Het gevoel van ouderschap: Waarom het soms zwaar is en hoe je ermee omgaat
juli 1, 2025
De Staatscommissie Herijking Ouderschap, ingesteld in 2014, heeft in haar rapport "Kind en ouders in de 21ste eeuw" (december 2016) een uitgebreid onderzoek gedaan naar de veranderingen in de maatschappelijke en medische situatie rondom kinderwens, gezinsvorming en het juridisch ouderschap. Het rapport bevat veel aanbevelingen, waaronder die over het mogelijk maken van draagmoederschap, meerouderschap en meerpersoonsgezag. Deze thema’s zijn van groot belang voor ouders, opvoeders en kinderen, aangezien ze de basis vormen voor een veilige en stabiele opvoedingsomgeving. In dit artikel wordt ingegaan op de aanbevelingen van de Staatscommissie, met name op het gebied van draagmoederschap en de invloed op het kind.
De Staatscommissie stelt vast dat het in de huidige maatschappij voorkomt dat een kind wordt verzorgd en opgevoed door meer dan twee personen die samen als ouders met het kind een gezin vormen. Het mogelijk maken dat deze personen een juridische ouderschapsband met het kind kunnen vestigen, maakt zekerder dat de band tussen kind en ouders tijdens het opgroeien, maar ook na de meerderjarigheid, in stand blijft. Waar meerdere personen samen met het kind een gezin vormen, acht de Staatscommissie het doorgaans ook wenselijk dat deze personen samen het gezag over het kind uitoefenen, als erkenning voor de gelijkwaardige positie van al deze personen ten opzichte van het kind en van elkaar. De Staatscommissie adviseert daarom juridisch meerouderschap en meeroudergezag onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken.
Voor meerouderschap stelt de commissie voor dat er een overeenkomst moet worden gemaakt, waarin wordt vastgelegd hoe de zorg- en opvoedingsverantwoordelijkheden verdeeld worden. Deze overeenkomst zou moeten behandelen hoe de zorg- en opvoedingsverantwoordelijkheden verdeeld worden, wat het hoofdverblijf van het kind is, hoe de financiële lasten verdeeld zullen worden en wiens achternaam het kind zal dragen. Daarnaast stelt de commissie voor dat er maximaal 4 personen als ouders aangemerkt worden, die maximaal 2 huishoudens vormen samen. Het kind moet met elk van de ouders een duidelijk aantoonbare band hebben.
De Staatscommissie onderzocht ook het fenomeen van draagmoederschap. Dit is een vorm van hulp bij het vormen van een gezin waarbij een vrouw tijdelijk een kind draagt voor een andere persoon of personen. In het rapport wordt aangegeven dat het aantal draagmoederschappen in opkomst is, en dat er dus een wettelijke regeling nodig is om dit proces te regelen. Het kabinet is met de Staatscommissie van mening dat het recht van kinderen op informatie over hun ontstaansgeschiedenis versterkt moet worden. En dat hierin een grote verantwoordelijkheid van de ouders ligt. Op dit terrein zijn lessen te leren uit de ervaringen op het terrein van zowel donorouderschap als binnenlandse en interlandelijke adopties. Die ervaringen zijn van belang bij draagmoederschap, maar ook in andere, vergelijkbare gevallen waarin biologisch of genetisch ouderschap en juridisch ouderschap niet overeenkomen.
De commissie stelt voor dat al voor bezwangering van de draagmoeder, vast moet staan wie de juridische ouders van het kind gaan zijn, zodat de wensouders vanaf het tijdstip van geboorte het juridische ouderschap verkrijgen. In een draagmoederschapsovereenkming zou vastgelegd moeten worden welke afspraken draagmoeder en wensouders gemaakt hebben, welke getoetst zou moeten worden door de rechter om te bepalen of alle betrokkenen vrijwillig ingestemd hebben, of de risico’s voor de draagmoeder genoeg zijn verzekerd, en of ten minste één van de wensouders een genetische band met het kind zal hebben.
Deze aanpak is gericht op het belang van het kind. De Staatscommissie stelt dat de vele verschillende gezinssituaties die vandaag de dag in Nederland voorkomen, het nodig maken dat wetgeving en beleid om het terrein van ouderschap en gezag worden aangepast. Zo adviseert de commissie tot juridisch meerouderschap (maximaal vier in plaats van maximaal twee juridische ouders), meeroudergezag en een Nederlandse regeling voor draagmoederschap. ‘De belangen en rechten van kinderen dienen in de nieuwe regeling centraal te staan’, aldus de Staatscommissie.
Deze aanpak is gericht op het belang van het kind. De Staatscommissie stelt dat de vele verschillende gezinssituaties die vandaag de dag in Nederland voorkomen, het nodig maken dat wetgeving en beleid om het terrein van ouderschap en gezag worden aangepast. Zo adviseert de commissie tot juridisch meerouderschap (maximaal vier in plaats van maximaal twee juridische ouders), meeroudergezag en een Nederlandse regeling voor draagmoederschap. ‘De belangen en rechten van kinderen dienen in de nieuwe regeling centraal te staan’, aldus de Staatscommissie.
Het kabinet is met de Staatscommissie van mening dat het recht van kinderen op informatie over hun ontstaansgeschiedenis versterkt moet worden. En dat hierin een grote verantwoordelijkheid van de ouders ligt. Op dit terrein zijn lessen te leren uit de ervaringen op het terrein van zowel donorouderschap als binnenlandse en interlandelijke adopties. Die ervaringen zijn van belang bij draagmoederschap, maar ook in andere, vergelijkbare gevallen waarin biologisch of genetisch ouderschap en juridisch ouderschap niet overeenkomen.
Deze informatie dient op een zorgvuldige manier verstrekt te worden, zodat het kind op een veilige manier kan weten waar het vandaan komt. De informatie moet onder andere gegevens bevatten over de biologische ouders van het kind (waaronder mogelijke zaad- of eiceldonoren), en de eventuele niet-genetisch verwante geboortemoeder, waaronder contactgegevens, medische gegevens en gegevens die een beeld geven van de persoon van de betrokkene. Daarnaast behoort ook informatie over de instanties die hebben bemiddeld of medische assistentie hebben verleend bij de zwangerschap tot de ontstaansgeschiedenis.
Het kabinet heeft aangegeven de aanbevelingen van de Staatscommissie zorgvuldig te zullen overwegen. Er zal een evaluatie plaatsvinden van de deelgezagsregeling om de toegevoegde waarde ervan te beoordelen en te kijken of deze regeling voldoende tegemoetkomt aan de problemen van sociale ouders. Ook zal worden gekeken naar internationale ontwikkelingen op het gebied van meerouderschap en meeroudergezag, en of deze inzichten van invloed moeten zijn op de Nederlandse wetgeving.
De Staatscommissie stelt ook voor om alle huidige vormen van beëindiging van het juridisch ouderschap (ontkenning van vaderschap of moederschap, vernietiging van een erkenning, herroeping van een adoptie) onder te brengen in één regeling. Tevens willen zij de mogelijkheid in het leven roepen voor kinderen die volwassen geworden zijn om het ouderschap van hun juridische ouders ongedaan te laten maken, ook al betreft het de biologische ouders.
De Staatscommissie Herijking Ouderschap heeft in haar rapport "Kind en ouders in de 21ste eeuw" een uitgebreid onderzoek gedaan naar de veranderingen in de maatschappelijke en medische situatie rondom kinderwens, gezinsvorming en het juridisch ouderschap. Het rapport bevat veel aanbevelingen, waaronder die over het mogelijk maken van draagmoederschap, meerouderschap en meerpersoonsgezag. Deze thema’s zijn van groot belang voor ouders, opvoeders en kinderen, aangezien ze de basis vormen voor een veilige en stabiele opvoedingsomgeving. De aanbevelingen van de Staatscommissie zijn gericht op het belang van het kind, en geven een overzicht van de mogelijke veranderingen in de wetgeving en het beleid.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet