Kinderwerkbanken: Stimuleren van Ontwikkeling en Veilig Spel
juni 18, 2025
Cytomegalovirus (CMV) is een veelvoorkomend virus dat vaak onopgemerkt blijft, maar wel risico’s kan vormen, met name voor zwangere vrouwen en jonge kinderen. Dit artikel biedt een overzicht van CMV, de overdracht, symptomen, preventie en behandeling, met speciale aandacht voor de implicaties voor de kinderopvang. De informatie is gebaseerd op beschikbare gegevens en richtlijnen.
CMV is een virus dat tot de familie van de herpesvirussen behoort. Wereldwijd is een groot deel van de bevolking geïnfecteerd met CMV, maar de meeste mensen vertonen geen symptomen. Na een primaire infectie blijft het virus latent aanwezig in het lichaam en kan het bij een verminderde weerstand reactiveren. De prevalentie van CMV neemt toe met de leeftijd; in Nederland is ongeveer 65% van de mensen boven de 65 jaar seropositief.
CMV verspreidt zich via direct contact met lichaamsvloeistoffen zoals speeksel, urine, bloed en moedermelk. Vooral jonge kinderen zijn een belangrijke bron van infectie, omdat zij het virus vaak via speeksel en urine uitscheiden. Overdracht kan ook plaatsvinden via transplacentaire overdracht van moeder op kind. Het virus kan zich verspreiden door knuffelen, kussen, het delen van bestek of het verschonen van luiers.
Bij de meeste mensen veroorzaakt een CMV-infectie geen symptomen. Wanneer symptomen optreden, lijken deze vaak op die van een griep, zoals koorts, vermoeidheid, spierpijn en keelpijn. Deze symptomen zijn meestal mild en van korte duur. Bij mensen met een verzwakt immuunsysteem kan CMV ernstigere symptomen veroorzaken, waaronder longontsteking, hepatitis en neurologische problemen.
Een CMV-infectie tijdens de zwangerschap kan ernstige gevolgen hebben voor de ongeboren baby. Wanneer een vrouw voor het eerst met CMV wordt geïnfecteerd tijdens de zwangerschap, kan het virus de placenta passeren en de foetus infecteren. Dit kan leiden tot aangeboren CMV, wat kan resulteren in gehoorverlies, visusproblemen, een vertraagde groei en neurologische schade. Het risico op aangeboren CMV is het grootst wanneer de infectie in het eerste trimester plaatsvindt, maar de ernst van de gevolgen is groter bij infectie in de eerste helft van de zwangerschap.
Adequate hygiëne is de belangrijkste maatregel ter preventie van CMV-infectie. Dit is vooral belangrijk voor zwangere vrouwen en mensen die met jonge kinderen werken. Specifieke preventieve maatregelen omvatten:
Voor zwangere vrouwen wordt geadviseerd om extra voorzichtig te zijn bij het omgaan met jonge kinderen en de bovenstaande hygiënemaatregelen strikt na te leven.
In de kinderopvang, waar kinderen veel contact met elkaar hebben en speeksel en urine vaak voorkomen, is het risico op CMV-overdracht verhoogd. Hoewel een volledige eliminatie van het risico niet mogelijk is, kunnen de volgende maatregelen helpen om de verspreiding van CMV te beperken:
Een CMV-infectie kan worden vastgesteld door middel van serologische tests, waarbij de aanwezigheid van antistoffen tegen CMV in het bloed wordt gemeten. Een positieve CMV IgG-waarde duidt op een doorgemaakte infectie, terwijl een positieve CMV IgM-waarde kan wijzen op een recente infectie. CMV-DNA kan ook worden gedetecteerd in bloed of andere lichaamsvloeistoffen met behulp van PCR.
Een CMV-infectie is in de meeste gevallen zelflimiterend en vereist geen behandeling. Bij mensen met een verzwakt immuunsysteem kunnen antivirale middelen zoals ganciclovir of valganciclovir worden gebruikt om de infectie te behandelen. Bij congenitale CMV-infectie kan behandeling met antivirale middelen in specifieke gevallen worden overwogen, met als doel het beperken van ernstige lange termijn gevolgen, zoals progressief gehoorverlies. De optimale behandelingsduur is nog onderwerp van onderzoek.
CMV-vaccinatie van niet-immune zwangere vrouwen wordt onderzocht in klinische studies, maar is momenteel geen standaardoptie.
Alle kinderen met een congenitale CMV-infectie dienen gedurende de eerste levensjaren (ten minste tot de leeftijd van 6 jaar) gevolgd te worden door een kinderarts, KNO-arts/audiologisch centrum en oogarts ter monitoring van eventuele ontwikkelingsproblematiek, progressief gehoorverlies of visusproblemen.
Voor personeel in de kinderopvang is het belangrijk om te weten of zij beschermd zijn tegen mazelen, aangezien dit van invloed kan zijn op hun geschiktheid om met jonge kinderen te werken. Personen die geboren zijn voor 1965 zijn vrijwel allemaal beschermd tegen mazelen. Voor personen geboren tussen 1965 en 1975 geldt dat zij beschermd zijn indien zij anamnestisch mazelen hebben doorgemaakt. Vanaf 1978 geldt volledige vaccinatie tegen mazelen als bescherming.
CMV is een veelvoorkomend virus dat, hoewel vaak asymptomatisch, risico’s kan vormen voor zwangere vrouwen en jonge kinderen. Adequate hygiëne is de belangrijkste maatregel ter preventie van CMV-infectie. In de kinderopvang is het belangrijk om het personeel te informeren over CMV en de preventieve maatregelen te implementeren. Door het naleven van deze maatregelen kan de verspreiding van CMV worden beperkt en de gezondheid van kinderen en zwangere vrouwen worden beschermd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet