Officiële regelingen voor co-ouderschap: Wat ouders moeten weten
juli 1, 2025
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders duidelijke afspraken maken over de verdeling van de kosten van de kinderen. Deze kosten omvatten zowel dagelijks gebruik als grotere uitgaven, zoals schooluitstapjes, sporten, en verzekeringen. De verdeling kan op verschillende manieren plaatsvinden, zoals op basis van het inkomen, het aantal dagen dat het kind bij elk huishouden verblijft, of op basis van een vast bedrag per periode. De wet bepaalt niet expliciet wat onder gemeenschappelijke kosten van een VvE dient te worden verstaan, zodat men daarvoor moet kijken naar de splitsingsakte of het splitsingsreglement. Hierin is veelal een opsomming gegeven van de kosten die door de gezamenlijke eigenaars moeten worden gedragen. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende soorten kosten, zoals verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Ook is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Daarnaast is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kosten van de kinderen en de communicatie tussen de ouders.
Bij co-ouderschap worden de kosten van de kinderen verdeeld over twee huishoudens, wat vaak leidt tot hogere totale uitgaven. Het is daarom belangrijk om onderscheid te maken tussen kosten die individueel worden gedragen en kosten die samen worden gedeeld.
Eigen kosten zijn de kosten die elk huishouden voor zichzelf maakt. Denk aan de huur, telefoon en boodschappen. Deze kosten kunnen voor jullie als ex-partners flink verschillen, bijvoorbeeld door verschillen in inkomen en een ander uitgavepatroon. Eigen kosten zijn ook de uitgaven voor de kinderen die beide ouders doen. Bijvoorbeeld dubbel schoolmateriaal, speelgoed of een fiets.
Te verdelen kosten zijn uitgaven voor het kind die één ouder doet. Denk aan verzekeringen, abonnementen, contributies en schoolkosten. Je kunt deze kosten op drie manieren verdelen: naar draagkracht, op basis van een vast bedrag per periode, of door de helft van de kosten door beide ouders te laten betalen. Het verdelen naar draagkracht vereist regelmatige overleg en het delen van inkomensgegevens. Een verdeling op basis van een vast bedrag biedt overzicht, maar kan als oneerlijk worden ervaren door de ouder met het lagere inkomen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Verblijfskosten zijn de kosten die direct samenhangen met het verblijf van het kind in een bepaald huishouden. Denk hierbij aan kosten voor eten, drinken, lichaamsverzorging, huisvesting, uitstapjes en speelgoed. Deze kosten worden doorgaans gedragen door de ouder bij wie het kind op dat moment verblijft.
Verblijfsoverstijgende kosten daarentegen zijn uitgaven die niet direct gerelateerd zijn aan de plaats waar het kind verblijft. Voorbeelden hiervan zijn verzekeringen, abonnementen, contributies, schoolkosten, kleding, sportbenodigdheden en niet-vergoede medische kosten. Deze kosten worden vaak anders verdeeld dan de verblijfskosten.
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders duidelijke afspraken maken over de verdeling van de kosten van de kinderen. Deze kosten omvatten zowel de dagelijkse uitgaven als de grotere kosten zoals schooluitstapjes, sporten, en verzekeringen. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende soorten kosten, zoals verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Ook is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Daarnaast is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kosten van de kinderen en de communicatie tussen de ouders.
De verdeling van de kosten kan op basis van het inkomen van de ouders plaatsvinden. Bijvoorbeeld, als de één € 1.500 verdient en de ander € 3.000, dan draagt de eerste 1/3 van de kosten en de tweede 2/3. Dit is een veelgebruikte methode en zorgt voor een eerlijke verdeling.
Een andere methode is het verdelen van de kosten op basis van het aantal dagen dat het kind bij elk huishouden verblijft. Beide ouders dragen de helft van de kosten bij. Hoewel dit eenvoudig is, kan dit oneerlijk aanvoelen voor een ouder met een lager inkomen.
Een verdeling op basis van een vast bedrag biedt overzicht, maar kan als oneerlijk worden ervaren door de ouder met het lagere inkomen.
Bij co-ouderschap wordt het kind geacht bij het huishouden van beide ouders te horen. Beide ouders hebben recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag bij voorkeur uit aan één ouder, waarna de ouders zelf het bedrag onderling verdelen. Het kindgebonden budget wordt door de Belastingdienst uitgekeerd. Dit geld kan worden verdeeld over beide ouders, mits er sprake is van co-ouderschap en er twee of meer kinderen zijn. In dat geval ontvangen beide ouders een deel van het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Bij de Belastingdienst geldt een heffingskorting als je kinderen hebt en werkt. Het gaat om de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze heffingskorting wordt betaald aan het huishouden waar de kinderen meer dan zes maanden staan ingeschreven in het bevolkingsregister. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders als ze allebei een baan hebben de inkomensafhankelijke combinatiekorting aanvragen.
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders duidelijke afspraken maken over de verdeling van de kosten van de kinderen. Deze kosten omvatten zowel de dagelijkse uitgaven als de grotere kosten zoals schooluitstapjes, sporten, en verzekeringen. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende soorten kosten, zoals verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Ook is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Daarnaast is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kosten van de kinderen en de communicatie tussen de ouders.
Het is belangrijk om regelmatig overleg te houden over de verdeling van de kosten van de kinderen. Dit omvat het delen van inkomensgegevens en het bepalen van een eerlijke verdeling. Het is ook belangrijk om te bespreken of er sprake is van een oneerlijke kostenverdeling en of er een andere verdeling mogelijk is.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om een goede communicatie te hebben tussen de ouders. Dit omvat het delen van informatie over de kosten van de kinderen en het oplossen van eventuele conflicten. Het is ook belangrijk om te bespreken of er sprake is van een oneerlijke verdeling van de kosten en of er een andere verdeling mogelijk is.
Bij co-ouderschap wordt het kind geacht bij het huishouden van beide ouders te horen. Beide ouders hebben recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag bij voorkeur uit aan één ouder, waarna de ouders zelf het bedrag onderling verdelen. Het kindgebonden budget wordt door de Belastingdienst uitgekeerd. Dit geld kan worden verdeeld over beide ouders, mits er sprake is van co-ouderschap en er twee of meer kinderen zijn. In dat geval ontvangen beide ouders een deel van het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Bij de Belastingdienst geldt een heffingskorting als je kinderen hebt en werkt. Het gaat om de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze heffingskorting wordt betaald aan het huishouden waar de kinderen meer dan zes maanden staan ingeschreven in het bevolkingsregister. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders als ze allebei een baan hebben de inkomensafhankelijke combinatiekorting aanvragen.
Een kinderrekening kan helpen bij het beheren van de kosten van de kinderen. Als je na de scheiding nog steeds goed overweg kunt met de andere ouder en op één lijn zit qua uitgaven kan het gebruik van een kinderrekening goed werken. Je hebt allebei volledig inzicht in de uitgaven voor je kind. Bij extra uitgaven betaal je allebei (in verhouding) mee aan de kosten hiervoor. Veel ouders vinden het fijn om te zien waar de andere ouder het geld aan uitgeeft. Je weet ook zeker dat al het geld voor de kinderen ook daadwerkelijk voor de kinderen gebruikt gaat worden.
Er zijn ook ouders die bewust niet kiezen voor het gebruik van een kinderrekening. Er zitten namelijk ook een aantal mogelijke nadelen aan. Als het contact met de andere ouder niet goed is, zal het gebruik van deze rekening vaak tot discussies leiden. Bijvoorbeeld als de ene ouder iets koopt waar de andere ouder het niet mee eens is. Het uitgavenpatroon van de ouders kan ook heel verschillend zijn. De ene ouder wil graag alleen merkkleding kopen en de andere ouder vindt dit niet nodig. Als je niet op één lijn zit met de ouder qua uitgaven kun je beter niet beginnen aan een kinderrekening.
Bij co-ouderschap wordt het kind geacht bij het huishouden van beide ouders te horen. Beide ouders hebben recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag bij voorkeur uit aan één ouder, waarna de ouders zelf het bedrag onderling verdelen. Het kindgebonden budget wordt door de Belastingdienst uitgekeerd. Dit geld kan worden verdeeld over beide ouders, mits er sprake is van co-ouderschap en er twee of meer kinderen zijn. In dat geval ontvangen beide ouders een deel van het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Bij de Belastingdienst geldt een heffingskorting als je kinderen hebt en werkt. Het gaat om de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze heffingskorting wordt betaald aan het huishouden waar de kinderen meer dan zes maanden staan ingeschreven in het bevolkingsregister. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders als ze allebei een baan hebben de inkomensafhankelijke combinatiekorting aanvragen.
Bij co-ouderschap is het belangrijk dat ouders duidelijke afspraken maken over de verdeling van de kosten van de kinderen. Deze kosten omvatten zowel de dagelijkse uitgaven als de grotere kosten zoals schooluitstapjes, sporten, en verzekeringen. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende soorten kosten, zoals verblijfskosten en verblijfsoverstijgende kosten. Ook is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Daarnaast is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kosten van de kinderen en de communicatie tussen de ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet