Co-ouderschap en belastingdienst: wat ouders moeten weten
juni 30, 2025
Het kindgebonden budget is een financiële tegemoetkoming van de overheid bedoeld om ouders te ondersteunen in de kosten van de opvoeding van kinderen tot 18 jaar. In situaties van co-ouderschap, waarbij beide ouders betrokken blijven bij de zorg voor hun kinderen na een scheiding of beëindiging van een relatie, is het van belang om te begrijpen hoe dit budget wordt verdeeld en welke regels van toepassing zijn, met name in 2015 toen er significante wijzigingen plaatsvonden in de kindregelingen. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van het kindgebonden budget in relatie tot co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
Het kindgebonden budget is een aanvulling op de kinderbijslag en wordt maandelijks uitgekeerd door de Belastingdienst. De hoogte van het budget is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de aanvrager, het aantal kinderen en hun leeftijd. In 2015 waren er wijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren, waaronder verhoogde bedragen en een ouderkop voor alleenstaande ouders die aan de voorwaarden voldeden. Het drempelinkomen, gelijkgesteld aan 108% van het wettelijk minimumloon, bepaalde tot welk bedrag de maximale toeslag werd verstrekt. Boven dit inkomen vond een snellere afbouw plaats dan in 2014.
De maximale bedragen voor 2015, bij een inkomen onder het drempelinkomen, waren als volgt: € 1.032 per jaar voor een gezin met één kind, € 1.823 per jaar voor een gezin met twee kinderen, en € 2.006 per jaar voor een gezin met drie kinderen. Voor het vierde en ieder volgend kind bedroeg de maximale toeslag € 2.006 per jaar, plus een extra € 106 per jaar. Alleenstaande ouders konden aanspraak maken op een extra vergoeding van € 3.050 per jaar, mits er geen toeslagpartner aanwezig was. Voor kinderen van twaalf jaar of ouder, maar jonger dan zestien jaar, werd het budget verhoogd met € 231. Kinderen van zestien of zeventien jaar kregen een verhoging van € 296, later verhoogd naar € 412 per jaar.
In een co-ouderschapssituatie is het cruciaal om te bepalen wie de kinderbijslag aanvraagt, aangezien het kindgebonden budget wordt uitbetaald aan de aanvrager van de kinderbijslag. Ouders kunnen samen beslissen wie de aanvrager wordt, of ze kunnen dit verdelen over de verschillende kinderen. Als beide ouders aan de voorwaarden voldoen, kunnen ze in principe beiden het kindgebonden budget ontvangen.
De keuze wie de kinderbijslag aanvraagt, en daarmee het kindgebonden budget ontvangt, kan aanzienlijke financiële gevolgen hebben. Het is daarom raadzaam om de situatie zorgvuldig te analyseren en indien nodig juridisch advies in te winnen. Het is mogelijk om het recht op kinderbijslag met één jaar terugwerkende kracht te wisselen, waardoor ook het recht op het kindgebonden budget aan de andere ouder kan worden toegekend.
Er zijn verschillende manieren om het kindgebonden budget te verdelen bij co-ouderschap. Sommige ouders kiezen ervoor om het budget op een gezamenlijke rekening te storten, die vervolgens wordt gebruikt voor de kosten van de kinderen. Anderen maken afspraken dat één ouder het budget ontvangt en beheert, terwijl de andere ouder een vergoeding ontvangt voor de gemaakte kosten.
Een voorbeeld is dat ouders ervoor kiezen om ieder een kind bij zich te laten inschrijven, zodat ze beiden kinderbijslag en kindgebonden budget ontvangen voor het kind dat bij hen staat ingeschreven. Dit vereist wel dat beide ouders verantwoordelijk zijn voor een deel van de uitgaven en financiële verplichtingen voor de kinderen. Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over hoe de kosten worden verdeeld en deze vast te leggen in het ouderschapsplan.
Het inkomen van de aanvrager van het kindgebonden budget speelt een cruciale rol bij de hoogte van de toeslag. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het kindgebonden budget. Het kan daarom financieel voordeliger zijn om het budget aan de ouder met het lagere inkomen toe te wijzen.
In 2015 was er een afbouwpercentage van 6,75% van het verschil tussen het gezamenlijke inkomen en het drempelinkomen. Een rekenvoorbeeld illustreert dit: bij een inkomen van € 25.000 en een drempelinkomen van € 20.000, zou het kindgebonden budget voor het eerste kind € 695 bedragen.
Het kindgebonden budget heeft invloed op andere toeslagen, zoals de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag. Bij co-ouderschap kunnen beide ouders, indien ze allebei een baan hebben, de inkomensafhankelijke combinatiekorting aanvragen. Voor kinderopvangtoeslag kunnen co-ouders allebei een toeslag krijgen voor hun eigen deel van de kosten, tot een maximum van 230 uur per kind per maand.
De Wet Hervorming Kindregelingen, die in 2015 in werking trad, had aanzienlijke gevolgen voor gescheiden ouders. De afschaffing van bepaalde regelingen en de wijziging van de alleenstaande ouderkorting naar de alleenstaande ouderkop hadden invloed op de kinderalimentatie. Het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop worden meegenomen in de berekening van de hoogte van de kinderalimentatie, aangezien deze bedragen worden opgeteld bij het inkomen van de ontvangende ouder.
Het is essentieel om veranderingen in de situatie, zoals een verandering van inkomen, een nieuwe partner of een verhuizing, tijdig door te geven aan de Belastingdienst en de SVB. Als belangrijke veranderingen niet worden doorgegeven, kan het zijn dat de toeslag later moet worden terugbetaald. Duidelijke afspraken over de verdeling van het kindgebonden budget en de vastlegging ervan in het ouderschapsplan zijn van groot belang om misverstanden en conflicten te voorkomen.
Het kindgebonden budget is een belangrijke financiële steun voor ouders met kinderen, ook in een co-ouderschapssituatie. De regels rondom de toewijzing en verdeling van het budget kunnen complex zijn, met name in 2015 toen er significante wijzigingen plaatsvonden in de wetgeving. Het is van belang om de situatie zorgvuldig te analyseren, duidelijke afspraken te maken en deze vast te leggen in het ouderschapsplan. Het tijdig doorgeven van veranderingen aan de Belastingdienst en de SVB is essentieel om te voorkomen dat toeslagen moeten worden terugbetaald. Het inwinnen van juridisch advies kan in sommige gevallen raadzaam zijn om tot een eerlijke en optimale verdeling van het kindgebonden budget te komen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet