Co-ouderschap en belastingvoordelen: wat ouders moeten weten
juni 30, 2025
Co-ouderschap, waarbij beide ouders na een scheiding gezamenlijk verantwoordelijk blijven voor de opvoeding van hun kinderen, brengt specifieke financiële overwegingen met zich mee. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste regelingen met betrekking tot kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget (KGB) in het kader van co-ouderschap, gebaseerd op beschikbare informatie.
De kinderopvangtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid die ouders helpt bij het betalen van de kosten voor kinderopvang. Deze toeslag is bedoeld voor ouders die werken, studeren of een re-integratietraject volgen en gebruikmaken van geregistreerde kinderopvang, zoals kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang (BSO) en gastouderopvang. Het bedrag van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en het aantal uren kinderopvang.
In het geval van co-ouderschap kunnen beide ouders in principe in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, mits zij ook beiden de kosten van de kinderopvang betalen. De Belastingdienst gaat er daarbij van uit dat de ouders hun eigen aandeel in de kosten contractueel regelen met de kinderopvanginstelling. Elke ouder kan de kinderopvangtoeslag aanvragen voor zijn eigen deel van de kosten. Er is een maximum aan het aantal uren waarvoor kinderopvangtoeslag kan worden ontvangen, namelijk 230 uur per kind per maand, wat neerkomt op 2.760 uur per jaar.
Het is belangrijk op te merken dat de hoogte van de vergoeding afhankelijk is van de soort opvang. In 2024 bedragen de maximale vergoedingen per uur respectievelijk € 10,25 voor dagopvang, € 9,12 voor buitenschoolse opvang en € 7,53 voor gastouderopvang. Het uurtarief dat de opvang aanbieder hanteert, kan hoger zijn dan de maximale vergoeding. In dat geval betalen de ouders het verschil zelf. Is het tarief lager, dan ontvangen ouders kinderopvangtoeslag over het lagere tarief.
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag, moeten ouders aan bepaalde voorwaarden voldoen. Naast het feit dat de kinderopvang geregistreerd moet zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK), moet ten minste één van de ouders werkzaam zijn, een opleiding volgen, re-integreren of een inburgeringscursus volgen. Als beide ouders aan deze voorwaarde voldoen, hebben ze beiden recht op kinderopvangtoeslag.
Het kindgebonden budget is een extra bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Bij co-ouderschap hebben beide ouders recht op 50% van het KGB, ongeacht bij welke ouder het kind is ingeschreven. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder, waarna deze de helft aan de andere ouder kan verdelen. Het is ook mogelijk om de SVB te verzoeken om de helft van de kinderbijslag direct aan beide ouders uit te betalen.
De hoogte van het KGB is afhankelijk van het inkomen, het vermogen, het aantal kinderen en hun leeftijd. Ouders met een lager inkomen ontvangen een hoger bedrag. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als de ouder met het laagste inkomen de meeste zorg voor het kind draagt, kan deze ouder het meeste KGB ontvangen.
In de praktijk hoeft de ouder die de kinderbijslag ontvangt, deze niet altijd te delen met de andere ouder. Dit hangt af van de afspraken die in het ouderschapsplan zijn vastgelegd en de financiële situatie van beide ouders. Als er bijvoorbeeld onvoldoende middelen zijn om de kosten voor de kinderen in de eigen huishouding te dekken, hoeft de kinderbijslag niet altijd gedeeld te worden.
Naast de kinderopvangtoeslag en het KGB kunnen ouders in een co-ouderschapssituatie ook in aanmerking komen voor andere toeslagen, zoals huurtoeslag. De hoogte van de huurtoeslag kan afhankelijk zijn van het inkomen en de woonsituatie van beide ouders. Het kind kan meetellen als medebewoner bij beide ouders, ook al staat het niet bij beide ouders ingeschreven.
Een goed ouderschapsplan is essentieel bij co-ouderschap. In dit plan worden afspraken vastgelegd over de zorg en opvoeding van de kinderen, de omgangsregeling, de kostenverdeling en de fiscale aspecten. Het is belangrijk om de afspraken in het ouderschapsplan duidelijk en gedetailleerd vast te leggen, zodat er geen misverstanden ontstaan. De Belastingdienst kan het ouderschapsplan opvragen om te controleren of de aangevraagde toeslagen kloppen met de gemaakte afspraken.
De Belastingdienst hanteert als richtlijn dat er sprake is van co-ouderschap als de dagelijkse opvang en opvoeding ongeveer gelijk verdeeld is, en het kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij beide ouders verblijft.
Werkende ouders met kinderen tot twaalf jaar hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Ook co-ouders kunnen in aanmerking komen voor deze korting, onder voorwaarde dat ze werken en het kind minstens drie volle dagen per week bij hen in huis woont. Als de ouders de zorg gelijk verdelen, kunnen beide ouders mogelijk recht hebben op de IACK. Het is echter belangrijk te weten dat de IACK-regeling oorspronkelijk gepland stond om af te schaffen, maar dit is uitgesteld tot 2027.
Co-ouderschap brengt specifieke financiële overwegingen met zich mee. Door gebruik te maken van de beschikbare regelingen, zoals de kinderopvangtoeslag, het kindgebonden budget en de inkomensafhankelijke combinatiekorting, kunnen ouders de financiële lasten van de opvoeding van hun kinderen verlichten. Het is essentieel om duidelijke afspraken te maken, de Belastingdienst te raadplegen en de juiste documentatie te verzamelen om optimaal te profiteren van de beschikbare mogelijkheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet