Juridisch ouderschap bij IVF met eiceldonatie en embryo-implantatie
juli 1, 2025
Co-ouderschap na een scheiding is een complex onderwerp dat zowel juridisch als praktisch van invloed is op de opvoeding en het welzijn van kinderen. De wetgeving en rechtspraak bepalen hoe ouders hun verantwoordelijkheden delen, en de focus ligt steeds op het belang van het kind. In dit artikel worden de juridische basis, mogelijke regelingen, en praktische overwegingen van co-ouderschap besproken, gebaseerd op de beschikbare informatie uit de bronnen.
Co-ouderschap wordt geregeld in artikel 374 §2 van de wet van 18 juli 2006. Hierin staat dat bij een geschil over de huisvesting van kinderen, de rechtbank een akkoord tussen de ouders zal homologeren, tenzij dit akkoord kennelijk strijdig is met het belang van het kind. Indien er geen akkoord is, en er sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag, zal de rechtbank de mogelijkheid onderzoeken om de huisvesting van het kind gelijkmatig tussen de ouders te verdelen. Echter, de rechtbank behoudt de bevoegdheid om een ongelijke verdeling vast te stellen indien dit in het belang van het kind wordt geacht. Een dergelijke beslissing wordt altijd genomen met een met bijzondere redenen omkleed vonnis, rekening houdend met de concrete omstandigheden en het belang van zowel de kinderen als de ouders.
De wetgever streeft ernaar dat ouders gelijkwaardig met elkaar omgaan na een scheiding, ongeacht of er sprake is van een huwelijk, een geregistreerd partnerschap of een affectieve relatie. Het ouderschap dient zo min mogelijk geweld aan te worden gedaan, is het uitgangspunt. Ook de rechtspraak gaat hierin doorgaans mee. Toch kan het voorkomen dat de rechter een ongelijke verdeling kiest, als dit in het belang van het kind is.
Er zijn verschillende soorten co-ouderschapsregelingen mogelijk. Hieronder volgen enkele voorbeelden:
De keuze voor een bepaalde regeling hangt af van de situatie van het gezin, de afstand tussen de huizen van de ouders, werkroosters, en de beschikbaarheid van opvang. Goede communicatie tussen de ouders is cruciaal voor een succesvol co-ouderschap. Het is belangrijk dat ouders openstaan voor elkaars ideeën en bereid zijn om compromissen te sluiten. Flexibiliteit is ook belangrijk, omdat situaties kunnen veranderen en de regeling mogelijk aangepast moet worden.
Bij het verdelen van de dagen moeten ouders ook rekening houden met praktische zaken. De afstand tussen de huizen van de ouders, werkroosters en de beschikbaarheid van opvang zijn belangrijk om in overweging te nemen. Het is belangrijk dat de regeling haalbaar is en niet leidt tot onnodige stress of logistieke problemen.
Bij de verdeling van de dagen moet ook rekening worden gehouden met vakanties en feestdagen. De rechtbank kan bijvoorbeeld bepalen dat de vakantie begint op vrijdag uit school en duurt tot en met maandag naar school. Het wisselmoment tijdens de zomervakantie kan worden vastgesteld op zondagavond om 19.00 uur. Voor wat betreft de studiedagen kan de rechtbank conform het verzoek van de man bepalen dat de kinderen op studiedagen op vrijdag vóór een vakantie en op maandag na een vakantie verblijven bij de ouder bij wie zij die vakantie verblijven. De rechtbank ziet niet in waarom dit onrustig zou zijn voor de kinderen. Op overige studiedagen geldt de reguliere zorgregeling.
Het belang van het kind staat centraal bij de besluitvorming over co-ouderschap. De rechter moet hierbij rekening houden met de omstandigheden van het gezin en het welzijn van de kinderen. In veel gevallen is het belang van het kind het doorslaggevende factor bij het nemen van beslissingen. De rechter dient zich te houden aan de wet, maar in de rechtszaal worden regelmatig beslissingen gebaseerd op tegemoetkoming aan de belangen van het kind.
In een aantal gevallen is het zo dat de rechter beslist voor een ongelijke verdeling, omdat dit in het belang van het kind is. Bijvoorbeeld, in een zaak waarin de moeder een positieve ontwikkeling laat zien in haar thuissituatie en medewerking biedt aan hulpverlening, bepaalt het hof dat de minderjarige per veertien dagen één lang weekend van vrijdagavond tot maandagochtend bij haar mag verblijven. Dit toont aan dat de rechter zich kan houden aan de wet, maar ook kan tegemoetkomen aan de belangen van het kind.
In een aantal voorbeelden uit de jurisprudentie is duidelijk geworden hoe de rechter met co-ouderschap omgaat. Bijvoorbeeld, in een zaak waarin de partijen een affectieve relatie met elkaar hebben gehad tot 2013, waaruit een minderjarig kind is geboren. Deze minderjarige staat onder toezicht. De partijen hebben in 2015 een ouderschapsplan opgesteld waarin zij een co-ouderschapsregeling overeengekomen zijn. Het ouderschapsplan is door een latere beschikking van de rechtbank Limburg bekrachtigd. De rechtbank Limburg heeft in haar beschikking van 3 februari 2017 besloten dat de minderjarige één weekend per veertien dagen, alsmede de helft van de feestdagen bij de moeder mag verblijven. De moeder heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld.
In een andere zaak is de rechtbank van toepassing gegaan op het verzoek van de vader om mede belast te worden met het gezag over de minderjarige. Dit verzoek is afgewezen. Ook zijn verzoek tot een omgangsregeling inhoudende co-ouderschap wordt afgewezen. Dit toont aan dat de rechter niet altijd voor een gelijke verdeling kiest, maar ook rekening houdt met het belang van het kind.
Co-ouderschap na een scheiding is een complex onderwerp dat zowel juridisch als praktisch van invloed is op de opvoeding en het welzijn van kinderen. De wetgeving en rechtspraak bepalen hoe ouders hun verantwoordelijkheden delen, en de focus ligt steeds op het belang van het kind. Er zijn verschillende soorten co-ouderschapsregelingen mogelijk, en de keuze hiervoor hangt af van de situatie van het gezin. Goede communicatie en flexibiliteit zijn cruciaal voor een succesvol co-ouderschap. De rechter moet zich houden aan de wet, maar kan ook tegemoetkomen aan de belangen van het kind. De jurisprudentie laat zien dat de rechter niet altijd voor een gelijke verdeling kiest, maar ook rekening houdt met het belang van het kind.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet