Boeken over ouderschap en opvoeding: Eerlijk, herkenbaar en waardevol
juni 30, 2025
Bij co-ouderschap wordt vaak gedacht dat de financiële verantwoordelijkheden van ouders gelijk verdeeld worden. Toch blijkt uit meerdere bronnen dat kinderalimentatie bij co-ouderschap regelmatig aan de orde is. Dit komt doordat het uitgangspunt bij kinderalimentatie is dat een kind niet mag lijden onder de financiële verschillen tussen de twee huishoudens van gescheiden ouders. De levensstandaard bij beide ouders moet zo gelijk mogelijk zijn, dat is het basisprincipe van kinderalimentatie. Bij ongelijke inkomens moet er dus een bijdrage betaald worden om de balans te herstellen. In dit artikel wordt uitgelegd hoe kinderalimentatie bij co-ouderschap berekend wordt, welke factoren hierbij een rol spelen en hoe dit in de praktijk werkt.
Kinderalimentatie is het bedrag dat de ene ouder na een scheiding aan de andere ouder betaalt als bijdrage in de kosten van de kinderen. Hierbij wordt uitgegaan van het uitgangspunt dat ouders wettelijk verplicht zijn om naar draagkracht van hun inkomen een bijdrage te leveren aan de kosten van de kinderen. Dit geldt ook bij co-ouderschap, waarbij de kinderen afwisselend bij beide ouders doorbrengen. Hoewel de zorgverdeling hierbij gelijk is, kan het zijn dat het inkomen van de ouders sterk verschilt, waardoor een van de ouders een bijdrage moet betalen aan de andere ouder.
De berekening van kinderalimentatie bij co-ouderschap gebeurt op basis van meerdere factoren, waaronder de behoefte van de kinderen, het inkomen van de ouders en de zorgverdeling. De meest gebruikte methode is de berekening via de Tremanormen, die ook door rechtbanken worden gebruikt. Deze normen geven aan hoeveel een kind ongeveer kost, afhankelijk van de leeftijd, het aantal kinderen en het inkomen van de ouders.
De eerste stap bij het berekenen van kinderalimentatie is het bepalen van de financiële behoefte van de kinderen. Dit gebeurt op basis van het netto gezinsinkomen vlak voor de scheiding. Het netto gezinsinkomen wordt bepaald door het netto inkomen van beide ouders op te tellen. Hierbij worden ook vakantiegeld, bonussen en andere bijdragen meegenomen. De behoefte van de kinderen wordt dan bepaald via een tabel van het NIBUD. Deze tabel geeft aan hoeveel de kinderen nodig hebben om in beide huishoudens een vergelijkbare levensstandaard te behouden.
De tweede stap is het berekenen van de draagkracht van de ouders. Hierbij wordt gekeken naar het inkomen van elke ouder en de mate waarin zij in staat zijn om bij te dragen aan de kosten van de kinderen. De draagkracht wordt bepaald op basis van het netto inkomen van de ouder, inclusief eventuele bijdragen zoals vakantiegeld of 13de maand. Ook wordt er rekening gehouden met eventuele schulden, hypotheek en andere financiële verplichtingen.
De derde stap is het bepalen van de kinderalimentatie. Hierbij wordt gekeken naar hoeveel de ouders, gelet op hun draagkracht, naar rato kunnen bijdragen aan de kosten van de kinderen. De hoogte van de kinderalimentatie hangt dus af van het verschil in draagkracht tussen de ouders. De ouder met de lagere draagkracht ontvangt dan het bedrag dat nodig is om de levensstandaard van het kind in beide huishoudens te behouden.
Tijdens de berekening van kinderalimentatie bij co-ouderschap spelen meerdere factoren een rol:
De behoefte van het kind is het uitgangspunt bij de berekening. Deze wordt bepaald op basis van het inkomen van de ouders voor de scheiding en de leeftijd van het kind. In de richtlijnen voor berekening van alimentatie staan tabellen voor het berekenen van welk bedrag ouders aan kinderen besteden als zij een bepaald inkomen hebben.
Het inkomen van de ouders is een cruciale factor bij de berekening. Hierbij wordt gekeken naar het netto inkomen van elke ouder, inclusief eventuele bijdragen. Ook wordt er rekening gehouden met eventuele schulden, hypotheek en andere financiële verplichtingen.
De zorgverdeling speelt een rol bij de uiteindelijke hoogte van de alimentatie. Als beide ouders evenveel zorg dragen (co-ouderschap), wordt dit meegenomen in de berekening. Als het kind bijvoorbeeld 60% van de tijd bij de ene ouder verblijft en 40% bij de andere ouder, kan dit invloed hebben op de hoogte van de kinderalimentatie.
Elk jaar wordt de kinderalimentatie geïndexeerd. Dit betekent dat het bedrag dat je moet betalen of ontvangt elk jaar iets meer wordt. De indexering gebeurt op basis van het indexcijfer van het afgelopen jaar. Dit zorgt ervoor dat de kinderalimentatie aansluit bij de stijgende levensonderhoudskosten.
Bij co-ouderschap is het niet automatisch zo dat er geen kinderalimentatie betaald hoeft te worden. Het hangt er van af of de inkomens van de ouders gelijk zijn. Als de inkomens nagenoeg gelijk zijn en de zorgverdeling 50/50 is, dan hoeft er geen kinderalimentatie te worden betaald. Maar als er een significant verschil in inkomen of draagkracht is, dan moet er wel kinderalimentatie worden betaald.
Een voorbeeld uit de praktijk is een rechtbankzaak in Amsterdam, waarin bepaald werd dat ondanks het feit dat een kind bij de moeder woonde, zij toch een bijdrage moest leveren aan de vader. Dit kwam doordat zij een hoger inkomen had en het tekort aan financiële middelen aan de zijde van de vader de omgang met het kind niet in de weg moest staan. Dit soort gevallen toont aan dat kinderalimentatie aanvragen bij co-ouderschap een complexe materie kan zijn die maatwerk vereist.
Bij ongelijke inkomens wordt de kinderalimentatie berekend op basis van het verschil in draagkracht tussen de ouders. De ouder met de lagere draagkracht ontvangt dan het bedrag dat nodig is om de levensstandaard van het kind in beide huishoudens te behouden. Hierbij wordt uitgegaan van het uitgangspunt dat het kind er door de scheiding niet op achteruitgaat. Dit betekent dat de ouders elkaar moeten helpen om ervoor te zorgen dat het kind in beide huishoudens een vergelijkbare levensstandaard heeft.
Als er verandering komt in de situatie van de ouders, zoals een nieuwe baan, een verlies van inkomen of het verschijnen van een nieuwe partner, dan kan dit invloed hebben op de hoogte van de kinderalimentatie. In dergelijke gevallen is het verstandig om een nieuwe berekening te laten maken. Dit kan bijvoorbeeld via het LBIO of een echtscheidingsadviseur.
Als de kinderalimentatie niet wordt betaald, kan dit leiden tot juridische stappen. De ouder die de kinderalimentatie moet betalen, kan worden aangehouden via de rechter. Hierbij kan ook gebruik worden gemaakt van een deurwaarder om het geld op te eisen. Het is daarom belangrijk dat de afspraken over kinderalimentatie duidelijk en duidelijk vastgelegd zijn, bijvoorbeeld in een ouderschapsplan.
Bij co-ouderschap is kinderalimentatie een belangrijk onderdeel van de financiële afspraken. De berekening gebeurt op basis van de behoefte van het kind, het inkomen van de ouders en de zorgverdeling. Hoewel het co-ouderschap een gelijkwaardige zorgverdeling betekent, kan het zijn dat er toch kinderalimentatie moet worden betaald, vooral als de inkomens van de ouders sterk verschillen. Het is belangrijk dat ouders zich hierover goed informeren en bij voorkeur samenwerken om een eerlijke afspraken te maken. Bij twijfel is het verstandig om een professionele hulp in te schakelen, zoals een echtscheidingsadviseur of een familierechtadviseur.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet