Films over ouderschap: Een overzicht van thema’s en lessen
juli 1, 2025
Alimentatie en co-ouderschap zijn twee belangrijke aspecten in de rechtsgevolgen van een scheiding. In België zijn deze onderwerpen complex en vereisen ze aandacht voor de belangen van de kinderen, de economische situatie van de ouders en de juridische regels. In dit artikel bespreiden we de essentie van alimentatie bij co-ouderschap, hoe het wordt berekend, en wat ouders hierover moeten weten.
Co-ouderschap in België houdt in dat beide ouders gelijke verantwoordelijkheden delen op het gebied van het ouderlijk gezag, het verblijfsrecht en de financiële bijdrragen aan de opvoeding van de kinderen. Het is een vorm van samenwerking waarbij de ouders hun verantwoordelijkheden op gelijke voet delen. Dit is in tegenstelling tot een situatie waarin slechts één ouder het ouderlijk gezag heeft, wat vaak leidt tot een ongelijk verdeeld onderhandsestelsel.
In de praktijk betekent dit dat de ouders samen beslissingen nemen over de opvoeding, de schoolkeuze, medische behandelingen en andere belangrijke aspecten van het leven van hun kind. Ondanks de gelijke verantwoordelijkheden, kan het zijn dat een van de ouders meer tijd met de kinderen doorbrengt. Hierdoor kan de belastingaangifte en de fiscale verdeling van de inkomens een complexe zaak worden.
Alimentatie is een financiële bijdrage die de ene ouder aan de andere moet betalen na een scheiding. Dit geldt zowel voor partneralimentatie als kinderalimentatie. Bij kinderalimentatie gaat het om de bijdrage die een ouder moet betalen aan de opvoeding en verzorging van het kind. Het is van belang om te weten dat kinderalimentatie niet automatisch verdwijnt bij co-ouderschap, ook al delen de ouders de verantwoordelijkheden.
Er is veel misvattingen over de relatie tussen co-ouderschap en alimentatie. Een veelvoorkomende misvatting is dat er bij co-ouderschap geen alimentatie hoeft te worden betaald. Dit is echter niet correct. De wet op de onderhoudsbijdrage van 19 maart 2010 bepaalt dat ouders moeten bijdragen aan de kosten van de kinderen in verhouding tot hun inkomens, ongeacht de verblijfsregeling.
De kosten van de kinderen worden onderverdeeld in verblijfsgebonden kosten (VGK), niet-verblijfsgebonden kosten (NVGK) en bijzondere kosten. Voor de NVGK en bijzondere kosten zal er altijd alimentatie betaald moeten worden. Voor de VGK is de berekening complexer en afhankelijk van de inkomensverhouding tussen de ouders. Zelfs wanneer een kind evenveel tijd bij beide ouders doorbrengt, kan er alimentatie verschuldigd zijn, omdat de inkomens van de ouders waarschijnlijk niet gelijk zijn.
Stel, ouder A verdient maandelijks 1.000 EUR en ouder B 3.000 EUR, dan verdient ouder A 25% van het totale gezinsinkomen en ouder B 75%. Ondanks dat er verblijfsco-ouderschap is overeengekomen, zal ouder B toch maandelijks onderhoudsgeld moeten betalen. Dit onderhoudsgeld dekt zowel verblijfsgebonden als niet-verblijfsgebonden kosten.
Verblijfsgebonden kosten: De ouder bij wie het kind verblijft betaalt voor het kind eten en drinken en energiekosten. Dit betekent dat bij co-ouderschap (gelijk verdeeld verblijf) beide ouders ongeveer evenveel zullen uitgeven (elk 50%). Op basis van het inkomen dient ouder B evenwel 75% van de kosten te dragen en ouder A slechts 25%. Ouder B zal bijgevolg aan ouder A nog een bedrag gelijk aan 25% van de totale verblijfsgebonden kosten moeten betalen.
Niet-verblijfsgebonden kosten: In het geval deze door ouder A worden betaald, zal ouder B zijn of haar deel, met name 75% van de kosten, aan ouder A moeten betalen. Ook dit bedrag maakt deel uit van het maandelijkse onderhoudsgeld en zal ofwel op een persoonlijke rekening van ouder A worden gestort ofwel op een kindrekening. In geval van een kindrekening zal ook ouder A zijn of haar bijdrage, met name 25% van de kosten, op de kindrekening moeten storten.
Hoewel fiscaal co-ouderschap voordelen kan bieden, zijn er ook enkele mogelijke nadelen waar ouders rekening mee moeten houden:
Als een ouder de alimentatie niet betaalt, zijn er verschillende manieren om het verschuldigde bedrag te innen. De snelste en goedkoopste optie is contact opnemen met de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO). Zij kunnen helpen bij het innen van achterstallige betalingen. In bepaalde situaties kan DAVO zelfs een voorschot op de alimentatie uitbetalen.
Je kunt een procedure starten om achterstallige alimentatie via DAVO terug te vorderen als je ex-partner de alimentatie minstens twee keer in de afgelopen twaalf maanden niet volledig of helemaal niet heeft betaald. Let op: schulden die ouder zijn dan vijf jaar, kunnen niet meer worden opgeëist.
Tot je kind 18 jaar is, betaal of ontvang je kinderalimentatie. Als je kind jongmeerderjarig is (18 tot 21 jaar), dan wordt met het kind afgesproken hoe de kinderalimentatie wordt vormgegeven. Als je meer over kinderalimentatie bij jongmeerderjarigen wilt weten, lees dan het relevante gedeelte in de bronnen.
Co-ouderschap heeft ook juridische aspecten. Het is belangrijk om de wetgeving te begrijpen en indien nodig juridisch advies in te winnen om ervoor te zorgen dat de rechten en plichten van beide ouders worden beschermd en dat de behoeften van de kinderen worden gewaarborgd. De alimentatieplicht eindigt niet bij meerderjarigheid, maar pas wanneer het kind in staat is om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.
Alimentatie en co-ouderschap zijn belangrijke onderwerpen in de rechtsgevolgen van een scheiding. Het is belangrijk om te begrijpen dat zelfs bij co-ouderschap een alimentatieplicht kan bestaan, afhankelijk van de inkomensverhouding en de kostenverdeling. De berekening van de alimentatie kan complex zijn, en het is aan te raden om juridisch advies in te winnen om de juiste stappen te ondernemen. Het is belangrijk om te weten dat de alimentatieplicht eindigt wanneer het kind in staat is om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Ouders moeten rekening houden met de belangen van de kinderen en de economische situatie bij het bepalen van de alimentatie.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet