De invloed van fases in het ouderschap in De Sims 4
juli 1, 2025
De afgelopen jaren zijn er veel cijfers en onderzoeken verschenen over ouderschap in Nederland. Deze gegevens geven inzicht in de uitdagingen, verwachtingen en ervaringen van ouders. In dit artikel worden de belangrijkste cijfers en inzichten over ouderschap samengevat, gebaseerd op de beschikbare data uit bronnen zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Nederlands Jeugdinstituut en onderzoeken van de Nederlandsche Jeugdartsen (NJI). De focus ligt op de verdeling van gezinnen, de opvoedingsbelasting, de stress van ouders, en de rol van culturele en demografische factoren. Deze informatie is van belang voor ouders, onderwijsers, en zorgverleners om beter te kunnen omgaan met de uitdagingen van het opvoeden.
In Nederland zijn de gezinsvormen in de afgelopen jaren veranderd. Volgens de cijfers van het CBS (bron 2) zijn in 2024 ruim 2,6 miljoen gezinnen met thuiswonende kinderen. Dit omvat ruim 1,8 miljoen gezinnen met een jongste kind onder de 18 jaar. De verdeling van de gezinsvormen is als volgt:
Het aantal eenoudergezinnen is in de afgelopen jaren toegenomen, van ongeveer 17% in 2004 naar 23% in 2024. Ook het aantal ongehuwde paren met kinderen is toegenomen, van 9% in 2004 naar 18% in 2024. Dit geeft aan dat de traditie van een gehuwde ouderpaar met kinderen niet meer de enige vorm is. Bovendien is het aantal gehuwde paren met kinderen gedaald, van 74% in 2004 naar 59% in 2024. De opvattingen over het ouderschap zijn dus veranderd, waarbij de combinatie van een vaste relatie, inkomen en afgeronde opleiding belangrijker wordt geacht (bron 5).
Een van de belangrijkste onderwerpen in de discussie over ouderschap is de opvoedingsbelasting. Volgens het onderzoek uit bron 1 is de opvoedingsbelasting voor veel ouders zwaar. Bij 11% van de ouders is de belasting zo hoog dat begeleiding of behandeling nodig is. Het is belangrijk om te weten dat de opvoedingsbelasting niet alleen afhangt van het aantal kinderen, maar ook van de leeftijd, het opleidingsniveau en het soort gezin.
Bijvoorbeeld, de opvoedingsbelasting is bij jonge kinderen en bij ouders met een hogere opleiding vaak hoger. Meer dan de helft van de ouders vindt het ouderschap vermoeiend en komt te weinig aan andere zaken toe door de kinderen. 1 op de 3 ouders heeft onvoldoende tijd voor zichzelf. Bij 20% van de ouders valt de verantwoordelijkheid die het ouderschap met zich meebrengt, zwaar.
Ouderschap brengt veel stress met zich mee. Volgens het onderzoek uit bron 4 is 8% van de ouders erg gestrest, 25% matig gestrest, 39% redelijk gestrest, 25% een beetje gestrest en 2,5% helemaal niet gestrest. De stress komt voort uit het gevoel overweldigd te worden, het balanceren tussen werk en gezin, en het ontbreken van steun.
Moeders zijn hierin vaker van afgelost dan vaders. Bijvoorbeeld, 14% van de moeders voelt zich erg bezorgd over het kind, terwijl dit bij vaders 7% is. Ook is de stress bij moeders vier keer zo hoog als bij vaders. Het valt op dat ouders zich steeds zekerder voelen over hoe ze hun tijd verdelen. 58% vindt dat ze genoeg tijd besteden aan het ouderschap en 47% vindt hetzelfde over hun werk. Toch is er ook verlangen naar meer verbinding, want 76% wil graag meer tijd besteden aan hun relatie.
Volgens het onderzoek uit bron 7 zijn er verschillende thema’s waar ouders vragen over hebben. Voor jonge kinderen (0-4 jaar) is het vooral belangrijk om te zorgen dat ze eten, slapen en luisteren en gehoorzamen. Voor oudere kinderen (4-8 jaar) gaat het vooral om angst, faalangst, en luisteren en gehoorzamen. Voor kinderen van 8-12 jaar is het belangrijk om over het gebruik van social media, faalangst, en angst/onzekerheid te praten.
De meest genoemde onderwerpen met betrekking tot de opvoeding zijn het stellen van regels en grenzen, en het straffen en belonen. Hoewel het merendeel van de ouders vragen of zorgen heeft over de opvoeding, is slechts 14% van de ouders behoefte aan deskundige hulp of advies. Dit duidt erop dat veel ouders hun zorgen zelf oplossen, maar dat er ook ruimte is voor professionele hulp.
De gemiddelde leeftijd waarop ouders hun eerste kind krijgen, is in de afgelopen jaren gestegen. In 2023 waren vrouwen gemiddeld 30,3 jaar oud bij hun eerste kind. Dit was in de twee jaren daarvoor ook al zo. In 2013 was de gemiddelde leeftijd 29,4 jaar. In Europees perspectief gezien worden Nederlandse vrouwen relatief laat moeder. De gemiddelde leeftijd bij het eerste kind in de Europese Unie lag in 2022 op 29,7 jaar. In Nederland zijn vaders over het algemeen ongeveer 2,5 jaar ouder bij de geboorte van hun kinderen dan moeders. In 2022 waren vaders gemiddeld 32,8 jaar oud bij de geboorte van hun eerste kind.
De culturele achtergrond speelt een rol bij het ouderschap. Bijvoorbeeld, het aandeel tienermeisjes dat moeder wordt is het hoogst bij meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond. Over het algemeen is hier ook in 2016 een daling zichtbaar, behalve bij de meisjes met een overige niet-westerse achtergrond. Dat houdt waarschijnlijk verband met de recente asielmigratie vanuit Syrië en Somalië. De cijfers tonen aan dat de culturele invloeden een rol spelen bij het opvoeden van kinderen.
De opvoeding van jonge ouders is een belangrijk onderwerp. In 2016 kregen 1492 tieners in Nederland een kind: 3 op de duizend meiden onder de twintig jaar. Dit is minder dan in 2015, toen het nog 3,2 op de duizend was. Het aantal tienermoeders neemt al jaren af. In totaal waren er op 1 januari 2017 in Nederland 2078 moeders jonger dan 20 jaar. In januari 2016 waren dat er 2214 en in januari 2015 waren dat er 2579. Dit aantal in 2015 is hoger, omdat hier ook tienermoeders bij zitten die al voor 2015 zijn bevallen.
In Nederland zijn er veel complexe gezinnen, waarin kinderen opgroeien met stiefouders, stiefbroers en -zussen of halfbroers en -zussen. Volgens de cijfers uit bron 8 is het aantal kinderen dat in een complex gezinsverband opgroeit, in 2017 ongeveer 500.000. Dat is 16% van de ruim 3,4 miljoen minderjarige kinderen. Twintig jaar eerder ging het om 10% van alle minderjarige kinderen. Daarnaast woonde in 2017 van 21% van alle minderjarige kinderen de ouders niet meer bij elkaar. De ouders van deze kinderen waren gescheiden, hadden nooit samengewoond of een van de ouders was overleden.
Ouders met een licht verstandelijk beperking (LVB) hebben vaak hulp nodig bij de opvoeding van hun kinderen. Het evenwicht tussen draagkracht en draaglast van de ouders is vaak verstoord, waardoor het welzijn en de ontwikkeling van het kind in het gedrang komt. Volgens bron 6 zijn er 23.560 kinderen onder de 18 jaar die opgroeien bij een ouder met een LVB. Uit onderzoek blijkt dat bij 33% van de ouders het ouderschap goed genoeg is, bij 51% schiet het tekort en bij 16% is het problematisch.
Ouderschap in Nederland is een complexe en veelzijdige uitdaging. De cijfers tonen aan dat de verdeling van gezinnen veranderd is, dat ouders vaak zorgen hebben over het gedrag en de ontwikkeling van hun kinderen, en dat de stress en de opvoedingsbelasting belangrijke factoren zijn. Bovendien spelen culturele achtergronden, leeftijd, en de vorm van het gezin een rol. Ouderschap is geen eenduidig proces, maar een reis van zelfontdekking, groei, en uitdagingen. Het is belangrijk om hierover te weten en te weten wat de uitdagingen zijn, zodat ouders, onderwijsers, en zorgverleners beter kunnen omgaan met de situatie van de ouders en hun kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet