Ouderschap en ouderlijk gezag: Wat ouders moeten weten
juni 30, 2025
De registratie van een kind in de Basisregistratie Personen (BRP) is een belangrijk administratief aspect, met name in situaties van scheiding of co-ouderschap. Ouders vragen zich vaak af op welk adres een kind ingeschreven moet staan en wat de consequenties hiervan zijn, zowel juridisch als financieel. Dit artikel biedt een overzicht van de regels en overwegingen rondom kindregistratie, gebaseerd op beschikbare informatie.
In principe kan een kind slechts op één adres officieel ingeschreven staan, namelijk de plaats waar het kind zijn hoofdverblijf heeft. Dit is de plek waar het kind zijn vaste basis heeft. Bij een scheiding of co-ouderschap dient er een keuze gemaakt te worden. Het is belangrijk te benadrukken dat de keuze voor een inschrijfadres niet altijd samenvalt met de juridisch vastgestelde hoofdverblijfplaats, alhoewel deze vaak wel overeenkomen.
De gemeente volgt de criteria in de Basisregistratie Personen (BRP) en hanteert als leidraad de plek waar iemand de meeste tijd doorbrengt. Wanneer een kind bij beide ouders evenveel tijd doorbrengt, kan de keuze voor een inschrijfadres complex zijn. Sommige gemeenten zijn hierin flexibeler dan andere en houden minder strikt vast aan de regel dat een kind slechts op één adres ingeschreven kan staan. Er zijn gemeenten die een regeling hebben waarbij een kind ook op het adres van de andere ouder geregistreerd kan worden, zonder dat dit het hoofdverblijfadres wijzigt. Voorbeelden van gemeenten met dergelijke regelingen zijn Aalsmeer, Amstelveen, Beemster, Eindhoven, Huizen, Nijmegen, Purmerend en Utrecht.
Voor een verhuizing van een minderjarig kind is altijd toestemming van één van de ouders vereist. De ouder bij wie het kind gaat wonen kan hiervoor een Toestemmingsverklaring hoofdbewoner invullen, of een handgeschreven verklaring overleggen. Het is belangrijk op te merken dat een ouder een kind niet zomaar op zijn of haar adres kan inschrijven zonder toestemming van de andere ouder, tenzij er sprake is van gezamenlijk gezag en een juridische basis voor de inschrijving.
Een kind van 16 tot 18 jaar kan in bepaalde gevallen zelf beslissen waar het zich inschrijft, mits het daar hoofdzakelijk verblijft. Echter, ouders blijven verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling tot het kind 18 jaar is.
De keuze van het inschrijfadres kan aanzienlijke financiële gevolgen hebben, met name op het gebied van kinderbijslag, kindgebonden budget (KGB) en kinderopvangtoeslag (KOT).
Het is raadzaam om de financiële gevolgen van de adreskeuze zorgvuldig te laten berekenen, bijvoorbeeld door een belastingadviseur, om te bepalen welke optie het meest voordelig is.
Het eenzijdig inschrijven van een kind, zonder toestemming van de andere ouder, kan risico's met zich meebrengen. Zo kan het leiden tot problemen met betrekking tot het gezag over het kind, het mislopen van toeslagen en bijdragen, en zelfs tot een bestuurlijke boete.
Bij co-ouderschap, waarbij de kinderen ongeveer evenveel tijd bij beide ouders doorbrengen, is het van belang om duidelijke afspraken te maken over het inschrijfadres. Hoewel het kind formeel slechts op één adres ingeschreven kan staan, kan het in de praktijk voordelig zijn om de fiscale gevolgen te optimaliseren door te bepalen welke ouder de kinderbijslag en toeslagen aanvraagt.
Het is belangrijk om te onthouden dat de verdeling van de zorg en opvoeding niet per se 50/50 hoeft te zijn. De kinderen kunnen bijvoorbeeld drie dagen bij de ene ouder en vier dagen bij de andere ouder verblijven, of om de week bij elke ouder.
Een goede communicatie tussen de ouders is essentieel bij het maken van afspraken over de kindregistratie. Het is raadzaam om deze afspraken vast te leggen in een ouderschapsplan. In dit plan kunnen ook afspraken worden gemaakt over de hoofdverblijfplaats en de inschrijving van het kind.
Hoewel een rechter niet direct kan bepalen op welk adres een kind ingeschreven moet staan (dit is de bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand), kan een rechter wel de andere ouder verplichten om mee te werken aan de inschrijving.
De Belastingdienst controleert de aanvragen voor toeslagen en kinderbijslag door informatie op te vragen over het ouderschapsplan. Dit om te controleren of de aangevraagde toeslagen en bijdragen overeenkomen met de gemaakte afspraken.
De kindregistratie bij scheiding of co-ouderschap is een complex onderwerp met juridische en financiële implicaties. Het is van belang om de regels en overwegingen zorgvuldig te bestuderen en om duidelijke afspraken te maken met de andere ouder. Het inschrijfadres van een kind kan invloed hebben op de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag. Het is raadzaam om professioneel advies in te winnen om de meest voordelige optie te bepalen en om eventuele risico's te vermijden. Een goede communicatie en een gedetailleerd ouderschapsplan zijn essentieel om conflicten te voorkomen en het welzijn van het kind te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet