Co-ouderschap en het buiten het ouderschapsplan vallen
juli 1, 2025
Co-ouderschap is een veelvoorkomende vorm van ouderlijk gezag na een scheiding. Het betekent dat beide ouders gelijke verantwoordelijkheden delen bij de zorg en opvoeding van hun kinderen. In veel gevallen wordt dit geregeld via een ouderschapsplan, dat juridisch bindend is en door de rechtbank wordt gecertificeerd. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van de wetgeving, de praktijk van co-ouderschap, en de voordelen en nadelen van deze vorm van ouderlijk gezag besproken.
Co-ouderschap is een situatie waarin beide ouders gelijkwaardig verantwoordelijk zijn voor de zorg en opvoeding van hun kinderen. Dit kan zowel tijdens een relatie als na een scheiding optreden. Volgens de wet is het verplicht voor ouders die een kind hebben jonger dan 18 jaar om samen een ouderschapsplan op te stellen. Dit plan bevat afspraken over hoe de zorg en opvoeding verdeeld worden, hoe de ouders met elkaar communiceren, en hoe de kosten van de verzorging worden geregeld.
Een belangrijk onderdeel van het ouderschapsplan is de zorgregeling. Hierin staat hoe de ouders de zorg en opvoeding delen. In een zorgregeling kan de verdeling 50/50 zijn, maar ook een ongelijke verdeling zoals 70/30. Een zorgregeling met een ongeveer gelijke verdeling noemen we co-ouderschap. In tegenstelling tot een omgangsregeling, waarbij slechts één ouder het gezag heeft, is bij co-ouderschap beide ouders verantwoordelijk voor de zorg en opvoeding van het kind.
De wet bepaalt dat ouders die een scheiding aangaan, verplicht zijn om samen een ouderschapsplan op te stellen. Dit geldt ook bij een geregistreerd partnerschap of als je “scheiding van tafel en bed” aangaat. Het ouderschapsplan moet door beide ouders worden ondertekend en kan vervolgens door de rechtbank worden gehomologeerd. Dit betekent dat de afspraken in het ouderschapsplan juridisch bindend zijn.
Volgens de wet van 18 juli 2006, artikel 374 §2, moet de rechter bij een geschil over de huisvesting van het kind rekening houden met het belang van het kind. In geval van een gezamenlijk ouderlijk gezag moet de rechter de mogelijkheid onderzoeken om de huisvesting van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen. Als de rechter oordeelt dat dit niet de meest passende oplossing is, kan hij ook een ongelijk verdeeld verblijf vastleggen. De rechter oordeelt altijd op basis van de specifieke omstandigheden van het gezin en het belang van het kind.
In geval van een complexe situatie of moeilijke communicatie tussen ouders, is het raadzaam om professionele hulp in te schakelen. Een advocaat gespecialiseerd in familierecht kan je adviseren over je rechten en plichten, en je bijstaan bij de procedure voor de rechtbank. Ook kan een mediator je helpen om tot een overeenkomst te komen met je ex-partner.
In de praktijk kan co-ouderschap lastig zijn, vooral als de communicatie tussen de ouders moeizaam is. Het vereist veel samenwerking en een open dialoog tussen de ouders. Een goede communicatie en samenwerking zijn essentieel voor een succesvol co-ouderschap. Als de communicatie moeizaam is, kan mediation een oplossing bieden. Bij mediation worden de ouders begeleid door een onafhankelijke mediator om tot een overeenkomst te komen. De rechter kan mediation voorstellen, maar ouders kunnen dit ook zelf aanvragen.
Een ander belangrijk aspect van co-ouderschap is de verdeling van de zorg- en opvoedtaken. Beide ouders moeten gelijkwaardig verantwoordelijk zijn voor de zorg en opvoeding van het kind. Dit betekent dat ze samen beslissingen nemen over belangrijke onderwerpen, zoals de schoolkeuze, en dat ze samen de kosten van de verzorging regelen. Ook moet er worden gekeken naar de situatie van de ouders. Bijvoorbeeld, als een van de ouders weinig tijd heeft om voor de kinderen te zorgen of werktijden heeft die de zorg bemoeilijken, kan dit een belemmering vormen voor een gelijke verdeling.
Co-ouderschap heeft zowel voordelen als nadelen. De voordelen zijn dat kinderen niet hoeven te kiezen tussen de ouders, wat een loyaliteitsconflict kan voorkomen. Daarnaast is er geen vervreemding, omdat beide ouders evenveel tijd met de kinderen doorbrengen. Ook is er kwalitatieve tijd, waarin beide ouders de dagelijkse gang van zaken van hun kind meemaken.
De nadelen zijn dat het lastig kan zijn om te combineren met het werk, en dat er veel communicatie nodig is. Bij co-ouderschap zien kinderen vaak dat ze de ene week bij de vader zijn en de andere week bij de moeder, wat voor hen veel heen en weer gesjouw kan betekenen. Daarnaast zijn de kosten vaak hoger, omdat dingen als kleding, schoolspullen en speelgoed vaak dubbel aangeschaft moeten worden. Ook is het belangrijk dat beide ouders in de buurt van de school van het kind blijven wonen.
Een goede samenwerking en communicatie tussen de ouders zijn essentieel voor een succesvol co-ouderschap. Beide ouders moeten elkaar de kinderen “gunnen” en snappen dat het voor een kind belangrijk is een hechte band met beide ouders te hebben. Ook moet er rekening worden gehouden met de wensen van het kind, met name als het kind 12 jaar of ouder is. Het kind heeft het recht om zijn of haar mening te geven, maar de rechter is niet verplicht om deze mening over te nemen. De rechter zal beoordelen of de mening van het kind weloverwogen is en in lijn ligt met het belang van het kind.
Co-ouderschap is een veelvoorkomende vorm van ouderlijk gezag na een scheiding. Het vereist een goede samenwerking en communicatie tussen de ouders, en is essentieel voor een succesvol co-ouderschap. De wet bepaalt dat ouders die een scheiding aangaan, verplicht zijn om samen een ouderschapsplan op te stellen, dat door de rechtbank wordt gecertificeerd. In de praktijk kan co-ouderschap lastig zijn, vooral als de communicatie tussen de ouders moeizaam is. Het heeft zowel voordelen als nadelen, en vereist een open dialoog tussen de ouders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet