Co-ouderschap en de rol van een 16-jarig kind
juni 30, 2025
Co-ouderschap is een veelvoorkomende vorm van ouderlijk gezag na een scheiding, waarbij ouders het gezag over hun kind gelijkmatig delen. Dit heeft invloed op belastingen, toeslagen en andere fiscale voordelen. De Belastingdienst hanteert specifieke criteria om vast te stellen of sprake is van co-ouderschap, en deze bepalen welke belastingvoordelen een ouder kan krijgen. In dit artikel worden de belangrijkste regels, belastingvoordelen en praktische tips voor ouders die co-ouderschap kiezen besproken.
De Belastingdienst definieert co-ouderschap op basis van de verdeling van de zorg voor het kind. Volgens de Belastingdienst is een ouder co-ouder als de kinderen minstens 156 dagen per jaar bij elke ouder zijn. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het kind om en om bij de ene en de andere ouder woont, of als het kind minstens drie dagen per week bij de ene ouder verblijft. Daarnaast is het belangrijk dat er sprake is van een gedeelde zorgregeling, wat kan worden vastgelegd in een ouderschapsplan.
Voor ouders die in het buitenland wonen, gelden soortgelijke voorwaarden. Ook als een van de ouders in het buitenland woont, is er nog steeds sprake van co-ouderschap als de kinderen minstens 156 dagen per jaar bij elke ouder zijn. De Belastingdienst kijkt hierbij naar de dagen die het kind bij elke ouder doorbrengt, inclusief vakantiedagen.
Bij co-ouderschap kunnen ouders van verschillende belastingvoordelen profiteren. Hieronder staan de belangrijkste belastingvoordelen en hoe deze werken:
De kinderbijslag wordt meestal uitbetaald aan de ouder die het kind het grootste deel van het jaar verzorgt. Bij co-ouderschap kan dit anders zijn, afhankelijk van de verdeling van de zorg. Als de zorgverdeling gelijk is, kan de kinderbijslag worden opgesplitst. Dit is belangrijk om te overwegen bij het opstellen van het ouderschapsplan.
Het KGB is een belangrijk belastingvoordeel voor ouders met kinderen. De verdeling van dit budget wordt geregeld op basis van de zorgverdeling. In veel gevallen heeft de ouder die het meeste zorgt voor het kind recht op dit budget. Als de zorg voor het kind gelijk verdeeld is (meer dan 50 procent zorg per ouder), dan moet er een afspraak worden gemaakt over wie het budget krijgt. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan via een gemeenschappelijke rekening of door het KGB te laten storten op de rekening van de minst verdienende ouder.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een belastingkorting die je krijgt als je werkt en je kind jonger is dan 12 jaar. De korting hangt af van de hoogte van je inkomen. Elk jaar wordt door de Belastingdienst vastgesteld wat het minimumbedrag is dat je als arbeidsinkomen moet hebben om hier recht op te hebben. Als je nog samen bent, dan krijgt alleen degene die het minst verdient de combinatiekorting. Dit regel je via de belastingaangifte.
Bij co-ouderschap kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Naast dat je dan beiden minstens het vastgestelde bedrag moet verdienen, moet er duidelijk sprake zijn van co-ouderschap. De Belastingdienst kijkt hierbij naar het aantal dagen dat het kind bij elke ouder verblijft en of er een gedeelde zorgregeling is.
De kinderopvangtoeslag is een belastingvoordeel voor ouders die kinderen opvangen. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders kinderopvangtoeslag krijgen voor de uren opvang die ze zelf betalen. Je geeft via een brief door aan de Belastingdienst dat je co-ouders bent. De Belastingdienst kijkt hierbij naar de verdeling van de zorg en of er een gedeelde zorgregeling is.
De huurtoeslag is een belastingvoordeel voor ouders die huur betalen. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders huurtoeslag krijgen. Voor de huurtoeslag kan een kind maar bij één ouder zijn ingeschreven. De andere ouder mag het kind wel meetellen bij het huishouden als hij of zij een aanvraag indient voor huurtoeslag. De Belastingdienst vraagt dan om een verklaring co-ouderschap. Deze verklaring moet door beide ouders ondertekend zijn.
De Belastingdienst controleert of sprake is van co-ouderschap door het opvragen van informatie over ouderschapsplannen en het vergelijken van deze gegevens met de BRP. Het is daarom belangrijk om eerlijke en correcte informatie te verstrekken. De Belastingdienst kan de opgegeven gegevens controleren door het opvragen van informatie over ouderschapsplannen en het vergelijken van deze gegevens met de BRP.
Bij co-ouderschap moet je rekening houden met verschillende belastingregels. Hieronder staan enkele belangrijke punten die je moet opmerken:
Na een scheiding kunnen er allerlei fiscale veranderingen zijn die invloed kunnen hebben op je aangifte. Je moet letten op of je na de scheiding nog samen belastingaangifte moet doen, of dat je dit al alleen mag doen. Dit hangt af van verschillende zaken, zoals de verdeling van de zorg en of er een gedeelde zorgregeling is.
De partneralimentatie kan invloed hebben op je belastingaangifte. Het ontvangen of betalen van partneralimentatie wordt meegeteld of afgetrokken van je inkomen. Lees hier meer over de fiscale gevolgen van partneralimentatie.
De kinderalimentatie heeft geen invloed op je aangifte; dat scheelt weer! Het is daarom belangrijk om goed te kijken naar de verdeling van de zorg en of er een gedeelde zorgregeling is.
Bij co-ouderschap zijn er verschillende belastingregels en voorwaarden die je moet overwegen:
Voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting geldt een minimum inkomen. In de volgende tabel kun je zien hoe hoog je arbeidsinkomen moet zijn om recht te hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Jaar van aangifte | Arbeidsinkomen |
---|---|
2025 | vanaf € 6.145 |
2024 | vanaf € 6.073 |
2023 | vanaf € 5.548 |
Heb je een fiscale partner? Hieronder staat een aantal voorbeelden. Je kunt deze gebruiken om na te gaan of je recht hebt op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Je moet voldoen aan de voorwaarden die op deze pagina staan. En, je of je partner wonen in de EU, EER en Zwitserland, of op Bonaire, St Eustatius of Saba. Als je een fiscale partner hebt, dan is ook de hoogte van het arbeidsinkomen van je fiscale partner van belang. Alleen de minstverdienende partner krijgt de korting.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is verantwoordelijk voor de kinderbijslag, die meestal wordt uitbetaald aan degene die het kind het grootste deel van het jaar verzorgt. Dit kan dus afhankelijk van de zorgverdeling tussen de ouders verschillen. Bij co-ouderschap is het belangrijk om goed af te spreken wie de kinderbijslag aanvraagt, aangezien het KGB vaak automatisch op dezelfde rekening wordt gestort. Ook kan het voordelig zijn om de kinderbijslag te laten delen, zodat beide ouders recht hebben op het KGB en de Alleenstaande Ouderkop (AOK).
Als je geen co-ouderschap hebt, dan gelden andere belastingregels. De Belastingdienst kijkt hierbij naar de verdeling van de zorg en of er een gedeelde zorgregeling is. Het is belangrijk om goed af te spreken wie de kinderbijslag aanvraagt en of er sprake is van een gedeelde zorgregeling.
Co-ouderschap heeft invloed op belastingen, toeslagen en andere fiscale voordelen. De Belastingdienst hanteert specifieke criteria om vast te stellen of sprake is van co-ouderschap, en deze bepalen welke belastingvoordelen een ouder kan krijgen. Belangrijke belastingvoordelen zijn de kinderbijslag, het KGB, de inkomensafhankelijke combinatiekorting, de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag. Het is belangrijk om goed af te spreken wie de kinderbijslag aanvraagt en of er sprake is van een gedeelde zorgregeling. De Belastingdienst controleert of sprake is van co-ouderschap door het opvragen van informatie over ouderschapsplannen en het vergelijken van deze gegevens met de BRP.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet