Spiritueel omgaan met scheiding: een gids voor ouders en kinderen
juli 1, 2025
Co-ouderschap is een belangrijk begrip in de praktijk van ouder worden, vooral bij scheidingen. Het betekent dat de zorg voor het kind gelijk verdeeld wordt tussen de ouders, zowel qua tijd als verantwoordelijkheden. In de context van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is dit van invloed op de fiscale situatie van ouders. De Belastingdienst heeft hierover specifieke regels en voorwaarden opgesteld, waarbij het co-ouderschap een cruciale rol speelt. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van co-ouderschap in relatie tot de inkomensafhankelijke combinatiekorting besproken, inclusief de vereisten, belastingvoordelen, en praktische gevolgen voor ouders.
Co-ouderschap wordt gedefinieerd als een situatie waarin de ouders van een kind gelijkwaardige zorgregelingen hebben. Hierbij moet het kind minstens 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder verblijven, waarbij vakantiedagen worden meegerekend. Dit geldt ook als het kind op een ander adres is ingeschreven. De Belastingdienst hanteert hierbij een flexibele aanpak, waarbij het niet nodig is dat de zorg volledig gelijk is, mits de verdeling voldoet aan de vereisten. Als het kind bijvoorbeeld om en om elke week bij de ene ouder en de volgende week bij de andere ouder woont, is dit voldoende om van co-ouderschap te spreken. Ook bij tijdelijke veranderingen in de zorgverdeling, zoals bijvoorbeeld een tijdelijke verlenging van de verblijfsperiode bij een ouder, wordt rekening gehouden met de regels.
De Belastingdienst bepaalt of er sprake is van co-ouderschap op basis van het aantal dagen dat het kind bij elke ouder verblijft. Dit wordt meestal vastgesteld in een zorgregeling, die in het ouderschapsplan is opgenomen. Als de ouders geen officiële afspraken hebben, kan de Belastingdienst dit op basis van de feiten beoordelen. Bijvoorbeeld, als het kind gedurende een periode van 6 maanden minimaal 78 dagen bij elke ouder woont, wordt dit gezien als voldoende om van co-ouderschap te spreken. Het is belangrijk om te weten dat de Belastingdienst ook rekening houdt met situaties waarin de zorgverdeling niet volledig gelijk is, maar wel voldoende is om te voldoen aan de eisen. Dit geldt ook voor situaties waarin de zorgverdeling niet aaneengesloten is, maar wel over een langere periode verdeeld wordt.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting die wordt toegekend aan ouders die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bij co-ouderschap kunnen zowel de vader als de moeder in aanmerking komen voor de IACK, mits aan de vereisten is voldaan. Hierbij is het belangrijk dat het kind jonger is dan 12 jaar en dat de ouders in het betreffende kalenderjaar een arbeidsinkomen hebben dat voldoende is om de korting te verdienen. Daarnaast moet het kind op het adres van de ouder ingeschreven zijn die de IACK aanvraagt. Als de ouders een gelijke zorgverdeling hebben, kunnen ze ook samen de korting aanvragen. In dit geval wordt de korting gedeeld tussen de ouders, mits aan de voorwaarden is voldaan.
De Belastingdienst stelt voorwaarden op voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Hieronder staan de belangrijkste voorwaarden vermeld:
- Het kind moet jonger zijn dan 12 jaar.
- Het kind moet op het adres van de ouder ingeschreven zijn die de IACK aanvraagt.
- De ouder moet een arbeidsinkomen hebben dat voldoende is om de korting te verdienen.
- De ouder moet in het betreffende kalenderjaar minstens 6 maanden een baan hebben gehad.
- Als er sprake is van een fiscale partner, moet de ouder met het laagste inkomen de IACK aanvragen.
- Bij co-ouderschap moeten de ouders voldoen aan de eisen van de Belastingdienst.
De Belastingdienst heeft in de afgelopen jaren verschillende wijzigingen aangebracht in de regels rond co-ouderschap en de IACK. Zo is bijvoorbeeld vastgesteld dat de ouders in geval van co-ouderschap beiden in aanmerking kunnen komen voor de IACK, mits aan de voorwaarden is voldaan. Ook is de regel van 156 dagen per jaar aangepast, zodat ook tijdelijke veranderingen in de zorgverdeling in de rekening worden gebracht.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt berekend op basis van het arbeidsinkomen van de ouder die de korting aanvraagt. De hoogte van de korting is afhankelijk van het inkomen en de leeftijd van het kind. De Belastingdienst stelt elk jaar een minimumbedrag vast dat nodig is om de korting te verdienen. Dit bedrag varieert per jaar, en is in 2025 vastgesteld op € 6.145. De hoogte van de korting is maximaal € 2.961, wat betekent dat de ouder die de korting aanvraagt maximaal dit bedrag kan ontvangen. De korting wordt van de te betalen inkomensbelasting afgetrokken.
Als de ouders geen co-ouderschap hebben, dan is de situatie anders. In dat geval is er sprake van een enkelvoudig ouder worden, waarbij het kind bij één ouder woont. In dit geval is alleen de ouder die het kind het grootste deel van het jaar verzorgt, in aanmerking voor de IACK. De andere ouder heeft dan geen recht op de korting, tenzij deze voldoet aan de voorwaarden en het kind op zijn adres is ingeschreven. Het is belangrijk om te weten dat de Belastingdienst ook rekening houdt met situaties waarin de zorgverdeling niet volledig gelijk is, maar wel voldoende is om te voldoen aan de eisen. Dit geldt ook voor situaties waarin de zorgverdeling niet aaneengesloten is, maar wel over een langere periode verdeeld wordt.
Co-ouderschap heeft meerdere belastingvoordelen. Hieronder staan enkele voorbeelden:
- De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)
- De kinderbijslag
- Het kindgebonden budget (KGB)
- De huurtoeslag
- De kinderopvangtoeslag
Deze belastingvoordelen zijn afhankelijk van de zorgverdeling en het inkomen van de ouders. Bij co-ouderschap kunnen zowel de vader als de moeder in aanmerking komen voor deze voordelen, mits aan de voorwaarden is voldaan. Dit geldt ook voor situaties waarin de zorgverdeling niet volledig gelijk is, maar wel voldoende is om te voldoen aan de eisen. Dit geldt ook voor situaties waarin de zorgverdeling niet aaneengesloten is, maar wel over een langere periode verdeeld wordt.
Co-ouderschap heeft ook praktische gevolgen voor ouders. Hieronder staan enkele voorbeelden:
- De Belastingdienst moet worden geïnformeerd over de zorgverdeling.
- De ouders moeten een zorgregeling opstellen en deze in het ouderschapsplan opnemen.
- De Belastingdienst moet worden geïnformeerd over de situatie van de ouders.
- De ouders moeten rekening houden met de belastingvoordelen en de invloed op hun financiële situatie.
Het is belangrijk om te weten dat de Belastingdienst ook rekening houdt met situaties waarin de zorgverdeling niet volledig gelijk is, maar wel voldoende is om te voldoen aan de eisen. Dit geldt ook voor situaties waarin de zorgverdeling niet aaneengesloten is, maar wel over een langere periode verdeeld wordt.
Co-ouderschap is een belangrijk begrip in de praktijk van ouder worden, met name bij scheidingen. Het heeft invloed op de belastingvoordelen van ouders, waaronder de inkomensafhankelijke combinatiekorting. De Belastingdienst heeft hierover specifieke regels en voorwaarden opgesteld, waarbij het co-ouderschap een cruciale rol speelt. De inkomensafhankelijke combinatiekorting kan in geval van co-ouderschap worden aangevraagd door zowel de vader als de moeder, mits aan de voorwaarden is voldaan. Het is belangrijk om te weten dat de Belastingdienst ook rekening houdt met situaties waarin de zorgverdeling niet volledig gelijk is, maar wel voldoende is om te voldoen aan de eisen. Dit geldt ook voor situaties waarin de zorgverdeling niet aaneengesloten is, maar wel over een langere periode verdeeld wordt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet