Cijfers over ouderschap: Wat vertellen de cijfers over de uitdagingen en kansen van het opvoeden
juni 30, 2025
De Belastingdienst hanteert specifieke criteria bij de beoordeling van co-ouderschap, met aanzienlijke fiscale gevolgen voor gescheiden ouders. Dit artikel biedt een overzicht van de regels, de controlemechanismen en de mogelijke belastingvoordelen die co-ouderschap met zich meebrengt, gebaseerd op de gegevens uit de bronnen.
Co-ouderschap betekent dat ouders samen het gezag hebben over hun kind en de dagelijkse opvang en opvoeding gelijk verdelen. Dit kan op verschillende manieren worden geregeld, zoals dat het kind drie dagen per week bij de ene ouder woont en drie dagen bij de andere. De Belastingdienst hanteert een duidelijke richtlijn om te bepalen of een situatie als co-ouderschap kan worden beschouwd. De meest voorkomende vormen zijn: het kind woont 3 dagen per week bij de ene ouder en 3 dagen bij de andere, of het kind wisselt per week tussen de twee ouders.
De Belastingdienst controleert co-ouderschap vanwege de fiscale gevolgen die eraan verbonden zijn. De dienst beoordeelt of aan de voorwaarden wordt voldaan. De controle gebeurt door het opvragen van informatie over ouderschapsplannen en het vergelijken van opgegeven gegevens met de basisregistratie personen (BRP). Bij nieuwe aanvragen voor toeslagen wordt vaak een afschrift van het ouderschapsplan of een verklaring van beide ouders gevraagd, waarin wordt bevestigd dat aan de eisen van co-ouderschap wordt voldaan. De Belastingdienst vraagt niet per se om details over de invulling van de omgangsregeling, zoals de viering van verjaardagen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de Belastingdienst zich primair richt op de formele vastlegging van de afspraken en minder op de daadwerkelijke naleving ervan. Echter, in sommige gevallen kan de Belastingdienst vragen stellen als er inconsistenties worden geconstateerd.
Co-ouderschap kan leiden tot aanzienlijke belastingvoordelen. Enkele van de belangrijkste zijn:
Het kindgebonden budget is een belangrijke belastingtoeslag voor ouders met kinderen, en de verdeling van dit budget wordt geregeld op basis van de zorgregeling. In veel gevallen heeft de ouder die het meeste zorgt voor het kind recht op dit budget. Als de zorg voor het kind gelijk verdeeld is (meer dan 50 procent zorg per ouder), dan moet je samen met je ex-partner een afspraak maken over wie het budget krijgt. Je kunt het bijvoorbeeld op een kindrekening laten storten waar jullie allebei toegang toe hebben. Je kunt er ook voor kiezen het KGB te laten storten op de rekening van de minst verdienende ouder, zodat je profiteert van een hoger bedrag.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een heffingskorting voor alleenstaanden of minstverdienende partners die arbeid en zorg hebben voor een kind combineren. Een van de voorwaarden voor toekenning van de IACK is de zogenoemde inschrijvingseis. De belastingplichtige moet in een kalenderjaar ten minste zes maanden op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen (BRP) staan ingeschreven als een kind dat bij het begin van het kalenderjaar jonger is dan twaalf jaar. In de URIB 2021 is geregeld dat gedurende de periode van het kalenderjaar waarin het kind van de belastingplichtige tegelijkertijd tot het huishouden van diens beide ouders behoort en het kind op hetzelfde woonadres in de BRP staat ingeschreven als diens andere ouder, voor de toepassing van de inschrijvingseis het kind wordt beschouwd op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige te staan ingeschreven. Een kind behoort tegelijkertijd tot het huishouden van diens beide ouders indien hij, in een binnen het kalenderjaar doorgaans repeterend ritme, ten minste 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft. Hierdoor kunnen beide ouders in een gelijkwaardige co-ouderschapsregeling aanspraak maken op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Van belang is dat de zorg voor het kind tussen de beide ouders gelijkelijk is verdeeld.
Bij co-ouderschap kan de huurtoeslag hoger uitvallen. De Belastingdienst kijkt naar het aantal dagen dat het kind bij elk van de ouders verblijft. Dit wordt vaak geregistreerd in een zorgregeling, die je met je ex-partner hebt afgesproken en die in het ouderschapsplan is opgenomen. Als je niet allebei 50% van de zorg hebt, kan het invloed hebben op bijvoorbeeld het recht op toeslagen zoals het kindgebonden budget of andere voordelen, zoals de alleenstaande ouderkorting.
Bij co-ouderschap kunnen ouders samen kinderopvangtoeslag krijgen voor maximaal 230 uur per kind per maand. Indien een co-ouder kinderopvangtoeslag wil aanvragen voor zijn kind dat niet bij hem of haar ingeschreven staat maar bij de andere ouder, kan deze hiervoor een brief sturen naar de Belastingdienst.
Een goed opgesteld ouderschapsplan is essentieel bij co-ouderschap. Het ouderschapsplan moet duidelijk de afspraken over de opvang en opvoeding van het kind vastleggen. Het is raadzaam om de afspraken in het ouderschapsplan te laten controleren door een financieel deskundige om te voorkomen dat er fiscale voordelen worden gemist.
Voor het opstellen van een ouderschapsplan is het belangrijk dat in het ouderschapsplan is opgenomen dat jullie kind(eren) tenminste drie hele dagen per week bij de ene ouder, en drie dagen bij de andere ouder is. Hierbij hoef je de dagen van de week niet vanaf de maandag te tellen maar drie dagen was tot voor kort een ‘harde’ vereiste van de Belastingdienst. Dit is met een recente uitspraak door de Hoge Raad genuanceerder komen te liggen.
Bij co-ouderschap is het belangrijk om bij de Belastingdienst te melden dat je in een co-ouderschapsregeling zit. Dit gebeurt vaak via een brief. Bij je belastingaangifte moet je als co-ouder vervolgens op verschillende zaken goed letten.
Als er geen co-ouderschap is, dan krijgt de ouder die het kind fiscaal ten laste heeft, 100% van alle belastingvoordelen door kind fiscaal ten laste. Dit betekent dat de andere ouder geen belastingvoordelen krijgt. Daarnaast is er sprake van een eenzijdig gezag, waarbij de ene ouder het gezag heeft over het kind.
Bij het beëindigen van co-ouderschap is het belangrijk om de afspraken aan te passen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een van jullie voor de scheiding al aangeeft geen co-ouderschap te willen. Je kunt dan een omgangsregeling treffen. Het is belangrijk om de afspraken goed vast te leggen, zodat ook aan de Belastingdienst kan worden aangetoond wat de geldende zorgregeling is.
Als co-ouder kun je profiteren van verschillende belastingvoordelen, maar zoals net gezegd: het recht op bijvoorbeeld heffingskortingen of het kindgebonden budget hangt af van de zorgverdeling en andere factoren. In je ouderschapsplan kun je hier officiële afspraken over maken. Een globaal overzicht van belastingpunten:
De Belastingdienst kijkt naar het aantal dagen dat het kind bij elk van de ouders verblijft. Dit wordt vaak geregistreerd in een zorgregeling, die je met je ex-partner hebt afgesproken en die in het ouderschapsplan is opgenomen. Als je niet allebei 50% van de zorg hebt, kan het invloed hebben op bijvoorbeeld het recht op toeslagen zoals het kindgebonden budget of andere voordelen, zoals de alleenstaande ouderkorting.
Kinderalimentatie is de verplichting om na de scheiding als ouder financieel voor je kind(eren) te blijven zorgen. Je bent verplicht om naar draagkracht mee te betalen aan de kosten van de opvoeding en verzorging van je kind. Die verplichting houdt pas op als je kind 21 jaar is.
Krijg je partneralimentatie of betaal je die juist? Ook dit heeft invloed op je belastingaangifte. Het ontvangen of betalen van partneralimentatie wordt meegeteld of afgetrokken van je inkomen. Lees hier meer over de fiscale gevolgen van partneralimentatie.
Co-ouderschap heeft verschillende fiscale voordelen, waaronder het kindgebonden budget, de inkomensafhankelijke combinatiekorting, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag. Het is belangrijk om bij het opstellen van een ouderschapsplan de afspraken goed vast te leggen, zodat ook aan de Belastingdienst kan worden aangetoond wat de geldende zorgregeling is. De Belastingdienst beoordeelt of aan de voorwaarden wordt voldaan en controleert dit door het opvragen van informatie over ouderschapsplannen en het vergelijken van opgegeven gegevens met de basisregistratie personen (BRP). Bij het beëindigen van co-ouderschap is het belangrijk om de afspraken aan te passen en te melden bij de Belastingdienst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet