Stevig Ouderschap: Een effectieve interventie voor kwetsbare gezinnen
juli 1, 2025
De afgelopen jaren zijn er in Nederland aanzienlijke veranderingen doorgegaan op het gebied van gezinssamenstelling en het begrip ouderschap. Deze veranderingen hebben geleid tot een herijking van het ouderschap, waarbij het belang van het kind centraal staat. De Staatscommissie Herijking Ouderschap, ingezet in 2014, heeft in haar rapport Kind en ouders in de 21ste eeuw (2016) een reeks aanbevelingen gedaan die de wetgeving rondom ouderschap en gezag moeten aanpassen aan de huidige maatschappelijke realiteit. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van de herijking van het ouderschap besproken, met name het concept van meerouderschap, meerpersoonsgezag, en de rol van draagmoederschap. De inhoud is gebaseerd op de gegevens uit de bronnen, die in het artikel zijn aangehaald.
De samenleving is in de afgelopen decennia sterk veranderd. Het traditionele gezin, bestaande uit een vader, moeder en hun biologische kinderen, is steeds minder voorkomend. In plaats daarvan komen er steeds vaker nieuwe gezinsvormen voor, zoals éénoudergezinnen, samengestelde gezinnen, gezinnen van ouders van gelijk geslacht, en meeroudergezinnen. Deze veranderingen stellen nieuwe eisen aan de wetgeving en het beleid op het gebied van ouderschap en gezag. De Staatscommissie heeft vastgesteld dat de bestaande regelgeving niet altijd adequaat is om recht te doen aan deze nieuwe realiteit. Het belang van het kind staat hierbij centraal.
In het rapport wordt benadruid dat het belang van het kind moet worden gecentreerd in alle beslissingen rondom ouderschap en gezag. Dit geldt zowel voor traditionele gezinnen als voor meeroudergezinnen. Het kind moet worden beschermd tegen onzekerheid, en het moet kunnen beschikken over informatie over zijn of haar afstamming. De komst van nieuwe vormen van gezinsvorming, zoals draagmoederschap, vereist een herijking van het ouderschap om aan de verwachtingen van ouders en kinderen te voldoen.
Een van de belangrijkste onderwerpen in het rapport is het concept van meerouderschap. De Staatscommissie adviseert om de mogelijkheid te bieden voor het toekennen van juridisch ouderschap en ouderlijk gezag aan maximaal vier ouders. Dit zou betekenen dat kinderen in meerdere huishoudens kunnen opgroeien, waarin meerdere personen als juridische ouders fungeren. Het is belangrijk dat deze ouders samen het ouderlijk gezag delen, zodat iedereen betrokken is bij beslissingen die van invloed zijn op het kind.
De komst van meerouderschap vereist ook een herziening van de wetgeving rondom het ouderlijk gezag. Momenteel gaat de wetgeving uit van maximaal twee ouders. De Staatscommissie heeft aangegeven dat dit in de toekomst moet worden aangepast aan de realiteit van meeroudergezinnen. Daarnaast wordt er op gewezen dat het belang van het kind moet worden gecentreerd in de beslissingen over het ouderlijk gezag.
Een ander belangrijk punt is het concept van meerpersoonsgezag. Dit betekent dat een kind meerdere personen kan hebben die een rol spelen in de verzorging en opvoeding. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als een kind wordt verzorgd door een stiefouder en een biologische ouder. De Staatscommissie adviseert dat deze personen samen het gezag over het kind mogen uitoefenen, mits de voorwaarden zijn voldaan. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat het kind in staat is zich te ontwikkelen in een stabiele omgeving.
Een ander onderwerp dat centraal staat in het rapport is het draagmoederschap. De Staatscommissie heeft aangegeven dat er een regeling moet komen voor draagmoederschap. Dit kan volgens hen voorkomen dat wensouders uitwijken naar het buitenland waar het onderscheid tussen draagmoederschap en kinderkoop niet altijd helder is. De aanbeveling luidt dan ook om draagmoederschap zorgvuldig bij wet te regelen, zodat de belangen van kind, draagmoeder en wensouders goed worden afgewogen.
In het kader van draagmoederschap worden ook problemen genoemd die kunnen ontstaan bij het opvoeden van een kind. Bijvoorbeeld, bij draagmoederschap binnen Nederland kan voor het kind na de geboorte nog langere tijd onduidelijk zijn wie zijn ouders zullen zijn, welke naam hij zal dragen en wie de belangrijke beslissingen over zijn verzorging en opvoeding zullen kunnen nemen. De risico’s voor een kind zijn groter indien de wensouders kiezen voor een buitenlandse constructie. Daarbij kan hij/zij slachtoffer worden van kinderkoop en uitbuiting. Het kind kan zelfs staatloos worden, zonder juridische ouders en zonder naam, doordat het ouderschap van de wensouders niet wordt erkend in Nederland, terwijl in het land van herkomst de juridische band met de geboortemoeder inmiddels is verbroken.
Een belangrijk punt in het rapport is het belang van het kind bij de herijking van het ouderschap. De Staatscommissie stelt vast dat het in de huidige maatschappij voorkomt dat een kind wordt verzorgd en opgevoed door meer dan twee personen die samen als ouders met het kind een gezin vormen. Het mogelijk maken dat deze personen een juridische ouderschapsband met het kind kunnen vestigen, maakt zekerder dat de band tussen kind en ouders tijdens het opgroeien, maar ook na de meerderjarigheid, in stand blijft. De Staatscommissie adviseert daarom juridisch meerouderschap en meeroudergezag onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken.
Het kabinet is met de Staatscommissie van mening dat het recht van kinderen op informatie over hun ontstaansgeschiedenis versterkt moet worden. En dat hierin een grote verantwoordelijkheid van de ouders ligt. Afstammingsvoorlichting maakt onderdeel uit van de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk welzijn en de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Het kabinet is daarom voornemens het door gezagdragers geven van voorlichting aan het kind over de ontstaansgeschiedenis als een positieve wettelijke verplichting op te nemen.
De Staatscommissie heeft in haar rapport 68 aanbevelingen gedaan, waaronder de mogelijkheid om het ouderschap van meerdere personen te erkennen. De uitvoering van deze aanbevelingen is echter niet eenvoudig. Het kabinet moet ervoor zorgen dat de wetgeving op tijd wordt aangepast, zodat de nieuwe vormen van gezinsvorming adequaat worden geregeld. Daarnaast moet er voor gezorgd worden dat de belangen van het kind worden gecentreerd in de beslissingen.
De evaluatie van de deelgezagsregeling zal ook belangrijk zijn. De toegevoegde waarde ervan zal worden betrokken en of die regeling inderdaad in voldoende mate tegemoet komt aan de problemen die er bestaan voor sociale ouders. Ook zal daarbij het conflictpotentieel worden betrokken, waaronder of er internationaal inmiddels meer inzicht bestaat in het conflictpotentieel van meerouderschap en -gezag. Tenslotte zal in de evaluatie de vraag worden betrokken of dit ertoe zou moeten leiden dat deelgezag, meerouderschap en -gezag anders zou moeten worden beoordeeld.
De herijking van het ouderschap is een belangrijk onderwerp in de huidige maatschappelijke en wetgevende context. De Staatscommissie Herijking Ouderschap heeft in haar rapport Kind en ouders in de 21ste eeuw een reeks aanbevelingen gedaan, waaronder de mogelijkheid om meerouderschap en meerpersoonsgezag in de wet op te nemen. Het belang van het kind staat centraal in deze beslissingen, en het moet worden geregeld dat kinderen over informatie kunnen beschikken over hun afstamming en verzorging. Daarnaast is het belangrijk dat de belangen van de draagmoeder, de wensouders en het kind worden afgewogen. De uitvoering van deze aanbevelingen is complex, maar noodzakelijk om aan de nieuwe vormen van gezinsvorming te voldoen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet