Co-ouderschap en verhuizing: Wat moet je weten?
juli 1, 2025
Bij het berekenen van kinderalimentatie in een situatie van co-ouderschap is de draagkrachtberekening een cruciale stap. Deze berekening bepaalt hoeveel ouders aan kinderen kunnen bijdrragen, op basis van hun inkomen en hun eigen levensonderhoudskosten. In dit artikel worden de belangrijkste principes, methoden en praktische voorbeelden van de draagkrachtberekening bij kinderalimentatie in co-ouderschap uitgelegd. De informatie is gebaseerd op de gegevens uit de bronnen en bevat een overzicht van de rekenmethoden, de rol van het kindgebonden budget, en de invloed van het inkomen van ouders op de uiteindelijke kinderalimentatie.
Bij de berekening van kinderalimentatie in co-ouderschap zijn er twee belangrijke grenzen: de behoeftegrens en de draagkrachtgrens. De behoeftegrens bepaalt hoeveel het kind nodig heeft, uitgaande van het gezamenlijke inkomen van de ouders voor de scheiding. De draagkrachtgrens daarentegen bepaalt hoeveel elke ouder in staat is te betalen, gebaseerd op hun individuele inkomen en de benodigde levensonderhoudskosten.
De behoeftegrens wordt bepaald op basis van het inkomen van de ouders voor de scheiding, gecorrigeerd met het indexcijfer om de stijging van de levensonderhoudskosten te weerspiegelen. Voor ouders die ooit samenwoonden, wordt het gezamenlijk inkomen als uitgangspunt genomen. Voor ouders die nooit samenwoonden, wordt het inkomen van iedere ouder afzonderlijk bekeken, en wordt het gemiddelde van beide als uitgangspunt genomen.
De draagkrachtgrens houdt rekening met het inkomen van de ouders na de scheiding en de benodigde levensonderhoudskosten. Hierbij wordt het zogenaamde draagkrachtloze inkomen bepaald, dat is het minimale inkomen dat nodig is om te overleven. Het verschil tussen het feitelijke inkomen na de scheiding en het draagkrachtloze inkomen wordt de draagkrachtruimte genoemd. Van deze ruimte is 70% beschikbaar voor kinderalimentatie, en 30% voor de ouder zelf.
Bij co-ouderschap wordt de draagkrachtberekening uitgevoerd op basis van het inkomen van de ouders en hun eigen levensonderhoudskosten. Dit gebeurt met behulp van de draagkrachttabel, die is vastgelegd in de Tremainformatie. Deze tabel bevat informatie over het vereiste bedrag dat ouders kunnen bijdrragen aan de kosten van hun kinderen.
De draagkracht wordt berekend met de volgende formule:
Draagkracht = 70% van [NBI – (0,3 x NBI + 1000)]
Hierbij staat:
- NBI voor het netto besteedbaar inkomen
- 0,3 x NBI voor 30% van het netto inkomen, dat wordt aangehouden als fictief bedrag voor woonlasten
- 1000 voor het vast bedrag aan overige relevante lasten
Deze formule wordt gebruikt wanneer het inkomen hoger is dan €1.700 per maand. Voor lagere inkomens gelden andere regels. Tot een inkomen van €1.450 per maand hoeft de draagkracht niet berekend te worden. De draagkracht is dan 25 euro per kind of 50 euro voor twee of meer kinderen.
Bij de berekening van de draagkracht wordt rekening gehouden met het kindgebonden budget (KGB), dat per kind wordt uitgekeerd. Dit bedrag wordt bij het inkomen van de ouder opgeteld, zodat de draagkracht berekend kan worden. Het KGB wordt dus meegenomen bij de berekening van het netto besteedbaar inkomen.
De zorgkorting, die geldt bij co-ouderschap, wordt eveneens meegenomen in de berekening van de draagkracht. Dit is belangrijk, omdat het de draagkracht kan beïnvloeden. Bijvoorbeeld, als een ouder veel tijd besteed aan de zorg van het kind, kan dat leiden tot een lagere draagkracht, omdat er minder geld beschikbaar is voor de kinderalimentatie.
Stel, de vader heeft een netto inkomen van €2.800 per maand, en de moeder heeft een inkomen van €1.700 per maand. Het kindgebonden budget is €240 per maand, en de kinderbijslag is €180 per maand voor beide kinderen. Het totale netto besteedbaar inkomen is dan €4.920 per maand.
De draagkracht van de vader wordt berekend als volgt:
- NBI = €2.800
- 0,3 x NBI = €840
- 0,3 x NBI + 1000 = €1.840
- NBI – (0,3 x NBI + 1000) = €2.800 – €1.840 = €960
- 70% van €960 = €672
De draagkracht van de vader is dus €672 per maand. De draagkracht van de moeder wordt op dezelfde manier berekend:
- NBI = €1.700
- 0,3 x NBI = €510
- 0,3 x NBI + 1000 = €1.510
- NBI – (0,3 x NBI + 1000) = €1.700 – €1.510 = €190
- 70% van €190 = €133
De draagkracht van de moeder is dus €133 per maand. De kinderalimentatie wordt dan verdeeld op basis van de verhouding van de draagkrachten. In dit geval is de verhouding 672:133, wat overeenkomt met ongeveer 83:17. De kinderalimentatie wordt dan verdeeld op basis hiervan.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om rekening te houden met het verschil in inkomen tussen de ouders. Als het inkomen van de vader aanzienlijk hoger is dan dat van de moeder, dan kan dit leiden tot een hogere kinderalimentatie. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het kind in beide huishoudens een vergelijkbare levensstandaard heeft.
Een ander voorbeeld: stel dat de vader een inkomen heeft van €3.000 per maand en de moeder van €1.500. Het kindgebonden budget is €240 per maand. Het totale netto besteedbaar inkomen is dan €4.740 per maand. De draagkracht van de vader wordt berekend als:
- NBI = €3.000
- 0,3 x NBI = €900
- 0,3 x NBI + 1000 = €1.900
- NBI – (0,3 x NBI + 1000) = €3.000 – €1.900 = €1.100
- 70% van €1.100 = €770
De draagkracht van de vader is dus €770 per maand. De draagkracht van de moeder wordt berekend als:
- NBI = €1.500
- 0,3 x NBI = €450
- 0,3 x NBI + 1000 = €1.450
- NBI – (0,3 x NBI + 1000) = €1.500 – €1.450 = €50
- 70% van €50 = €35
De draagkracht van de moeder is dus €35 per maand. De verhouding van de draagkrachten is 770:35, wat overeenkomt met ongeveer 96:4. De kinderalimentatie wordt dan verdeeld op basis hiervan.
Er zijn situaties waarin geen kinderalimentatie nodig is bij co-ouderschap. Dit gebeurt wanneer de inkomens van de ouders bijna gelijk zijn en de zorgverdeling 50/50 is. In dergelijke gevallen is het mogelijk om een kinderrekening aan te houden, waarin de ouders op basis van hun draagkracht een bedrag storten. Hiermee wordt de verdeling van de kinderkosten eerlijker gemaakt.
Bij het berekenen van de kinderalimentatie is het belangrijk om een ouderschapsplan op te stellen. Dit plan bevat afspraken over de verdeling van de kinderkosten, de verantwoordelijkheden van de ouders, en de manier waarop de kinderalimentatie wordt vastgesteld. Het ouderschapsplan kan worden vastgelegd bij de rechter, zodat de afspraken wettelijk bindend zijn.
De draagkrachtberekening bij kinderalimentatie in co-ouderschap is een complexe maar essentiële stap in de bepaling van het bedrag dat ouders aan hun kinderen moeten bijdragen. De berekening houdt rekening met het inkomen van de ouders, hun eigen levensonderhoudskosten, en het kindgebonden budget. De verdeling van de kinderalimentatie gebeurt op basis van de verhouding van de draagkrachten van de ouders. In veel gevallen is het aan te raden om een officiële berekening te laten maken door een juridisch adviseur, zodat de afspraken wettelijk bindend zijn.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet