Kinderalimentatie bij Co-Ouderschap: Berekening, Regels en Wijzigingen in 2024-2025
juni 30, 2025
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een regeling van de Nederlandse Belastingdienst die bedoeld is om werkende ouders met jonge kinderen te ondersteunen. Deze korting kan een aanzienlijke vermindering van de te betalen belasting en premies opleveren. De regeling kent specifieke voorwaarden, en de toepassing ervan kan complex zijn, met name in situaties van co-ouderschap na een scheiding. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, met speciale aandacht voor de regels die gelden bij co-ouderschap, met focus op de situatie in 2022 en de ontwikkelingen daarna.
Om in aanmerking te komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting, moeten aan een aantal voorwaarden worden voldaan. In 2022 was een belangrijke voorwaarde dat het kind jonger dan twaalf jaar was op 1 januari van dat jaar en minimaal een half jaar bij de aanvrager ingeschreven stond. Het is daarbij relevant dat, in geval van co-ouderschap, het kind ook op het adres van de ex-partner ingeschreven mag staan. Daarnaast moet de aanvrager een arbeidsinkomen hebben dat hoger is dan € 5.220,-. Er geldt een beperking als er een fiscale partner is; in dat geval moet het inkomen van de aanvrager lager zijn dan dat van de partner, of de fiscale partnerschap mag niet langer dan zes maanden hebben geduurd.
Co-ouderschap speelt een cruciale rol bij de toekenning van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Co-ouderschap wordt gedefinieerd als een situatie waarin de zorg voor de kinderen ongeveer gelijk verdeeld is. Concreet betekent dit dat een kind in een bepaald ritme ten minste 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is, wat neerkomt op gemiddeld drie dagen per week. Ook dagdelen tellen mee bij de berekening. Als er niet het hele jaar sprake is van co-ouderschap, maar wel minimaal zes maanden, wordt de 156-dageneis naar rato berekend.
In een co-ouderschapssituatie kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Dit is een belangrijke ontwikkeling, die is bevestigd door uitspraken van de Hoge Raad. De belastingdienst heeft de regels aangepast om dit te faciliteren. Het is essentieel dat de afspraken over de zorgverdeling goed zijn vastgelegd, bijvoorbeeld in een ouderschapsplan, om dit aan te kunnen tonen aan de Belastingdienst.
De regel van 156 dagen per jaar bij elke ouder is een belangrijk criterium. Recente jurisprudentie heeft verduidelijkt dat het niet noodzakelijk is dat deze dagen aaneengesloten zijn, zolang er een herhalend ritme is in de zorgverdeling. Dit betekent dat een kind bijvoorbeeld om de week bij de ene en de andere ouder kan verblijven, zolang het totale aantal dagen per jaar aan de vereiste voldoet. Een uitspraak van de Hoge Raad uit 2022 heeft de interpretatie van deze regel verder verduidelijkt.
Vanaf 2024 zijn de voorwaarden voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting aangepast. Er geldt nu dat ouders allebei in aanmerking komen voor de korting als zij de zorg voor een kind tijdens een kalenderjaar gelijk hebben verdeeld, waarbij het kind minimaal 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft. Deze aanpassing is een gevolg van eerdere uitspraken van de Hoge Raad en is bedoeld om de regeling te vereenvoudigen en rechtvaardiger te maken.
De hoogte van de inkomensafhankelijke combinatiekorting is afhankelijk van het arbeidsinkomen van de ouder. In 2022 bedroeg de maximale korting € 2.534,-. In 2024 is dit verhoogd tot € 2.961,-. De korting wordt berekend als een percentage van het arbeidsinkomen boven een bepaalde grens. Voor 2024 bedraagt de grens € 6.073,-.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt gefaseerd afgebouwd. De regeling wordt per 1 januari 2025 afgeschaft voor kinderen die na deze datum geboren worden. Voor kinderen die vóór 1 januari 2025 geboren zijn, blijft de regeling van kracht tot het moment dat deze 12 jaar oud zijn. De afbouw van de regeling vindt geleidelijk plaats tot 1 januari 2037, waarna de regeling volledig verdwijnt.
Zelfs in situaties waarin er geen sprake is van co-ouderschap, kan de inkomensafhankelijke combinatiekorting nog steeds van toepassing zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor alleenstaande ouders die werken en de zorg voor een kind combineren. In deze gevallen gelden dezelfde voorwaarden met betrekking tot inkomen en de minimale verblijfsduur van het kind bij de ouder.
In situaties van "bird nesting", waarbij de kinderen in één huis blijven wonen en de ouders om beurten bij hen verblijven, wordt elk huishouden als afzonderlijk beschouwd voor de toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Dit betekent dat beide ouders mogelijk recht hebben op de korting, mits ze aan de overige voorwaarden voldoen.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting kan worden aangevraagd via de belastingaangifte. Het is ook mogelijk om een verzoek om een voorlopige aanslag in te dienen, waardoor de korting maandelijks kan worden ontvangen. In sommige gevallen is het mogelijk om de korting met terugwerkende kracht aan te vragen, bijvoorbeeld over het vorige belastingjaar. Het is raadzaam om in dergelijke gevallen advies in te winnen bij een belastingadviseur.
Het is van groot belang om goede documentatie te bewaren met betrekking tot de zorgverdeling, zoals een ouderschapsplan of een schriftelijke overeenkomst. Deze documentatie kan nodig zijn om aan de Belastingdienst te bewijzen dat aan de voorwaarden voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting is voldaan.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een waardevolle regeling voor werkende ouders met jonge kinderen, met name in situaties van co-ouderschap. De regels rondom de korting zijn complex en zijn de afgelopen jaren gewijzigd. Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de actuele voorwaarden en om de korting correct aan te vragen om optimaal te profiteren van deze regeling. De afbouw van de regeling vanaf 2025 betekent dat het van belang is om tijdig actie te ondernemen en de mogelijkheden te benutten zolang de regeling nog van kracht is. Het inwinnen van professioneel advies van een belastingadviseur of familierechtadvocaat kan van onschatbare waarde zijn bij het navigeren door de complexiteit van deze regeling.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet