Co-ouderschap en de invloed op toeslagen: een overzicht voor ouders
juni 30, 2025
De kinderbijslag is een bijdrage van de overheid die bedoeld is om de kosten van de opvoeding en verzorging van kinderen tot 18 jaar te ondersteun. Bij co-ouderschap, waarbij beide ouders een gelijke verantwoordelijkheid dragen voor de zorg en het onderhoud van hun kinderen, zijn de regels rond de kinderbijslag specifiek geregeld. Dit artikel geeft een overzicht van de rechten en verplichtingen van ouders bij co-ouderschap, gebaseerd op de informatie uit de bronnen.
Co-ouderschap is een situatie waarin de ouders van een kind samenwerken aan de zorg, verzorging en opvoeding van hun kind. Dit gebeurt meestal na een scheiding of wanneer de ouders niet meer samenwonen. Bij co-ouderschap delen de ouders de verantwoordelijkheid voor het kind, zowel financieel als emotioneel. De kinderbijslag wordt in dit geval vaak op een manier verdeeld die past bij de verdeling van de zorg en het onderhoud.
Bij co-ouderschap hebben beide ouders recht op de helft van de kinderbijslag. Dit betekent dat zowel de vader als de moeder recht hebben op een deel van de kinderbijslag. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) betaalt de kinderbijslag meestal aan één ouder, maar de ouders kunnen zelf afspreken hoe het geld wordt verdeeld. Als de ouders geen afspraak maken, krijgt iedereen de helft van de kinderbijslag.
De verdeling van de kinderbijslag bij co-ouderschap kan op verschillende manieren plaatsvinden. De ouders kunnen afspreken dat één ouder de kinderbijslag ontvangt en het geld daarna deelt met de andere ouder. Of ze kunnen besluiten om de kinderbijslag gelijk over te doen gaan, zodat elke ouder de helft krijgt. Dit is belangrijk, omdat de kinderbijslag ook invloed heeft op andere toeslagen, zoals het kindgebonden budget en de huurtoeslag.
Het kindgebonden budget is een toeslag die de Belastingdienst uitkeert aan ouders die kinderen hebben. Bij co-ouderschap kan de verdeling van de kinderbijslag ook invloed hebben op het kindgebonden budget. De Belastingdienst kijkt of de ouders inderdaad co-ouders zijn en of de verdeling van de zorg en het onderhoud gelijk is. De Belastingdienst betaalt het kindgebonden budget aan één ouder, en die ouder moet afspreken met de andere ouder hoe het geld wordt verdeeld.
Als de ouders geen afspraak hebben gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag, dan krijgt iedere ouder de helft van de kinderbijslag. Dit gebeurt automatisch, omdat de SVB ervan uitgaat dat beide ouders recht hebben op de helft van de kinderbijslag. Als de ouders echter afspreken dat één ouder de kinderbijslag ontvangt, dan kan dit ook worden geregeld. Het is daarom belangrijk om een afspraak te maken over de verdeling van de kinderbijslag, zodat de ouders weten wat ze kunnen verwachten.
Bij co-ouderschap heeft dit ook gevolgen voor andere toeslagen, zoals de huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. De Belastingdienst en de SVB kijken of de ouders inderdaad co-ouders zijn en of de verdeling van de zorg en het onderhoud gelijk is. Dit kan invloed hebben op de hoogte van de toeslagen die de ouders krijgen.
Bij co-ouderschap kunnen de ouders beiden recht hebben op huurtoeslag, mits ze voldoen aan de voorwaarden. Het kind telt automatisch mee als medebewoner bij de ouder bij wie het is ingeschreven. Als het kind niet bij de ene ouder is ingeschreven, dan moet de Belastingdienst hiervan op de hoogte zijn. De ouders moeten dit laten weten via het ouderschapsplan, zodat de huurtoeslag op de juiste manier kan worden uitgekeerd.
Bij co-ouderschap kunnen de ouders beiden recht hebben op kinderopvangtoeslag, mits ze voldoen aan de voorwaarden. De kinderopvangtoeslag wordt uitgekeerd op basis van het inkomen van de ouders en de uren die het kind op de kinderopvang doorbrengt. Als de ouders co-ouders zijn, dan kunnen ze beiden recht hebben op de kinderopvangtoeslag, mits ze ook beiden de kinderopvang betalen.
Als de ouders niet met elkaar overeenkomen over de verdeling van de kinderbijslag, dan kan de SVB dit regelen. De SVB kijkt of er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag en of er een ouderschapsplan is opgesteld. Als er geen afspraken zijn gemaakt, dan krijgt iedere ouder de helft van de kinderbijslag. Dit gebeurt automatisch, omdat de SVB ervan uitgaat dat beide ouders recht hebben op de helft van de kinderbijslag.
Het ouderschapsplan is belangrijk bij co-ouderschap, omdat het de afspraken tussen de ouders bevat over de verdeling van de zorg, het onderhoud en de kinderbijslag. Het ouderschapsplan moet duidelijk zijn over hoe de ouders de zorg en het onderhoud van het kind verdelen. Het ouderschapsplan kan ook worden gebruikt om de verdeling van de kinderbijslag te bepalen. De Belastingdienst kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of er inderdaad sprake is van co-ouderschap.
Hoewel co-ouderschap veel voordelen heeft, zijn er ook nadelen. Bijvoorbeeld: er moet veel contact zijn tussen de ouders, wat moeilijk kan zijn om te combineren met het werk. Bovendien zijn de kosten hoger, omdat veel zaken dubbel aangeschaft moeten worden. Ook moet er telkens 'verhuisd' worden, wat voor sommige kinderen belastend kan zijn.
Bij co-ouderschap hebben beide ouders recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag meestal aan één ouder, maar de ouders kunnen zelf afspreken hoe het geld wordt verdeeld. Het kindgebonden budget en andere toeslagen kunnen ook worden beïnvloed door de verdeling van de kinderbijslag. Het is daarom belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag, zodat de ouders weten wat ze kunnen verwachten. Het ouderschapsplan is hierbij van groot belang, omdat het de afspraken bevat over de verdeling van de zorg, het onderhoud en de kinderbijslag.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet