen, is vastgesteld dat bij co-ouderschap de zorgkorting van 35% geldt. Hierbij wordt rekening gehouden met de kosten van het kind na aftrek van de kinderbijslag. De totale kosten worden verdeeld op basis van de inkomens van beide ouders. In dit geval was de vrouw de enige ontvanger van de kinderbijslag, terwijl de man een deel van de kosten moest dragen.
Een ander voorbeeld is de kinderopvangtoeslag, waarbij co-ouders allebei kinderopvangtoeslag kunnen krijgen. Ieder voor het eigen deel van de kosten. Als co-ouders krijgt u samen kinderopvangtoeslag voor maximaal 230 uur per kind, per maand.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een belastingvoordeel voor werkende ouders met kinderen jonger dan 12 jaar. Om in aanmerking te komen, moet het kind ten minste zes maanden op het woonadres van de ouder ingeschreven staan en moet de ouder een arbeidsinkomen hebben dat hoger is dan een bepaald minimumbedrag. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders, mits ze aan de voorwaarden voldoen, aanspraak maken op deze korting, ongeacht waar het kind primair is ingeschreven.
De huurtoeslag kan ook worden aangevraagd door beide ouders. Voor de huurtoeslag kan een kind, net als voor de Belastingdienst, maar bij één ouder zijn ingeschreven. De andere ouder mag het kind wel meetellen bij het huishouden als hij of zij een aanvraag indient voor huurtoeslag. De Belastingdienst vraagt dan om een verklaring co-ouderschap. Deze verklaring moet door beide ouders ondertekend zijn.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om goede afspraken te maken over de verdeling van kosten. Dit kan helpen om conflicten te vermijden en het welzijn van de kinderen te waarborgen. Het is belangrijk om te overleggen over welke kosten worden verdeeld en welke niet. Eigen kosten zijn de kosten die elk huishouden voor zichzelf maakt, terwijl te verdelen kosten uitgaven zijn voor het kind die één ouder doet, zoals verzekeringen en schoolkosten. Deze te verdelen kosten kunnen naar draagkracht worden verdeeld, waarbij rekening wordt gehouden met de inkomens van beide ouders.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van kosten. Dit omvat zowel de draagkracht van de ouders als de verdeling van kinderbijslag, kindgebonden budget, verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Het is belangrijk om te overleggen over welke kosten worden verdeeld en welke niet. Het inschakelen van een mediator kan helpen bij het vaststellen van de noodzaak en hoogte van eventuele alimentatie. Het is belangrijk om te overleggen over welke kosten worden verdeeld en welke niet. De Belastingdienst en SVB spelen hierbij een rol in de bepaling van de hoeveelheid toeslagen en de verdeling van de kinderbijslag.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet