Co-ouderschap en hechting: een cruciale combinatie voor de ontwikkeling van kinderen
juli 1, 2025
Het kindgebonden budget is een belangrijk onderdeel van de financiële ondersteuning voor ouders met kinderen tot 18 jaar. Bij co-ouderschap, waarin beide ouders na een scheiding of beëindiging van een relatie verantwoordelijk blijven voor de zorg van hun kinderen, is de verdeling van dit budget een belangrijk aandachtspunt. Dit artikel geeft een overzicht van de regels en mogelijke manieren om het kindgebonden budget bij co-ouderschap te verdelen, gebaseerd op de beschikbare informatie.
Het kindgebonden budget is een financiële tegemoetkoming van de overheid voor de kosten die gepaard gaan met de opvoeding van kinderen tot 18 jaar. Het wordt iedere maand uitgekeerd door de Belastingdienst. De hoogte van het budget is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de aanvrager, het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Voor alleenstaande ouders geldt een extra vergoeding, mits er geen toeslagpartner aanwezig is. De bedragen voor 2021 waren bijvoorbeeld € 1.204,- per jaar voor één kind, € 2.226,- voor twee kinderen en € 3.145,- voor drie kinderen, met extra bedragen voor kinderen boven de 12 jaar.
Bij co-ouderschap, waarin beide ouders na een scheiding of beëindiging van een relatie verantwoordelijk blijven voor de zorg van hun kinderen, rijst vaak de vraag hoe het kindgebonden budget moet worden verdeeld. Juridisch gezien zijn er enkele overwegingen. Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke toeslag van de Nederlandse overheid die bedoeld is om ouders te ondersteunen in de kosten van kinderen. Het is belangrijk om te begrijpen hoe dit financiële aspect zich verhoudt tot een co-ouderschapsregeling.
Concluderend, terwijl het kindgebonden budget in principe aan één ouder wordt uitgekeerd, kunnen ouders door middel van onderlinge afspraken of, indien nodig, met hulp van de rechter, tot een eerlijke verdeling komen binnen de context van co-ouderschap.
Er zijn verschillende manieren om het kindgebonden budget te verdelen bij co-ouderschap. Het is verstandig om een proefberekening te maken om te bepalen welke verdeling van de kinderbijslag en het kindgebonden budget het meest gunstig is voor beide ouders. De Belastingdienst biedt een proefberekening aan op hun website. Door de verschillende scenario's te vergelijken, kunnen ouders een weloverwogen beslissing nemen.
Bij co-ouderschap kunnen beide ouders de inkomensafhankelijke combinatiekorting aanvragen. De heffingskorting wordt betaald aan het huishouden waar de kinderen meer dan zes maanden staan ingeschreven in het bevolkingsregister. Bij meerdere kinderen is het verstandig om de kinderen ‘op papier’ over beide huishoudens te verdelen. Zo hebben beide ouders meer kans om in aanmerking te komen voor sommige regelingen.
Bij de verdeling van het kindgebonden budget bij co-ouderschap zijn verschillende factoren van belang. Deze omvatten:
Inkomen van de ouders: Het inkomen van de ouders is een belangrijke factor bij de berekening van het kindgebonden budget. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het bedrag dat je krijgt. Er is geen vaste inkomensgrens voor het kindgebonden budget.
Leeftijd van de kinderen: De leeftijd van de kinderen heeft invloed op het bedrag dat je krijgt. Voor elk kind dat ouder is dan 12 jaar, ontvang je extra toeslagen. Bijvoorbeeld 247 euro per kind per jaar voor kinderen van 12 tot 15 jaar en 441 euro per kind per jaar voor kinderen van 16 tot 17 jaar.
Aantal kinderen: Het aantal kinderen bepaalt ook het bedrag dat je krijgt. Voor één kind krijg je € 1.204,- per jaar, voor twee kinderen € 2.226,- per jaar, en voor drie kinderen € 3.145,- per jaar. Voor elk volgend kind is dat 919 euro per jaar extra.
Verdeling van de kinderen: Bij co-ouderschap is het verstandig om de kinderen op te delen tussen beide ouders. Dit kan bijdrragen aan een eerlijke verdeling van het budget. Als de kinderen op verschillende adressen staan ingeschreven, dan ontvangt elk ouder het kindgebonden budget voor het kind dat op hun adres staat ingeschreven.
Het kindgebonden budget is een inkomensafhankelijke toeslag van de Nederlandse overheid die bedoeld is om ouders te ondersteunen in de kosten van kinderen. Het is belangrijk om te begrijpen hoe dit financiële aspect zich verhoudt tot een co-ouderschapsregeling.
De reden waarom de uitbetaling van één recht op kinderbijslag wel kan worden verdeeld over beide co-ouders, maar het kindgebonden budget niet, is gelegen in de aard van deze regelingen. Co-ouders kunnen onderling bepalen wiens recht op kinderbijslag wordt uitbetaald en wie daarmee het kindgebonden budget krijgt uitbetaald. Als zij er zelf niet uitkomen bepalen de samenloopregels van de Algemene Kinderbijslagwet wiens recht op kinderbijslag wordt uitbetaald.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van het kindgebonden budget. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan via een ouderschapsplan. In een ouderschapsplan kunnen afspraken worden gemaakt over de verdeling van het kindgebonden budget, de verantwoordelijkheden van beide ouders en de manier waarop het budget wordt gebruikt.
Het is belangrijk om regelmatig overleg te houden met de ex-partner over de verdeling van het budget. Dit helpt om onenigheden te voorkomen en een eerlijke verdeling te waarborgen. Ook is het belangrijk om veranderingen in de situatie, zoals een verhuizing, een verandering van inkomen of een scheiding, door te geven aan de Belastingdienst en de SVB.
Het kindgebonden budget is een belangrijk onderdeel van de financiële ondersteuning voor ouders met kinderen tot 18 jaar. Bij co-ouderschap is de verdeling van dit budget een belangrijk aandachtspunt. De verdeling van het kindgebonden budget hangt af van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de ouders, de leeftijd van de kinderen, het aantal kinderen en de verdeling van de kinderen. Het is belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van het budget en regelmatig overleg te houden met de ex-partner.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet