Cijfers over ouderschap: Wat vertellen de cijfers over de uitdagingen en kansen van het opvoeden
juni 30, 2025
In Nederland is de kinderbijslag een belangrijke bijdrage voor ouders die hun kinderen opvoeden. De regels rondom de kinderbijslag zijn in veel gevallen duidelijk, maar bij co-ouderschap kan de verdeling complexer zijn. De informatie die in de bronnen wordt gegeven, legt uit wat de juiste aanpak is bij het verdelen van de kinderbijslag tussen ouders die samen voor hun kinderen zorgen. Dit artikel bespreekt de regels, praktische voorbeelden en de rol van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij de verdeling van de kinderbijslag bij co-ouderschap.
Bij co-ouderschap, waarbij beide ouders de zorg voor hun kind gelijkmatig delen, geldt dat beide ouders recht hebben op de helft van de kinderbijslag. Dit geldt ongeacht wie van de ouders de aanvrager van de kinderbijslag is. De SVB betaalt de kinderbijslag meestal aan één ouder, maar ouders kunnen in overleg besluiten om de kinderbijslag gelijkelijk te verdelen. Als er geen afspraken zijn gemaakt, wordt de kinderbijslag automatisch in twee gelijke delen verdeeld.
De SVB hanteert het beleid dat is ontwikkeld in het kader van het huishoudbegrip. Hierbij wordt gekeken naar hoeveel nachten het kind bij elke ouder verblijft. Als een ouder 46 dagen of meer per kwartaal bij het kind verblijft, wordt het kind niet als uitwonend beschouwd. Dit betekent dat de kinderbijslag ook kan worden verstrekt aan de ouder die minder tijd met het kind doorbrengt, mits er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag.
Als er geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag, dan wordt de kinderbijslag automatisch in twee gelijke delen verdeeld. De SVB zal deze afspraken respecteren, mits ze zijn vastgelegd in een ouderschapsplan. Een ouderschapsplan is belangrijk om misverstanden te voorkomen en om duidelijk te maken welke ouder welke rechten heeft.
Een ouderschapsplan kan ook worden opgesteld als er sprake is van een uitwijk- of uitstapgeval. Bijvoorbeeld als een kind tijdens de zomermaanden bij de ene ouder verblijft en de rest van het jaar bij de andere ouder. In dat geval kan in het ouderschapsplan worden vastgelegd dat de kinderbijslag wordt verdeeld over beide ouders.
Bij co-ouderschap heeft het kindgebonden budget ook invloed op de verdeling van de kinderbijslag. Het kindgebonden budget is een extra bijdrage die alleen beschikbaar is voor ouders die kinderbijslag ontvangen. De hoogte van het kindgebonden budget hangt af van het inkomen van de ouder en de leeftijd van het kind.
Als er sprake is van co-ouderschap, dan is het belangrijk om te controleren wie de aanvrager van de kinderbijslag is. Alleen de aanvrager van de kinderbijslag heeft recht op het kindgebonden budget. Dit betekent dat het verstandig is om in overleg te besluiten wie de aanvrager van de kinderbijslag is, zodat beide ouders het kindgebonden budget kunnen ontvangen.
Bij intensieve zorg is het mogelijk dat ouders recht hebben op dubbele kinderbijslag. Dit geldt voor kinderen tussen de 3 en 18 jaar die intensieve zorg nodig hebben vanwege een ziekte of stoornis. Vanaf 1 juli 2024 ontvangen ouders van kinderen met een Wlz-indicatie de dubbele kinderbijslag automatisch. Ook is het mogelijk gemaakt de dubbele kinderbijslag met 6 maanden terugwerkende kracht toe te kennen.
Deze regel geldt ook bij co-ouderschap. Als een kind intensieve zorg heeft, dan kan de SVB besluiten om de dubbele kinderbijslag te verstrekken. Dit geldt ook als het kind om beurten bij beide ouders verblijft. In dat geval kan de kinderbijslag worden verdeeld over beide ouders.
Bij uitwonen kan de kinderbijslag worden beïnvloed. Als een kind 4 nachten of meer per week niet thuis slaapt, dan wordt het kind als uitwonend beschouwd. In dat geval is de kinderbijslag meestal niet meer van toepassing. Er zijn echter uitzonderingen. Bijvoorbeeld als het kind in het buitenland woont of als het kind extra kosten met zich meebrengt, zoals bij een studie of een handicap.
Bij uitwonen kan de SVB besluiten om de kinderbijslag te verstreken, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het kind in het buitenland woont of als het kind extra kosten heeft die door de ouders worden gedragen.
Co-ouderschap en gezamenlijk ouderlijk gezag zijn twee verschillende begrippen. Bij gezamenlijk ouderlijk gezag hebben beide ouders dezelfde rechten en verantwoordelijkheden. Bij co-ouderschap is de zorg voor het kind gelijkmatig verdeeld over beide ouders. Dit betekent dat beide ouders hetzelfde recht hebben op de kinderbijslag, mits er afspraken zijn gemaakt.
In veel gevallen is het verstandig om een ouderschapsplan op te stellen dat de verdeling van de kinderbijslag en andere financiële aspecten bepaalt. Dit helpt om verwarring te voorkomen en zorgt voor duidelijkheid over wie welke rechten heeft.
Bij co-ouderschap kan ook invloed zijn op andere toeslagen, zoals de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Het is belangrijk om te weten dat de kinderbijslag en de andere toeslagen aan elkaar zijn gekoppeld. Bijvoorbeeld: als de kinderbijslag wordt verdeeld over beide ouders, dan kan ook het kindgebonden budget worden verdeeld.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om de juiste informatie te geven aan de SVB, zodat de juiste toeslagen worden uitgekeerd. Dit geldt ook voor de kinderopvangtoeslag, die afhankelijk is van het inkomen van de ouders en de hoeveelheid kinderen.
Als er geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag, dan wordt de kinderbijslag automatisch in twee gelijke delen verdeeld. De SVB zal deze afspraken respecteren, mits ze zijn vastgelegd in een ouderschapsplan. Een ouderschapsplan is belangrijk om misverstanden te voorkomen en om duidelijk te maken welke ouder welke rechten heeft.
Als er geen ouderschapsplan is opgesteld, dan kan de SVB besluiten om de kinderbijslag gelijkelijk te verdelen. Dit geldt ook als er geen afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag. In dat geval krijgt iedere ouder de helft van de kinderbijslag.
Bij co-ouderschap kan ook invloed zijn op de belasting. Het is belangrijk om te weten dat de kinderbijslag en de belasting in verband staan. Bijvoorbeeld: als de kinderbijslag wordt verdeeld over beide ouders, dan kan ook de belastingvoordeel worden verdeeld.
In sommige gevallen kan fiscaal co-ouderschap voordeliger zijn, op voorwaarde dat beide ouders belast worden als alleenstaande. In dat geval genieten ze samen jaarlijks rond de 400 euro meer belastingvoordeel. Dit geldt alleen voor 1 en 2 kinderen.
Als een van de ouders geen co-ouderschap wil, dan kan dit leiden tot een omgangsregeling. Een omgangsregeling bepaalt hoeveel tijd het kind bij elke ouder doorbrengt. Dit kan invloed hebben op de verdeling van de kinderbijslag. Als de ouder die geen co-ouderschap wil, veel tijd met het kind doorbrengt, dan kan de kinderbijslag worden verdeeld over beide ouders.
Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag, zodat beide ouders hun rechten kunnen uitoefenen. Dit geldt ook als er sprake is van een omgangsregeling.
Bij scheiding is de kinderbijslag meestal bedoeld voor de ouder bij wie het kind woont. Als er sprake is van co-ouderschap, dan is de kinderbijslag meestal verdeeld over beide ouders. Dit geldt ook als de ouder die de kinderbijslag ontvangt, geen co-ouderschap wil.
De SVB hanteert het beleid dat is ontwikkeld in het kader van het huishoudbegrip. Hierbij wordt gekeken naar hoeveel nachten het kind bij elke ouder verblijft. Als een ouder 46 dagen of meer per kwartaal bij het kind verblijft, wordt het kind niet als uitwonend beschouwd. Dit betekent dat de kinderbijslag ook kan worden verstrekt aan de ouder die minder tijd met het kind doorbrengt, mits er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag.
Bij co-ouderschap is de verdeling van de kinderbijslag een belangrijk onderdeel van de opvoeding van het kind. De SVB hanteert het beleid dat is ontwikkeld in het kader van het huishoudbegrip. Hierbij wordt gekeken naar hoeveel nachten het kind bij elke ouder verblijft. Als een ouder 46 dagen of meer per kwartaal bij het kind verblijft, wordt het kind niet als uitwonend beschouwd. Dit betekent dat de kinderbijslag ook kan worden verstrekt aan de ouder die minder tijd met het kind doorbrengt, mits er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de kinderbijslag.
Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de verdeling van de kinderbijslag, zodat beide ouders hun rechten kunnen uitoefenen. Dit geldt ook als er sprake is van een omgangsregeling. De SVB zal deze afspraken respecteren, mits ze zijn vastgelegd in een ouderschapsplan.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet