Conditionering in de opvoeding: Werkt het wel of niet?
juli 10, 2025
De kinderopvangsector heeft de afgelopen jaren aanzienlijke uitdagingen gekend, met name in de context van de COVID-19 pandemie. Deze periode vereiste flexibiliteit, snelle aanpassingen en een sterke samenwerking tussen verschillende partijen. Dit artikel biedt een overzicht van de evaluatie van de coronasteunmaatregelen in de kinderopvang, de impact op de sector, en de ontwikkelingen die relevant zijn voor de toekomst, gebaseerd op beschikbare rapporten en analyses.
In 2020, met het uitbreken van de COVID-19 pandemie, werden er in Nederland driemaal sluitingen van de kinderopvang opgelegd om de verspreiding van het virus te beperken. Om de stabiliteit van de sector te waarborgen en ouders te ondersteunen, werden er met spoed drie financiële regelingen ingesteld. Deze regelingen waren bedoeld om de kosten van kinderopvang door te dekken, zowel voor ouders met als zonder recht op kinderopvangtoeslag, en om de kinderopvang in staat te stellen noodopvang te bieden aan kinderen van ouders in cruciale beroepen en kwetsbare kinderen (Bron 1, 4).
De regelingen omvatten de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang (TTKO) voor ouders met kinderopvangtoeslag, de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang zonder overheidsvergoeding (TTKZO) voor ouders die de kosten zelf betaalden, en een vergoeding voor gemeentelijke regelingen voor kinderen met een sociaal-medische indicatie (SMI) of voorschoolse educatie (Bron 4).
Een recent onderzoek evalueert de uitvoering, doelmatigheid, doeltreffendheid en het bereik van deze coronasteunmaatregelen (Bron 1, 9). De evaluatie benadrukt de enorme inzet en flexibiliteit van kinderopvangorganisaties, hun medewerkers, gastouders, ouders, gemeenten en andere betrokken partijen. Zonder deze gezamenlijke inspanningen zou het niet mogelijk zijn geweest om de kinderopvang te handhaven en noodopvang te bieden tijdens de crisis (Bron 4).
De samenwerking binnen de kinderopvangsector werd als zeer positief beoordeeld. Deze samenwerking heeft bijgedragen aan het succes van de coronamaatregelen. Er werd echter ook geconstateerd dat de netwerken buiten de sector, met ouders en scholen, verbeterd kunnen worden. Het maken van duidelijke afspraken over verantwoordelijkheden en het streven naar een meer integrale benadering voor kinderen werden als belangrijke aanbevelingen gezien (Bron 4).
Het onderzoek wijst erop dat de noodopvang het risico op verslechtering van de positie van kwetsbare kinderen heeft verkleind, hoewel de omvang van dit effect moeilijk te bepalen is. Er zijn positieve indicaties dat de noodopvang een belangrijke rol heeft gespeeld voor ouders met cruciale beroepen (Bron 9). Een neveneffect was echter dat de mentale last van ouders zonder cruciale beroepen toenam, doordat zij werk, zorg en onderwijstaken moesten combineren (Bron 9).
Naast de directe impact van de pandemie, kampt de kinderopvangsector met een aanhoudend personeelstekort. Uit recente gegevens blijkt dat het vacatureaanbod in de kinderopvang in 2025 daalt, met een afname van 24 procent (Bron 6). Dit is een aanzienlijke daling, die de druk op de bestaande medewerkers verder vergroot.
Om het personeelstekort tegen te gaan, zijn er verschillende initiatieven ontworpen. Zo is er de subsidieregeling ‘Meer uren werkt!’, die kinderopvangorganisaties de mogelijkheid biedt om de deeltijdfactor van hun medewerkers te verhogen (Bron 11). Deze regeling wordt ondersteund door het programma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn en interventiepartij Inhealth, die organisaties helpen bij het voeren van ‘Het Goede Gesprek’ met hun medewerkers over werkplezier, ontwikkelruimte en werk-privébalans (Bron 11).
De nieuwe Cao Kinderopvang 2025-2026 bevat ook maatregelen om de werkomstandigheden te verbeteren en de aantrekkelijkheid van de sector te vergroten. Deze omvatten een minimumloon van € 16,- per uur vanaf 1 januari 2026, verhogingen van de stagevergoeding, verdubbeling van de toevoeging aan het levensfasebudget, en de instelling van 5 mei als een jaarlijkse vrije dag (Bron 7). Daarnaast zijn er afspraken gemaakt om de werkdruk te verlagen, te investeren in kwaliteit en ontwikkeling, en een experiment rondom een verkorte werkweek te starten (Bron 7).
Een veilige en gezonde omgeving voor kinderen is essentieel. De Wet IKK verplicht alle kinderopvanglocaties tot het hebben van een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid, waarbij de betrokkenheid van alle medewerkers cruciaal is (Bron 8). De nieuwe Risicomonitor van VeiligheidNL, die vanaf 1 januari 2025 van kracht is, richt zich volledig op dit beleid en biedt organisaties ondersteuning bij het opstellen en implementeren ervan (Bron 8).
De kinderopvangsector ondergaat een digitale transformatie, waarbij slimme technologieën het dagelijks werk ondersteunen en verrijken (Bron 14). Kindvolgsystemen, digitale portfolio’s, ouderportalen en communicatie-apps helpen om de ontwikkeling van kinderen bij te houden, de communicatie met ouders te verbeteren en administratieve taken te vereenvoudigen (Bron 14). Platforms zoals Aelio van Aethon ondersteunen de planning en personeelsinzet, waardoor de werkdruk beter verdeeld kan worden (Bron 14).
Naast technologische vernieuwingen zijn er ook belangrijke veranderingen in pedagogische visies en werkwijzen. Kindgerichte benaderingen staan centraal, waarbij de focus ligt op de individuele behoeften en ontwikkeling van elk kind (Bron 14, 5). Pedagogische methoden in de natuur, zoals toegepast bij Natuurfontein, stimuleren spelenderwijs leren, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en verwondering (Bron 5).
Vanaf 1 januari 2025 geldt er een taaleis voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang (Bron 13). Medewerkers moeten aantonen dat zij de Nederlandse taal op een bepaald niveau beheersen, tenzij zij uitzonderingen vormen, zoals medewerkers die uitsluitend Fries spreken met de kinderen of medewerkers die met de kinderen volledig een buitenlandse taal spreken (Bron 13). De overheid heeft kinderopvangorganisaties een ruime invoeringstermijn gegeven om alle medewerkers aan deze eis te laten voldoen (Bron 13).
De kinderopvangsector heeft de afgelopen jaren aanzienlijke uitdagingen overwonnen, met name in de context van de COVID-19 pandemie. De coronasteunmaatregelen hebben bijgedragen aan de stabiliteit van de sector en de continuïteit van de opvang. Echter, er blijven uitdagingen bestaan, zoals het personeelstekort, de behoefte aan verbeterde samenwerking en de noodzaak tot innovatie en professionalisering. De nieuwe Cao Kinderopvang, de subsidieregeling ‘Meer uren werkt!’ en de implementatie van nieuwe technologieën en pedagogische methoden bieden kansen om deze uitdagingen aan te gaan en de kwaliteit van de kinderopvang te waarborgen. Het is van cruciaal belang dat alle betrokken partijen blijven samenwerken om een veilige, gezonde en stimulerende omgeving te creëren voor alle kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet